SPECTRUM 13 mensbeeld etenschappelijk onderzoek door blan ken heeft diezelfde blanken eeuwen lang voorgehouden dat zij bovenaan de ladder van de beschaving staan. Die arrogantie kan zich echter tegen ons keren. Het maakt ons gevoelig voor politieke partijen als de PW die inspelen op je angsten. Goed onder wijs kan ons wapenen tegen ophit sen." Schrijfster Linda Roodenburg heeft recht van spreken: ze woont in een buurt in Rotterdam waar alle rassen door elkaar heen leven. De hele stad telt ruim 170 verschillende bevolkings groepen. Het zijn er zo veel dat een Amerikaanse logé van Roodenburg, woonachtig in deze smeltkroes, zich erover verwonderde. Al die mensen op straat ogen allemaal verschillend. Maar zijn ze dat ook? En nog belangrijker is de vraag: is de een meer dan de ander? Roodenburg be speurde ook bij zichzelf vooroordelen. Ze deed een etniciteitstest van Har vard University, en ontdekte dat ze een gemiddeld tot sterke voorkeur had voor blanken boven zwarten. Wel iswaar was op die test wel wat af te dingen: de afgebeelde zwarten waren niet moeders mooiste. „Rotkoppen", vindt Roodenburg. Er zaten geen vriendelijke Obama's tussen, geen leu ke zwarte man als de acteur Omar Sy (bekend van de film Intouchablesof ie mand als Denzei Washington. Dus zo gek vond ze het ook weer niet dat ze koos voor blanken die 'toevalligerwij ze' een aangenamere uitstraling heb ben. Maar de uitslag zette haar wel aan het denken. Waarom heeft ze vooroorde len? Hoe komt het dat ze, net als veel stadgenoten, de Rotterdamse burge meester meer een Nederlander vindt dan een voormalig straatschoffie met Marokkaanse roots die geboren is in Nederland? En dat ze, ook weer net als veel anderen, 'zie je wel' denkt als een allochtoon een vooroordeel beves tigt. Als 'ze' iets doen wat 'wij' posi tief vinden, denkt Roodenburg, net als veel andere blanken, ook al snel: 'ze hebben iets van ons geleerd'. Of: 'Ze zijn beschaafd geworden, ze zijn vooruitgegaan, hogerop geklommen'. De schrijfster, van onder meer het 'multiculturele' Rotterdams Kookboek, vond dat ze bar weinig wist van de vreemdelingen om zich heen met hun 'rare' eetgewoonten en feestda gen. „Ik heb eigenlijk alleen maar blanken in mijn vriendenkring." En ook zij moest erkennen dat ze niet ontkomt aan het indelen van mensen in groepen, waarbij de ene hoger op de ladder staat dan de andere. Met de blanken bovenaan. Toch moeten we volgende onderzoe kers van Harvard University accepte ren dat het denken in stereotypen iets natuurlijks is. En in Nederland was het in de jaren zeventig Gerard Reve die al verkondigde dat het normaal en menselijk is om vooroordelen te heb ben jegens mensen met een andere huidskleur. Zolang je daar geen racis tische theorie omheen bouwt, was er volgens de schrijver niets aan de hand. Maar zoiets hardop zeggen, dat deed je in die jaren niet. Toen Reve zijn vooroordelen ventileerde, viel ie dereen over hem heen. Roodenburg: „Mijn generatie, volwassen geworden in de jaren zeventig, is opgezadeld met een taboe op oordelen op grond van het uiterlijk, op het praten en den ken in termen van rassen. Als het over Joden gaat, zeggen we verkrampt Joodse mensen." Ze besloot een boek over vooroorde len op basis van uiterlijk te schrijven. Toen ze daarvoor in het archief van het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden onderzoek deed, zag ze tien duizenden foto's van Eskimo's, Kaf fers, Hottentotten, Aboriginals, Mexi canen en andere exotische verre vol ken. De foto's van deze mensen de den haar denken aan het werk van de Nederlandse fotografe Rineke Dijks tra. „Dezelfde ongemakkelijke hou ding en blik waarin je van alles kunt projecteren." Ze ontdekte tot haar verbazing dat al die foto's van exoten en zonderlingen waren gemaakt ten dienste van de we tenschap, gis ondersteuning van ras- senonderzoek. Roodenburg bestudeer de vroegere onderzoeken naar de ken merken van criminelen en gestoorde mensen. Het was de studie van het in delen in soorten op basis van fysieke kenmerken. Er ging een wereld voor haar open. Ze leerde waarom er gezegd wordt