Polen 1 i 2 Sobibór klinkt naar hel. Momenteel wordt het Nazi-vernie tigingskamp aan de uiterste oostgrens van Polen opgegra ven. De uit Middelburg afkomstige archeoloog Ivar Schute is er namens Nederland bij. Hij leidt ons rond. 2 SPECTRUM -J i We verkennen het opgra vingsterrein van Sobibór in het voet spoor van archeoloog Ivar Schute. „Kijk, daar kwamen de treinen met de Joden aan. Ze zeggen dat het stootblok aan het eind van de rails nog origineel is. De rails zelf ook, alleen de bielzen zijn vernieuwd. En hier ligt het perron. De Joden werden vriendelijk ontvangen. Lange reis gehad? U bent vast hard toe aan een douche. Het schijnt dat er soms een orkestje speelde. Er stond ook een bord je, richting zwembad, alleen maar om de indruk te wekken dat de mensen in een ontspanningsoord ar riveerden. Even verderop moesten ze al hun bagage en sieraden afgeven en moesten ze zich uitkleden. Naakt werden ze de Himmelfahrtstrasse opgedre ven. Aan het eind wachtten de gaskamers. Vaak wa ren ze een half uur na aankomst dood." Schute kent de cijfers. Minstens 170.000 Joden wer den er tussen april 1942 en oktober 1943 in Sobibór vermoord. We staan op het perron, waar nu met boomstammen geladen wagons op een locomotief staan te wachten. Als we later richting gaskamers lo pen, kondigt een trein zijn komst aan met een hoornsignaal. Zo moet dat in de jaren 1942-1943 ook geklonken hebben. Schute: „Onbegrijpelijk dat er in Polen op deze manier met de holocaust wordt omgegaan. Zo'n fluitsignaal gaat je door merg en been. Ik werk hier nu zes weken, je raakt eraan ge wend, maar de menselijke ellende vliegt me nog re gelmatig naar de keel. Eerder deze week had ik in één zeefbeurt opeens vier oorbellen en een ring op mijn zeef liggen. Allemaal goud. Normaal vindt een archeoloog vrijwel nooit goud. Nou, ik wel." Hij knikt in de richting van een goed onderhouden houten woning, even verderop. „De woning van de kampcommandant", zegt hij, „die nu door een Pools gezin wordt bewoond." Vanaf de plek waar vroeger het perron was, kan het opgraafterrein goed worden overzien. Een club van zo*n twintig Poolse archeologen en grondwerkers is bezig het terrein in vakken van vijf bij vijf meter af te graven en te zeven. Ivar Schute vertegenwoordigt Warschau® Sobibor f cf vó\e Nederland. De archeologen werken onder tijds druk. Voor de winter invalt hopen ze klaar te zijn, want volgend jaar moeten de bouwers van het nieu we herinneringscentrum aan de slag. Een schuldig landschap. Schute haalt de woorden van de Nederlandse schrijver Armando aan. En zegt: „Je moet je wel realiseren, dat we hier op één van de grootste massagraven ter wereld staan. Dich ter bij het menselijk failliet kun je niet komen." Vorige week was er groot nieuws: de fundamenten van de gaskamers waren gevonden. Natuurlijk had den de archeologen wel een idee van de locatie, maar nu pas is exact duidelijk waar de gedeporteer den werden vermoord. We lopen daar waar de in gang van het gebouw geweest moet zijn. Rechts te kenen zich vier kamers af, links drie grote en een kleine. Schute veronderstelt dat de oudste gaska mers links liggen, de vier rechtse zijn er later bijge bouwd. Achterin zijn de sporen zichtbaar van de ruimte, waarin de motor stond die de koolmonoxi de produceerde waarmee de mensen werden ver gast. Achterin de gaskamers zaten grote deuren, waardoor de lijken naar buiten werden gesleept. Dat was het werk van het Sonderkommando, de