Tienduizenden kinderen werden tijdens de laatste oorlogswinter geëvacueerd. De hongerkinderen uit de Randstad gingen 'naar de boeren', zoals het heette. Dat is ook de titel van een expositie in het Verzetsmuseum. SPECTRUM 15 hongerwinter De vader van film maker Raoulde Zwart (62) was een van de dui zenden stadskin deren die in de Hongerwinter werden geëvacueerd naar het platte land. Onder anderen over vader Jack de Zwart (82) gaat de film Naar de boe ren! Het Inter Kerkelijk Bureau zette eind 1944 in enkele weken een enorme or ganisatie op om 40.000 hongerkinde ren van 6 tot 14 jaar uit de nog bezette Randstad over te brengen naar het be ter voorziene platteland, zoals in Fries land, Groningen en Noord-Holland. In de film worden gesprekken met ze ven ooggetuigen afgewisseld met ar chiefbeelden (films en foto's, kranten berichten en reiskaarten). Regisseur De Zwart laat in nageboots te scènes zien hoe de toestand thuis en bij het pleeggezin van zijn vader was en hoe hij per schip naar het plat teland werd gebracht. „Mijn moeder had een vooruitziende blik", zegt oud leraar aardrijkskunde Jack de Zwart. „In de loop van 1944 begon ze aardap pelschillen te bewaren. Die legde ze eerst op het schuurdak om te drogen, daarna gingen ze in een zak. Want ze konden nog wel eens van pas komen. Mijn vader en ik vonden het flauwe kul, maar helaas, ze kreeg gelijk." De situatie verslechterde met de dag. „Een oom wist een levend konijn op de kop te tikken. Dat kostte wel 72 gul den, bijna een maandsalaris." Jack kreeg uiteindelijk hongeroe deem. „Dikke polsen, dikke enkels, moeder wist er geen raad mee." Via een buurvrouw werd hij aangemeld voor de kinderuitzending. „Heel ang stig was het. Mijn ouders zullen zich hebben afgevraagd of ze hem ooit weer terug zouden zien." Jack belandde in het ruim van een aardappelschip dat lading had gelost en leeg terugvoer naar het noorden. „Pikdonker, klotsende golven, gieren de wind. En intussen maar denken 'waar gaan we heen, waar is mijn va der, waar is mijn moeder'. Angstaanja gend was het. Ik voel ze nog, de onze kerheden die je bij de keel grepen." Kindertransporten waren niet zonder gevaar. Zo werd op 22 februari 1945 op de weg van Den Haag naar Utrecht een bus met kinderen beschoten door Britse jachtbommenwerpers. Daarbij kwamen vier kinderen en twee vol wassenen om. Jack zou uiteindelijk ar riveren in het Friese dorp Marum, bij de familie Van der Heide. „Ik kwam in een totaal andere wereld. Mooie tui nen, mooie huizen, mooie straten, mooie natuur. Dat was iets anders dan de stad waar ik vandaan kwam, een verwaarloosde omgeving met al leen maar bezorgde schimmen die aan het overleven waren. „Achter het keukenraam zag ik een vrouw. Zó mooi en dik, dat had ik van mijn leven nog niet gezien. En 'mem' schrok van mij omdat ik zo mager was. Dat had zij nog nooit gezien." Zijn pleegbroer Hans herinnert zich in de film Jacks aparte geur. „Pene trant en viezig. Het had ergens iets van ontbinding." De nieuweling was zich er niet van be wust. Hij was alleen geïnteresseerd in voedsel. „Er gingen boter en spek in de pan om een spiegelei te bakken. Tjonge, zo'n honger als ik had, en tóch spuugde ik het uit. Mijn lichaam kon dat eten gewoon niet meer verdra gen. De dokter zei de volgende dag dat ze maar eens moesten beginnen met lauwe karnemelk en water, om het halfuur een lepeltje: 'Misschien dat het aanslaat'. Nou dat is gelukt, want ik zit hier om het na te vertel len." Jack kreeg de Friese naam Jouke, 'dat paste beter'. „Ik was een bezienswaar digheid. Kinderen uit het dorp gingen mij natuurlijk testen. Hoe