dat mensen wiskunde- en talenknobbels hebben, waar ideeën over luie negers en nobele indianen vandaan komen, waarom Kaukasiërs hoogbeschaafd ge noemd worden. En waarom niemand op een aap wil lijken. Roodenburg: „Een heleboel ideeën die wij nu hebben, stammen uit de tijd van het rassenonderzoek in de achttiende en negentiende eeuw. Zo als het idee dat allochtonen dommer zijn en omdat zij veel meer kinderen krijgen, ze het niveau van de hele be volking omlaag halen. Wilders speelt daarop in door te suggereren dat wij straks overheerst worden door mos lims. Er is echter weinig wat daarop wijst. Het is helemaal niet gezegd dat de derde generatie autochtonen ook veel kinderen gaat krijgen." Toch noemt Roodenburg het rassen- onderzoek niet vreemd. Ook niet een Canadees onderzoek waaruit zou blij ken dat mannen met brede koppen ge middeld iets agressiever zijn. Ook vindt ze het niet gek dat de media met dat Canadese onderzoek op de loop gingen en ervan maakten: 'Man met brede kop is agressief. „In een steeds ingewikkelder wordende we reld ben je op zoek naar een kompas. Je wilt weten hoe je iemand kunt in schatten." Misschien, denkt ze, zijn blanke we tenschappers ook wel op zoek naar een definitie van zichzelf: 'wie zijn wij blanke mensen?' Zet je alle onder zoeken achter elkaar, dan krijg je een beeld van de worsteling van de mens - lees de blanke Europeaan - die zijn eigen geschiedenis probeert te achter halen en te begrijpen. Maar uiteindelijk, vindt Roodenburg, bestaat er helemaal geen rassenpro bleem. De jongste wetenschappelijke inzichten sluiten daarbij aan: het hu mane genoomproject, dat de erfelijke informatie van de mens in kaart brengt, toont aan dat mensen gemid deld slechts 0,1 procent van elkaar ver schillen. „Toch blijft de focus liggen op het ver schil, niet op de overeenkomsten", zegt Roodenburg. Er zijn dan mis schien niet of nauwelijks fysieke ver- schillen, er zijn wel degelijk proble men, erkent de schrijfster. „Er is een taalprobleem. En daarnaast draait het allemaal om de vraag hoeveel kansen iemand heeft." Roodenburgs boek Zie de mens is uit eindelijk een pleidooi geworden voor ruimdenkendheid. „Stereotypen zijn hardnekkig, ze duiken steeds weer op. Zeg niet: 'je moet niet racistisch zijn', je moet geen dingen ontkennen die mensen voelen. Maar politici moeten de problemen wel zien. En als ieder een erkent hoe ingewikkeld de kwes tie van uiterlijk en vooroordelen is, wordt het des te gemakkelijker het te accepteren en ermee om te gaan. We moeten proberen onze angsten de baas te worden. Hoe? Dat weet ik niet. Ik weet wel wat niet werkt: ophitsen." De antropologen vindt Roodenburg, zelf getrouwd met een antropoloog, zijn intussen verdacht stil als het gaat om de problemen rond allochtonen, in tegenstelling tot de sociologen die wel de trom roeren. „De exotische vol ken zijn 'op'. Nu zoeken antropologen dingen uit in de marge, buigen ze zich over zoiets als de ontwikkeling van de vorm van de gitaar. Over de grote vragen hoor je ze weinig. Er ligt in Nederland een terrein braak." ZATERDAG 4 OKTOBER 2014 door Leonie Groen Foto's uit het boek 'Zie de mens, over kij ken en bekeken worden': Kleine foto's hiernaast: Vrouw uit Noord- wijk, 1907; Larrakia-man uit Noord-Au- stralië, 1879. Linksonder met de klok mee: Psychiatri sche patiënte, ca. 1850; Schizofrenie, ca. 1890; Patiënt Eerste Rijks Krankzinnigen gesticht Medemblik, ca. 1885; Dajak (Borneo), 1886; Geboren misdadiger vol gens psychiater Lombroso, ca. 1890. Het boek Zie de mens, over kijken en bekeken worden (34,99 euro) van Linda Rooden burg verschijnt 8 oktober. Rond het boek worden twee exposities ge organiseerd. Vanaf 8 oktober is in Het Dol- huys in Haarlem de tentoonstelling Levens lang, het criminele brein ontleed over onder meer de psychiater Lombroso die crimine len op hun uiterlijk indeelde. Een maand later opent Op het eerste ge zicht in het Teylers Museum in Haarlem v over uiterlijke stereotypen en vooroorde len. reageren? spectrum@depersdienst.nl - ;,»V' wM'Üamk>.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 69