te werkgestelde Joden. Zij moesten de gouden vullin gen uit de gebitten breken. Schute: „Ik zeg het altijd zo rechtstreeks mogelijk: hier werden ook de anus- sen gecontroleerd, om te zien of de mensen niet hadden geprobeerd nog kostbaarheden te verstop pen." Achter de gaskamers ligt het terrein waar de lijken werden verbrand. Er zijn grote kuilen gevonden, die tot vijf meter ónder het maaiveld gevuld waren met de asresten. We knielen even aan de rand van het terrein, met uitzicht op de asheuvel die in de ja ren zestig werd opgeworpen. Schute wijst op de witte spikkels in de bovenlaag. Dat zijn botresten. 6&Ne staan hier op één van de grootste massagraven ooit Er zijn boekenplanken vol over Sobibór geschreven. Maar al die historici kunnen volgens Schute niet precies vertellen hoe het kamp eruit zag. Daarvoor heb je 'oorlogsarcheologen' nodig, zoals hij er zelf één is. Er is nog volop werk aan de winkel. We lo pen het bos in, waar we even later op een kuil stui ten waarin steenpuin gestort is. Misschien liggen daar de stenen resten van de gaskamers. Er zou on derzoek nodig zijn om dat met zekerheid vast te stellen. Daar is echter vooralsnog geen geld voor. Schute: „Ik kijk naar deze opgraving alsof het om een nederzetting in de ijzertijd gaat. Het gaat om de ruimte: je moet het totale kamp zoals het was en functioneerde in kaart brengen. We hebben nu ont dekt dat de beruchte Himmelfahrtstrasse net een fractie anders loopt dan werd gedacht. Dat betekent dat de in 2003 aangelegde Gedenklaan niet op de goede plaats is gesitueerd. Er wordt nog over ge praat, maar wat mij betreft verplaatsen we de laan met de gedenkstenen naar de plek die wij hebben getraceerd. Ook daar is overigens nog meer onder zoek nodig. Na aankomst werden de vrouwen in een laantje parallel aan de Himmelfahrtstrasse apart gezet, waar ze werden kaalgeschoren. Die plek is nog niet gevonden." Het leed een gezichten een naam geven, dat is vol gens Schute een andere belangrijke taak van de ar cheologie. Zijn indruk is dat vooral Nederlandse ge deporteerden nog met de hoop arriveerden dat ze een nieuw bestaan konden opbouwen. Zij hadden - voor zover mogelijk - hun belangrijkste eigendom men meegenomen. Sieraden, maar ook kostbare ser viezen en bestek. Tot nu toe konden er vijf gevon den voorwerpen aan een naam worden gekoppeld. Daar zaten twee naamplaatjes bij, van twee Amster damse kinderen, de zesjarige Lea de la Penha en de achtjarige David Zak. De Poolse projectleider en archeoloog Wojcieck Ma- zurek heeft een plastic doos met de vondsten van de afgelopen dagen in zijn bus. Een muntje, een vei ligheidsspeld, een militair identiteitsplaatje, een fragment van een Mickey Mousebeker. Hij hoopt dat die objecten ook jongeren aanspreken. Zodat het nieuw te bouwen herinneringscentrum een ont moetingspunt wordt voor jongeren uit heel Europa, waar ze over hun nieuwe wereld van gedachten kunnen wisselen. Een droom? Sobibór gaat door de zeef door Jan van Damme Baltische zee Litouwen -2 land Tsjechië $\ö^Na C CVUflO GAAJS Amsterdam ill.lft&i - s,3(--Sohiao, FSTHER GANS-USSEP Amsterdam 6 4 tgSO UWI VoNbdr ft» Wfjf *W) hun runen een doWHe» een tehoorttoen. vter trtwondorhter s en f.vmrig tifcinwntfcren. öoom wordt aangeboden sloor juffie ifec nier. JUJter, it'foorurujter en tante EJKabeth den Bow-Osnj /2t0i/ en haar kindeten. icheenkindcrm. Wem en achterkielnklodeten

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 90