Erik van Hulst in liefdevolle herinnering Wils de Meij in Kapelle denkt terug aan broer Erik. ZEELAND 35 Veldhoven 1972 t Knockmealdown Mountains Ierland 1987 In deze rubriek praten mensen over verlies, rouw en hoe het leven verdergaat. Ze weet nog goed dat hij geboren werd. Erik, de tiende in het ge zin Van Hulst, op 19 juni 1972. Haar vader zei het met een glimlach: 'Erik is de kroon op ons werk'. Wils glimlacht. Zij was de oude re zus, die in stilte maar wat trots was op haar nieuwe broer. Wils vertelt haar verhaal thuis in Kapelle, waar ze sinds 2000 woont. Aan haar accent is een Brabantse oorsprong te horen. Dat klopt, zegt ze meteen, haar roots liggen in Veldhoven. In december wordt ze zestig jaar. Haar naam Wils komt van Wilhelmi- na, zo heette haar oma van moeders kant. Momenteel werkt ze als administratief me dewerkster bij de GGD Zeeland, afdeling jeugdgezondheidszorg. Ze was zeventien jaar toen Erik geboren werd. Hij was een achteraankomertje, hij scheelde een jaar of zes met de eerstkomen de zus boven hem. „Op school kon ik er niet zo openlijk voor uitkomen hoe leuk ik de nieuwe baby vond, want dan kreeg je al gauw opmerkingen in de trant van 'zo, jouw ouders hebben ook niet stilgelegen'. Erik was een hele mooie knappe jongen. Ik vond het heel leuk om met hem te spelen en hem uit de box te halen. Mijn moeder vond dat minder. Als ik hem beu was en in de box terugzette, bleef zij met een onte vreden kind achter. Ik vond hem best ver wend. Hij was relatief laat met praten. Mijn moeder had daar wel een verklaring voor. Erik had zoveel mensen om zich heen die voor hem benoemden wat hij aanwees, dat hij zelf niet hoefde te praten." Op haar 23ste is Wils uit huis gegaan. Ze ging in Eindhoven wonen en werkte in Helmond bij de crisisopvang voor jongvol wassenen. Erik kwam wel eens logeren. Wils herinnert zich zijn eerste puberteits- perikelen, hoe hij heel snel emotioneel werd. Er waren discussies over zware on derwerpen als abortus. Voor hem zou abor tus nooit aan de orde zijn, was zijn stellige overtuiging. Marion, de oudste zus van Wils, raakte be vriend met Jan. En die Jan haalde zijn vlieg brevet,, hij mocht met kleine tweemotorige vliegtuigen de lucht in. Vader Van Hulst was een enthousiaste passagier. Ook Erik was voor een avontuurtje te porren. Zo be sloten Jan, Marion, vader Van Hulst en Erik met zijn allen naar IJsland te vliegen. Het was zomer, 18 juli 1987, er was alle reden om op een ontspannen vlucht te rekenen. Wils: „Ik woonde in Helmond. Eén van mijn zwagers belde. Koos, mijn man, bestel de ogenblikkelijk een taxi. Uit het telefoon tje begreep hij dat het om een fataal onge luk ging. Ik niet. Ik had in feite maar één ge dachte: als er maar niks met Erik is ge beurd. Toen we thuis in Veldhoven kwa men, stond er al een heel wagenpark. Op dat moment drong het tot me door: dit is helemaal mis." Dat bleek. Het toestel met Erik en de ande re familieleden was boven het Knockmeal- down-gebergte in Noord-Ierland neerge stort. Mist. Of piloot Jan was onwel gewor den. Wils weet het niet. „Het ongeluk kwam al snel op het journaal. Mijn moeder stond in één klap helemaal alleen. Erik woonde immers nog thuis. Een week daar na was de begrafenis. Twee broers van mijn moeder hebben veel geregeld, zelf wa ren we daar niet toe in staat." Voortaan was het leven van Wils opge deeld in de periode vóór en die na het onge luk. Sinds haar moeder drie jaar geleden overleed is dat wat minder geworden. „Er zijn van die dingen. Ik ben door het on geluk sneller ongerust. Bij het weggaan zei mijn vader tegen mijn moeder: 'we buur ten wel even als ik terug ben'. Buurten, lek ker bijpraten bedoelde hij. Begin deze week vertrok mijn man Koos voor een paar dagen. 'Ik hou van je', zei hij bij het weg gaan. Toen schoot er in een flits voorbij in mijn hoofd: ik hoop niet dat dat zijn laatste woorden zijn." Er speelde meer. In 1992 overleed een oude re zus aan baarmoederhalskanker. Wils: „Ik heb heel lang gedacht: het kan niet dat dit er ook nog bijkomt." Met de recente vliegramp in Oekraïne kwa men alle herinneringen aan het ongeluk in 1987 keihard terug. Wils heeft het nieuws op de voet gevolgd. „Je hoort dan zeggen: de nabestaanden willen naar de plek van de ramp. Ik geloof daar niks van. Die men sen zitten in een roes. Je hoort ook mensen zeggen: ik wil weten of ze geleden hebben. Dat vind ik ook zo'n vraag... Ik ga er maar vanuit dat het zo'n verschrikkelijke klap is geweest, dat ze er niets van hebben ge voeld. Toen Erik en de anderen werden be graven, stonden er in Veldhoven mensen langs de route van de kerk naar de begraaf plaats. Ik heb dat nooit begrepen. Ook nu nog niet, als ik al die mensen zie staan en applaudisseren terwijl de begrafenisauto's passeren. Ja, Erik en mijn vader, zus en zwager liggen allemaal bij elkaar. Ik ga er zelden naar toe." Of Wils het gevoel heeft dat het leven voor haar onevenredig zwaar is geweest? „Nee. Ik vind wel dat we hard getroffen zijn. En het is wreed dat mijn moeder dat allemaal heeft moeten meemaken. Ach, ze had zo'n hekel aan het woord weduwe. En Erik, zo'n jong leven van vijftien jaar. Hij was een enorme dierenliefhebber. Ik had wel eens gehoord, dat je een jonge hond die binnen poepte daar met zijn neus doorheen moest wrijven. Ik weet nog hoe Erik keek. En zei: ik denk niet dat jij het echt snapt. Ik heb boven nog een kandelaar, die hij heeft ge maakt. Ook een witte mand, waarin hij een surprise had verpakt. Op het moment van het ongeluk kende ik mijn man Koos een halfjaar. Ik ben blij dat hij ze nog alle maal heeft gezien. Dan weet hij tenminste over wie ik het heb, als ik over hen praat." ZATERDAG 4 OKTOBER 2014 Erik was ons nakomertj e door Jan van Damme Erik van Hulst met zijn vader in het vliegtuig, aan het begin van de fatale vlucht naar IJsland. Hebt u ook mooie herinneringen aan een dier bare, die is overleden? We willen uw verhaal graag delen in onze ru briek 'In liefdevolle herinnering'. U kunt contact opnemen met Ab van der Sluis: 0118 - 434003, chefnieuws@pzc.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 39