REIZEN 19
5 TIPS
een geruïneerd gebit afgebeeld. En dat is
precies zoals het er in Kavieng bij zo'n
beetje iedereen uitziet. En men schaamt
zich daar geen seconde voor.
De autoverhuurder die me afhaalt met zijn
Toyota Hilux, lacht hartelijk als hij me
ziet. Daarbij gaat zijn mond wagenwijd
open en moet ik een gevoel van walging
snel wegslikken. Tussen de klodders rood
speeksel zijn nog net zes zwarte grafzerk
jes te ontdekken. Zijn tanden.
Ik wil in eerste instantie niet onbeleefd
zijn, maar toch wend ik geschrokken snel
de blik af. Even later informeer ik naar de
precieze oorzaak van het weggevreten ge
bit. Zijn antwoord is eenvoudig: beetlenut,
spreek uit 'bietelnuf. Vooral het armere
deel van de bevolking is verslaafd aan het
kauwen op dit nootje uit de jungle. Het is
traditie, zo spreekt de autoverhuurder ver
goelijkend. Maar wel met een heel smerig
gevolg, denk ik er achteraan.
Onderweg wijst een vriendelijke man mij
In gunstige gevallen
staat er nog een
fietsenrek, maar
vaker resten
zwarte stompjes
de weg naar het kleine dorp waarnaar ik
op zoek ben. Hij heeft net een verse portie
beetlenut tussen de kaken. Zijn tandeloze
mond maalt uit alle macht om het tot een
weke massa te verwerken. Heerlijk. In
eerste instantie bezweert hij dat het een
gezonde gewoonte is. Hoe kan een aloude
traditie dat nou niet zijn?
Maar als ik hem wijs op de verwoestingen
die het goedje in de mond aanricht, moet
hij glimlachend toegeven dat de fijne ge
woonte in veel gevallen ook kanker veroor
zaakt. Tropical mouth cancer. Ik had er
nog nooit van gehoord, maar het klinkt
niet gezellig. Behalve de medische nadelen
zijn er vooral ook esthetische. Stel je voor
dat je een beetlenut-kauwer moet zoenen.
Dat lijkt mij een verschrikkelijk moment.
Misschien is de Papoea daarom geen lief
hebber van de tongzoen. Hoewel, als je al
lebei kauwt, maakt het uiteraard weinig
uit.
Op de markt is het oppassen om niet uit te
glijden over de rode fluimen. Het is er een
getuf van jewelste. De meeste kooplui
handelen in de beetlenut. Hele ladingen
liggen te wachten op de gebruiker. Een
verkoopster legt me uit hoe het gebruik
precies in zijn werk gaat. Eerst kauwt men
de noot en dan wordt er een rolletje mos
terd doorheen gepruimd. Tenslotte komt
er nog wat gemalen koraal bij, een spier
wit goedje, dat in deze mix de kwaadaardi
ge component is. Het slijpt alle glazuur
weg en tenslotte de gehele tand.
Naast de vrouw zit haar zoontje van 4. Een
grappig ventje, met een parelwitte schater
lach. Nee, hij kauwt nog niet. Veel te jong,
zegt moeder. De kleine man moet wat
haar betreft zeker nog twee jaar wachten
voordat hij aan de slag kan met het vernie
tigen van de mond. Arm kind.
's Avonds zoek ik in het telefoonboek naar
een tandarts. Maar, zoals ik al dacht, die
zijn hier niet te vinden. Vanwege het ge
brek aan tanden.
Rome
VOOR BERGWANDELEN
MET (JONGE) KINDEREN
Ons gezin logeert op een boerderij
net buiten Sankt Kassian, in het
Gadertal in de Italiaanse Dolo
mieten. Tine is een echte berg
geit. Hoewel ze met 9 de leeftijd
heeft dat ze elke voorgenomen
wandeldag onvrolijk aftrapt met
'nee, niet weer pap!', moet ze achteraf altijd toege
ven dat het 'best leuk' was.
