REIZEN 19 5 TIPS een geruïneerd gebit afgebeeld. En dat is precies zoals het er in Kavieng bij zo'n beetje iedereen uitziet. En men schaamt zich daar geen seconde voor. De autoverhuurder die me afhaalt met zijn Toyota Hilux, lacht hartelijk als hij me ziet. Daarbij gaat zijn mond wagenwijd open en moet ik een gevoel van walging snel wegslikken. Tussen de klodders rood speeksel zijn nog net zes zwarte grafzerk jes te ontdekken. Zijn tanden. Ik wil in eerste instantie niet onbeleefd zijn, maar toch wend ik geschrokken snel de blik af. Even later informeer ik naar de precieze oorzaak van het weggevreten ge bit. Zijn antwoord is eenvoudig: beetlenut, spreek uit 'bietelnuf. Vooral het armere deel van de bevolking is verslaafd aan het kauwen op dit nootje uit de jungle. Het is traditie, zo spreekt de autoverhuurder ver goelijkend. Maar wel met een heel smerig gevolg, denk ik er achteraan. Onderweg wijst een vriendelijke man mij In gunstige gevallen staat er nog een fietsenrek, maar vaker resten zwarte stompjes de weg naar het kleine dorp waarnaar ik op zoek ben. Hij heeft net een verse portie beetlenut tussen de kaken. Zijn tandeloze mond maalt uit alle macht om het tot een weke massa te verwerken. Heerlijk. In eerste instantie bezweert hij dat het een gezonde gewoonte is. Hoe kan een aloude traditie dat nou niet zijn? Maar als ik hem wijs op de verwoestingen die het goedje in de mond aanricht, moet hij glimlachend toegeven dat de fijne ge woonte in veel gevallen ook kanker veroor zaakt. Tropical mouth cancer. Ik had er nog nooit van gehoord, maar het klinkt niet gezellig. Behalve de medische nadelen zijn er vooral ook esthetische. Stel je voor dat je een beetlenut-kauwer moet zoenen. Dat lijkt mij een verschrikkelijk moment. Misschien is de Papoea daarom geen lief hebber van de tongzoen. Hoewel, als je al lebei kauwt, maakt het uiteraard weinig uit. Op de markt is het oppassen om niet uit te glijden over de rode fluimen. Het is er een getuf van jewelste. De meeste kooplui handelen in de beetlenut. Hele ladingen liggen te wachten op de gebruiker. Een verkoopster legt me uit hoe het gebruik precies in zijn werk gaat. Eerst kauwt men de noot en dan wordt er een rolletje mos terd doorheen gepruimd. Tenslotte komt er nog wat gemalen koraal bij, een spier wit goedje, dat in deze mix de kwaadaardi ge component is. Het slijpt alle glazuur weg en tenslotte de gehele tand. Naast de vrouw zit haar zoontje van 4. Een grappig ventje, met een parelwitte schater lach. Nee, hij kauwt nog niet. Veel te jong, zegt moeder. De kleine man moet wat haar betreft zeker nog twee jaar wachten voordat hij aan de slag kan met het vernie tigen van de mond. Arm kind. 's Avonds zoek ik in het telefoonboek naar een tandarts. Maar, zoals ik al dacht, die zijn hier niet te vinden. Vanwege het ge brek aan tanden. Rome VOOR BERGWANDELEN MET (JONGE) KINDEREN Ons gezin logeert op een boerderij net buiten Sankt Kassian, in het Gadertal in de Italiaanse Dolo mieten. Tine is een echte berg geit. Hoewel ze met 9 de leeftijd heeft dat ze elke voorgenomen wandeldag onvrolijk aftrapt met 'nee, niet weer pap!', moet ze achteraf altijd toege ven dat het 'best leuk' was. Voor Tom, 4 jaar, is het pas de tweede zomer dat hij niet meer in de rugdrager zit. Daarom hebben we bedacht slechts om de andere dag een berg wandeling te maken, waar mogelijk gebruikma kend van liften: En als alles goed gaat, doen we onszelf aan het eind een nacht in een echte berg hut cadeau, hoog in de bergen. Onze eerste tocht van een paar uur is een ideale in stapper. Beide koters hebben in een mum van tijd hun bergschoenen aan nadat we het woord 'stoel- tjeslift' laten vallen, dé lokroep die elk kind de hoogste berg op krijgt. Vanaf het bergstation moe ten Toms beentjes hoge treden overwinnen. On derweg wordt hij meermaals aangemoedigd door omaatjes: „Ciao bello, que bravo!" Na veel handen schudden met tig bejaarde bella's staan we in min der dan een uur bij het hutje. Het uitzicht over de dorpen in het dal is een ansichtkaart waardig. Als in de weide voor het terras iemand 'edel weiss!' roept, zijn Tine en Tom niet meer te hou den. Tientallen edelweissjes vinden we. De bloem wordt hoofdonderwerp van een fotosessie met veel stoere poses. En van gesprekken op het zigzag pad terug naar het dal. Missie geslaagd. We zijn nu klaar voor het betere werk. De wande ling vanaf het Heiligkreuz is een ideale dagtocht. Vanuit Abtei, midden in het dal, nemen we 's och tends de stoeltjeslift omhoog naar de bedevaarts kerk. Die ligt imposant onder de verticale wand van de 3.000 meter hoge Heiligkreuzkofel. In een uur lopen we vanaf de barokke kapel door open naaldbos en weelderige bloemenweiden naar een door smelt- en regenwater uitgeholde, min of meer permanente sneeuwplak. De Grotta