sterk is-ie, kan-ie hard lopen en fietsen, dat soort gedoe. Gelukkig ging het herstel heel vlug. Heerlijk brood, kaas, boter, jam, pap. Het is ongelooflijk wat een vraat zucht je kunt hebben." De sfeer van die tijd zal hem altijd bij blijven. „De onbaatzuchtigheid van al die lieve mensen, en de saamhorig heid. Zolang er maar mensen zijn als de Van der Heides. Hun mededogen en solidariteit is met geen pen te be schrijven. We hebben nu al zo veel ja ren vrede, maar laten we niet verge ten dat je je daarvoor behoorlijk moet inspannen." Daarin ziet hij voor zich zelf ook een belangrijke taak. „Ik ben van de slinkende schare gastsprekers die via het Comité Westerbork op ba sisscholen en middelbare scholen ver telt over wat ik heb meegemaakt." Daarom werkte hij de afgelopen twee jaar ook graag mee aan de film van zijn zoon. Raoul raakte mede geïnspi reerd door het boek Naar de boeren! dat de inmiddels 81-jarige Frans Nieu- wenhuis in 2010 uitbracht. Ook Nieu- wenhuis passeert in de film als oogge tuige. Volgens de regisseur heeft Nieu- wenhuis het onderwerp over de hon gerkinderen als eerste en bijna weten schappelijk aangepakt. „Kinderevacua ties in de Hongerwinter is een tot nu toe onderbelicht onderwerp in de ge schiedschrijving. Dat is erg jammer, vooral omdat het een hoopvol onder werp is, tegenover al die drama's van vernietiging en geweld. Misschien spreekt ellende meer aan. Maar dit is een verhaal dat voor veel mensen her kenbaar is, zonder wreedheid. Het gaat niet zozeer over goed en kwaad, als wel over het normale leven." In de film betwijfelt Nieuwenhuis of een grootschalige efficiënte reddings operatie zoals destijds ook in deze tijd van de grond zou komen. Want hoe wel over goede doelenacties, mededo gen en hulpvaardigheid weinig te kla gen valt, vraagt Nieuwenhuis zich des ondanks af: „Als er nog eens zoiets als de Hongerwinter zou komen, wie or ganiseert dan iets? Want de sociale co hesie is ver te zoeken." De tentoonstelling en de film Naar de boe ren! Kinderevacuaties in de Hongerwin ter zijn te zien tot en met 12 april 2015 in het Verzetsmuseum Amsterdam. Meer informatie (ook over filmverto ningen) op www.verzetsmuseum.org Ik spuugde alle eten uit, zo'n honger had ik. Mijn lichaam kon niets meer verdragen ZATERDAG 4 OKTOBER 2014 de honger door Ton de Lange Paul van Vliet Ook cabaretier Paul van Vliet werd in de Hongerwinter 'uitgezonden'. Van Vliet zag mensen die op straat in elkaar zakten, vertelt hij in de do cumentaire Naar de boeren! Zijn ouders besloten hun zoon weg te sturen, zodat hij een kans had om te overleven. De afscheidsscène her innert hij nog: „Vader bad voor een behouden terugkeer, las wat uit de bijbel en toen ging iedereen huilen." Na een lange en gevaarlijke boot tocht en bijna een dag rijden met paard-en-wagen kwam Van Vliet bij de familie Kuypers in het Friese dorp Garijp. Hij was uitgehongerd, had last van wormen en een natgeplaste broek. „Na de vette vermicellisoep viel ik flauw." Het was een warm gezin. Van Vliet leerde Fries, liep op klompen. „Ik wil de er heel erg bij horen, noemde me zelfs Pauke Vlietstra. Ik was Frieser dan Fries. Alleen, die zondagen. Dat was doorbijten. In optocht naar de gereformeerde kerk, twee keer per dag. Ouderwetse preken over hel en verdoemenis." reageren? spectrum@depersdienst.nl Grote foto: Een on bekend kind in Am sterdam, 1944. foto Cas Oorthuys/ Nederlands Foto- museum/HH *1 Kleine foto: Amster damse familie rond de kachel, 1945. foto Ad Windig/ Maria Austria a Instituut/HH Jack de Zwart

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 71