Voor Tom, 4 jaar, is het pas de tweede zomer dat
hij niet meer in de rugdrager zit. Daarom hebben
we bedacht slechts om de andere dag een berg
wandeling te maken, waar mogelijk gebruikma
kend van liften: En als alles goed gaat, doen we
onszelf aan het eind een nacht in een echte berg
hut cadeau, hoog in de bergen.
Onze eerste tocht van een paar uur is een ideale in
stapper. Beide koters hebben in een mum van tijd
hun bergschoenen aan nadat we het woord 'stoel-
tjeslift' laten vallen, dé lokroep die elk kind de
hoogste berg op krijgt. Vanaf het bergstation moe
ten Toms beentjes hoge treden overwinnen. On
derweg wordt hij meermaals aangemoedigd door
omaatjes: „Ciao bello, que bravo!" Na veel handen
schudden met tig bejaarde bella's staan we in min
der dan een uur bij het hutje. Het uitzicht over de
dorpen in het dal is een ansichtkaart waardig.
Als in de weide voor het terras iemand 'edel
weiss!' roept, zijn Tine en Tom niet meer te hou
den. Tientallen edelweissjes vinden we. De bloem
wordt hoofdonderwerp van een fotosessie met
veel stoere poses. En van gesprekken op het zigzag
pad terug naar het dal. Missie geslaagd.
We zijn nu klaar voor het betere werk. De wande
ling vanaf het Heiligkreuz is een ideale dagtocht.
Vanuit Abtei, midden in het dal, nemen we 's och
tends de stoeltjeslift omhoog naar de bedevaarts
kerk. Die ligt imposant onder de verticale wand
van de 3.000 meter hoge Heiligkreuzkofel. In een
uur lopen we vanaf de barokke kapel door open
naaldbos en weelderige bloemenweiden naar een
door smelt- en regenwater uitgeholde, min of
meer permanente sneeuwplak. De Grotta della ne
ve is met een pijl aangegeven en ligt op een enor
me puinwaaier van los puin en gruis, vlak onder
de 900 meter hoge rotswand. Meteen begint Tom
met hulp van zijn zus een steenmannetje te stape
len. De sneeuwgrot bestaat niet meer.
Twee uur later dalen we in de lift af naar het tus
senstation. Daar heeft de herbergier speciaal voor
kinderen een themawandelpad aangelegd, een
speurtocht langs houten sculpturen van dieren.
Maar het golvende bospad - 'een achtbaan!' - naar
wat op de kaart Malga Pasciantadü heet, vinden
de kinderen veel plezieriger. Uiteindelijk lopen
we nog anderhalf uur bergafwaarts naar Sankt
Kassian, waar bij aankomst onweer losbarst.
De echte smaakmaker van deze vakantie, Tom en
Tine's eerste berghut, komt de volgende dag. Van
uit het chique Corvara kiezen we 's middags voor
de kabelbaan om op het kalkplateau pal onder de
loodrechte wanden van het beroemde Sellamas-
sief te komen. Dan is het officieel nog drie kwar
tier lopen naar de Franz-Kostnerhütte, op onge
veer 2.500 meter hoogte. Tom is één brok energie.
Alsof hij Spiderman is, vliegt hij van rots naar
rots. Alleen soms de verkeerde kant op, zodat we
er drie keer zo lang over doen.
In de hut is het heel rustig. Naast ons vieren is er
alleen nog een jong stel te gast. De logistiek wordt
verzorgd door de huttenwaard en zijn twee hulp
jes. Ze geven Tom complimenten over het feit dat
hij zijn bord helemaal leeg eet en beloven hem als
beloning een stuk appeltaart. Maar eerst even een
frisse neus halen. Tine vindt dat er een steenman
netje moet worden gebouwd, als baken voor de
wandelaars die na ons komen. Maar dan wel in de
grote kuil naast de hut, want 'daar waait het niet
zo hard'. Waarmee de constructie gedoemd is tot
irrelevantie. Na tien minuten vertrouwt Tom die
Italianen niet meer, stopt met de bouwarbeid en
rent naar binnen om te kijken of er al appeltaart
is. Dat de indrukwekkende Dolomietenmassieven
rondom langzaam oplossen in het donker ontgaat
de kinderen totaal.