della ne ve is met een pijl aangegeven en ligt op een enor me puinwaaier van los puin en gruis, vlak onder de 900 meter hoge rotswand. Meteen begint Tom met hulp van zijn zus een steenmannetje te stape len. De sneeuwgrot bestaat niet meer. Twee uur later dalen we in de lift af naar het tus senstation. Daar heeft de herbergier speciaal voor kinderen een themawandelpad aangelegd, een speurtocht langs houten sculpturen van dieren. Maar het golvende bospad - 'een achtbaan!' - naar wat op de kaart Malga Pasciantadü heet, vinden de kinderen veel plezieriger. Uiteindelijk lopen we nog anderhalf uur bergafwaarts naar Sankt Kassian, waar bij aankomst onweer losbarst. De echte smaakmaker van deze vakantie, Tom en Tine's eerste berghut, komt de volgende dag. Van uit het chique Corvara kiezen we 's middags voor de kabelbaan om op het kalkplateau pal onder de loodrechte wanden van het beroemde Sellamas- sief te komen. Dan is het officieel nog drie kwar tier lopen naar de Franz-Kostnerhütte, op onge veer 2.500 meter hoogte. Tom is één brok energie. Alsof hij Spiderman is, vliegt hij van rots naar rots. Alleen soms de verkeerde kant op, zodat we er drie keer zo lang over doen. In de hut is het heel rustig. Naast ons vieren is er alleen nog een jong stel te gast. De logistiek wordt verzorgd door de huttenwaard en zijn twee hulp jes. Ze geven Tom complimenten over het feit dat hij zijn bord helemaal leeg eet en beloven hem als beloning een stuk appeltaart. Maar eerst even een frisse neus halen. Tine vindt dat er een steenman netje moet worden gebouwd, als baken voor de wandelaars die na ons komen. Maar dan wel in de grote kuil naast de hut, want 'daar waait het niet zo hard'. Waarmee de constructie gedoemd is tot irrelevantie. Na tien minuten vertrouwt Tom die Italianen niet meer, stopt met de bouwarbeid en rent naar binnen om te kijken of er al appeltaart is. Dat de indrukwekkende Dolomietenmassieven rondom langzaam oplossen in het donker ontgaat de kinderen totaal. Ze hebben die nacht moeite met inslapen. Het is hun eerste keer in een berghut. Ze worden een paar keer wakker: knuffel kwijt, dorst, 'mama, ik heb snot'. Maar ze slapen nog vast als ik rond half zes 's ochtends naar buiten sluip om het wonder lijke fenomeen van een zonsopgang in de bergen te beleven. Tom en Tine missen dit natuurspekta- kel nu wel, maar het zaadje is geplant. Ooit zullen ook zij, wanneer hun wereld groter is geworden dan het hier en nu van knuffels, steenmannetjes en appeltaart, kunnen genieten van de grote won deren van de natuur. Wm ZATERDAG 4 OKTOBER 2014 THANK YOU FOR NOT SMOKING OR CHEWING BEETLENUT OUTSIDE THE TERMINAL 1Kies de juiste bestemming Niets motiveert beter dan een rit per kabelbaan. Zo kun je wandelingen bergafwaarts doen, wat minder inspannend is. In de zomer hebben veel skihutjes een speeltuin, een mooi wandeldoel. Logeer bij de boer, daar is altijd iets te beleven. 2. Doseer de inspanning Ouders denken dat jonge kinderen een dagtocht in de bergen fysiek niet aankunnen. Dat beeld klopt niet. Wel verbranden kinderen energie snel ler dan volwassenen, ze hebben elk half uur tien Sankt I Foto's van links naar rechts: Op avontuur, de bergen in. Zonsondergang. Edelweiss. Tom bouwt een steenmannetje. minuten pauze nodig. Vanaf 8, 9 jaar kunnen ze conditioneel alles aan. Dan krijgen ze ook meer oog voor de omgeving en willen uitdagender din gen proberen, zoals klauteren op de rotsen. 3. Eet en drink voldoende Omdat kinderen snel energie verbranden, moeten ze vaker bijtanken, zowel snelle suikers (chocola, druivensuiker) als koolhydraten voor de langzame verbranding (mueslirepen, koeken). Ook regelma tig drinken is belangrijk. Hoog in de bergen zweet je zonder dat je het merkt. Aanmaaklimonade of ijsthee zijn lekkerder dan water. Als je kind moe en chagrijnig wordt, ligt uitdroging op de loer. Neem een lange drinkpauze in de schaduw. 4. Motiveer door afwisseling Uit angst voor ongelukken kiezen veel ouders er voor met kinderen over brede grindwegen te wan delen. Saai! Zelfs de kleinste stapper wil over ste nen huppelen en over boomwortels klauteren. Plan daarom tussenliggende doelen in. Zoals de bergbeek waar je een stuwdammetje maakt, een rots die een podium wordt, et cetera. En waarom van de wandeling geen speurtocht maken? Vind drie steentjes in de vorm van een hart. Of ga bo ven de boomgrens marmotten spotten. 5. Draag geschikte kleding en schoeisel Zorg voor stevige, hoge wandelschoenen, voor steun aan de enkels op oneffen terrein. Kinderen krijgen het snel warm en koelen snel af. Hun kle ding moet vooral uit laagjes bestaan. Denk ook aan een regenjack. Natte kleren zijn de voornaam ste oorzaak van onderkoeling in de bergen. tekst en foto's Jonathan Vandevoorde

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 75