De meter in de auto geeft 30 graden Celsius aan. Maar een licht briesje maakt dat het toch aangenaam is in natuurpark El Torcal, niet ver van de Spaanse Costa del Sol. Een mooie dag voor een wandeling tussen miljoenen jaren oude, grillige karstformaties, die adembenemende uitzichten opleveren én de fantasie prikkelen. De reisgidsen beloofden al een prachtige autotocht vanaf de kust naar het na tuurpark, zo'n 15 kilome ter ten zuiden van het Spaanse Antequera. Neem vooral niet de uitstekende snelweg van Malaga naar Sevilla, maar de oude route Camino de Antequera, die op de verkeersborden groen wordt aangege ven, zo luidde de tip. Het is even zoeken, maar als we de goede route hebben, rijden we al snel door slape rige Spaanse stadjes. En langs uitgestor ven landschappen, waarin kuddes scha pen af en toe voor een mysterieuze stof wolk aan de horizon zorgen. De goed aan gegeven weg naar het 1.171 hectare grote natuurpark El Torcal leidt naar een nieuw bezoekerscentrum, waarin een restaurant en een museum zijn gevestigd. Na een paar dagen strand en zwembad willen we wel wandelen, maar vooral niet te veel, zo hadden we al in de auto besloten. Op de agenda staat immers ook nog een bezoek aan het nabij gelegen Antequera, een plaatsje met een historische binnenstad, die op de Unescolijst staat om toegelaten te worden als wereldcultuurerfgoed. Even als de dolmen (hunebedden) van Ante quera, de Berg van de Geliefden én El Tor cal zelf. Na bestudering van het infobord bij de parkeerplaats beslissen we dat het de groe ne route van 1,5 kilometer moet worden. Een uurtje wandelen door de bijzondere karstformaties - verzamelnaam van ver schijnselen ontstaan door water en kalk steen of een daardoor gekenmerkt land schap - is leuk genoeg. Tussendoor lun chen we in het park en dan zijn we toch nog twee uur bezig, zo is de redenering. Eenmaal in het bezoekerscentrum blijken de wandelkaarten en souvenirs door een Nederlander te worden verkocht. Hans Andela verhuisde zes jaar geleden naar Spanje. Als fervent wandelaar en voorma lig lid van de bergbeklimclub Los amigos de El Torcal, kon hij bij het natuurpark aan de slag. „Neem de gele route van 3 ki lometer. Op die wandeling zijn de rotsfor maties veel spectaculairder", zo haalt hij ons over. „Het is prima te doen. Mijn moe der heeft de groene route op hakken gelo pen", zegt hij lachend als wij twijfelend naar ons schoeisel kijken. „Doe het rustig aan, misschien zie je een vale gier of wil de Spaanse berggeit. Als je terugkomt, kun je hier eten." We zwichten. Het wordt de gele route. Met een rugzak vol water, brood en si naasappels gaan we op pad. De route is aanvankelijk vlak, de bergen ruig. Met de kaart in de hand proberen we de verschil lende bizarre rotsformaties te vinden die op de kaart namen hebben gekregen als Robot, Sfinx, Kameel en Duim. De twee aanwezige pubers veranderen, ver weg van Nederlandse leeftijdsgenoten, al snel in een stel klimgeiten. Rotsformaties wor den bekritiseerd en krijgen namen van politici, bekende Nederlanders én - wat wil je met pubers - zelfs leraren. Als we na een uurtje wandelen - en af en toe ook klimmen over de rotsen - een pauze houden onder een boom, zien we plots een bijzonder silhouet door de lucht schieten. In El Torcal wonen vale gieren, dus wellicht is dat er een, vermoe den wij. Een paar toeristen met verrekij kers bevestigen onze hypothese: het zijn gieren. En zij hebben ook een paar klim geiten gezien. Wij moeten het voorlopig doen met een paar wegschietende hage dissen, maar dat maakt het niet minder leuk. De rotsen en de overhangende plan ten bij de diepe ravijnen maken de tocht spannend en afwisselend. En inderdaad, de gele route is op een paar sandalen pri ma te doen. Terug in het bezoekerscentrum stuurt An dela ons nog naar het uitkijkpunt waar je met helder weer de zee en zelfs bergen in Afrika kunt zien. Hij toont de fossielen die bij het bezoekerscentrum zijn te vin den en maakt met ons een rondje door het vernieuwde centrum; Een film vertelt over het ontstaan van El Torcal en de le gendes over het gebied komen aan bod, net als de dieren en de planten. Andela zeifis een nog grotere bron van in formatie. Hij vertelt enthousiast over zijn tochten door het gebergte. Hij begeleidt nog geregeld groepen wandelaars die zich aan de 4,5 kilometer lange rode route wa gen en dan langs bijzondere plekken wor den geleid. „Geen route om op naaldhak ken te doen, maar wel een trip die je niet gauw vergeet", zegt Andela lachend. „Bij zonder is dat de vegetatie, de kleuren en de dieren altijd weer anders zijn. Je ziet vooral wilde berggeiten en gieren, soms een vos. In de winter kan hier een flink pak sneeuw liggen, in januari zie je de paars-gele Iris Germanica en in april, mei en juni bloeien er wel twintig soorten or chideeën. Ik ken ze niet allemaal, maar het is een prachtig gezicht." Het bezoekerscentrum gaat dicht als wij uiteindelijk vertrekken. Andela gaat naar zijn woning in het historische Antequera, wij rijden via de snelweg naar ons vakan tiehuis. Antequera, het stadje dat we ei genlijk nog hadden willen zien, moet maar wachten tot een volgende vakantie. WAAR EN WAT ZATERDAG 11 OKTOBER 2014 REIZEN 21 door Roza van der Veer Op sandalen van Robot naar Sfinx El Torcal is vanuit Mala ga (vliegveld) bereik baar als je de snelweg richting Sevilla neemt en ter hoogte van Cas- bermeja via het dorpje Villanueva de la Concepción naar het bezoekercentrum rijdt. Vanuit Antequera ga je eveneens richting Villa nueva de la Concepción. Voordat je het dorp bereikt, is rechts Centro de visi- tantes El Torcal Alto aangege ven. Het bezoekerscentrum met museum is dage lijks geopend van 10 tot 19 uur ('s winters tot 17 uur). Er zijn ge markeerde wandelrou tes uitgezet. De groene route (1,5 kilometer) kan in 45 minuten wor den gelopen. De gele (3 kilometer) kost 2 uur, is iets zwaarder en vereist comfortabele schoenen. De oranje route (4 kilometer) is er een die behoorlijk stijgt; hij start bij de parkeerplaats aan het begin van de toegangs weg naar het bezoe kerscentrum. De rode route (Ammonietenrou te) kan alleen met een gids of met toestemming wor den gedaan. Antequera Malaga

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 109