Ze hebben die nacht moeite met inslapen. Het is
hun eerste keer in een berghut. Ze worden een
paar keer wakker: knuffel kwijt, dorst, 'mama, ik
heb snot'. Maar ze slapen nog vast als ik rond half
zes 's ochtends naar buiten sluip om het wonder
lijke fenomeen van een zonsopgang in de bergen
te beleven. Tom en Tine missen dit natuurspekta-
kel nu wel, maar het zaadje is geplant. Ooit zullen
ook zij, wanneer hun wereld groter is geworden
dan het hier en nu van knuffels, steenmannetjes
en appeltaart, kunnen genieten van de grote won
deren van de natuur.
Wm
ZATERDAG 4 OKTOBER 2014
THANK YOU
FOR NOT SMOKING
OR CHEWING BEETLENUT
OUTSIDE THE TERMINAL
1Kies de juiste bestemming
Niets motiveert beter dan een rit per kabelbaan.
Zo kun je wandelingen bergafwaarts doen, wat
minder inspannend is. In de zomer hebben veel
skihutjes een speeltuin, een mooi wandeldoel.
Logeer bij de boer, daar is altijd iets te beleven.
2. Doseer de inspanning
Ouders denken dat jonge kinderen een dagtocht
in de bergen fysiek niet aankunnen. Dat beeld
klopt niet. Wel verbranden kinderen energie snel
ler dan volwassenen, ze hebben elk half uur tien
Sankt
I Foto's van links
naar rechts:
Op avontuur,
de bergen in.
Zonsondergang.
Edelweiss.
Tom bouwt een
steenmannetje.
minuten pauze nodig. Vanaf 8, 9 jaar kunnen ze
conditioneel alles aan. Dan krijgen ze ook meer
oog voor de omgeving en willen uitdagender din
gen proberen, zoals klauteren op de rotsen.
3. Eet en drink voldoende
Omdat kinderen snel energie verbranden, moeten
ze vaker bijtanken, zowel snelle suikers (chocola,
druivensuiker) als koolhydraten voor de langzame
verbranding (mueslirepen, koeken). Ook regelma
tig drinken is belangrijk. Hoog in de bergen zweet
je zonder dat je het merkt. Aanmaaklimonade of
ijsthee zijn lekkerder dan water. Als je kind moe
en chagrijnig wordt, ligt uitdroging op de loer.
Neem een lange drinkpauze in de schaduw.
4. Motiveer door afwisseling
Uit angst voor ongelukken kiezen veel ouders er
voor met kinderen over brede grindwegen te wan
delen. Saai! Zelfs de kleinste stapper wil over ste
nen huppelen en over boomwortels klauteren.
Plan daarom tussenliggende doelen in. Zoals de
bergbeek waar je een stuwdammetje maakt, een
rots die een podium wordt, et cetera. En waarom
van de wandeling geen speurtocht maken? Vind
drie steentjes in de vorm van een hart. Of ga bo
ven de boomgrens marmotten spotten.
5. Draag geschikte kleding en schoeisel
Zorg voor stevige, hoge wandelschoenen, voor
steun aan de enkels op oneffen terrein. Kinderen
krijgen het snel warm en koelen snel af. Hun kle
ding moet vooral uit laagjes bestaan. Denk ook
aan een regenjack. Natte kleren zijn de voornaam
ste oorzaak van onderkoeling in de bergen.
tekst en foto's Jonathan Vandevoorde