•v 36 ZEELAND INUNDATIE Op de eerste dag dat geallieerde vliegtuigen de Duitse stellingen langs de Walcherse kust massaal onder vuur nemen, treffen die bij vergissing ook Biggekerke. De hele dorpskern spat uiteen. Twee weken later, vanaf 3 oktober 1944, gooien ze de zeedijken kapot, op vier plaatsen, te beginnen bij Westkapelle. Dat hele dorp is daarbij verwoest. Zowat heel Walcheren wordt één grote binnenzee. De melk gaven we terug aan de koeien. Waar moest je er anders mee heen Nauwelijks hebben ze in Biggekerke hun 45 doden be graven, omgeko men bij een on verwacht gealli eerd bombardement, of een nieu we ramp dient zich aan: op vier plaatsen gooiden bommenwer pers uit Engeland de zeedijken ka pot. De plattelandsbevolking vlucht massaal naar de hoger gele gen plekken rond de dorpskerken, eerst nog met de paarden zwem mend voor de wagens, later met bootjes en vlotten, laverend tus sen de mijnenvelden. Wie in plaatsen als Domburg terecht komt, opeengepakt bij familie-, vrienden of onbekenden, moet in de weken daarna opnieuw op de vlucht, doden en gewonden in de vuurlinies achterlatend. In Biggekerke drong het zeewater tot aan het Kerkplein binnen, de kraters van de bominslagen aan het oog onttrekkend. Piet Lam pert, nu 82 jaar oud, behoorde als twaalfjarig jongetje tot de gelukki gen die het minst onder de ellen de leden. Al moest ook hij met fa milie en vee tot drie keer toe op de vlucht. Eerst op 2 oktober, toen pamfletten neerdaalden die de bevolking waarschuwden voor zware bombardementen op de kust en de Duitse stellingen. „We woonden op een boerderij buiten Biggekerke, aan de Zandweg bij Groot-Valkenisse, vlak achter de duinen. Twee weken eerder, toen Biggekerke bij vergissing werd ge bombardeerd, zaten we daar met tien mensen in de kelder: „Met m'n opa, oma, moeder en jongere broer, met de meid, de knecht en twee buurmeisjes. Het was alsof de wereld verging. De een huilde, de andere bad en weer een ander gilde. Dat we gespaard bleven, was een wonder. Op enkele tien tallen meters rond ons huis ble ken dertien bommen ontploft. Als mollen kropen we uit de kel der. Alle dakpannen eraf, geen raam meer heel, en de hele boer derij onder het slik. Onze twee varkens lagen dood in het veld, be zweken door de luchtdruk." Op die zonnige zondagavond von den hele families, schuilend in hun kelders, in één klap de dood. „Eén van onze werknemers ver loor zijn vrouw en drie kinderen. Niet lang daarna overleed hij van kommer en kwel." 51 mensen ver- 'loren het leven, onder wie ook zes Duitsers. „Omdat de geallieer den dachten dat er Duits geschut DE SLAG DE SCHELDE stond, terwijl dat al lang was ver vangen door een nepkanon: boomstammen met een camoufla- genet erover. Als jongens speel den we daar gewoon op." Zo'n hel wilden de Lamperts niet nog een keer meemaken. Dus toen op 2 oktober die waarschu wende pamfletten neerdwarrel den, vertrokken ze hals over kop naar Krommenhoek, even voorbij Biggekerke. Daar konden ze, met hun acht koeien, twee schapen, drie paarden en nogal wat jong vee terecht op de boerderij van oom en tante. Lampert herinnert zich niet iets te hebben gezien van het bombardement, een dag later, op de zeedijk van Westkapel le, waarbij dat hele dorp werd ver woest en 157 doden vielen. „Wel dat we elke morgen naar de water gang liepen om te kijken of het water al hoger kwam. Maar dat ge beurde pas na 7 oktober, toen we zagen dat ze bij Vlissingen de Nol- ledijk bombardeerden. Toen ging het ineens heel hard. voor je het wist, stond het vee al in het wa ter. We zijn toen terug gevlucht naar onze boerderij bij Valkenis se. Oom en tante gingen ook mee, ook met hun vee. We moesten een flinke omweg maken. Want op de weg naar Groot-Valkenisse - die heette toen nog de Zandweg - stond al zo veel water dat je de bomkraters niet meer kon zien. Baggerend door het ijskoude wa ter probeerden we de beesten bij elkaar te houden, 't Was zwaar. M'n neefje viel erbij flauw, hele maal onderkoeld." Op de eigen boerderij waren ze al evenmin veilig. „Het water bleef stijgen. Koeien melken ging niet 'meer. Als jongens moesten we proberen de emmers recht te hou den, anders dreven die weg. De melk gaven we terug aan de koeien. Waar moest je er anders mee heen? Bovendien, al het wa ter was zout." Al snel zochten ze hun toevlucht in een boswachters huisje, wat verderop tegen het duin. „Ook daar hadden we geluk. Bij de landing van de geallieer den, op 1 november, kon vanwege de mist niet worden gebombar deerd. De eerste Engelse comman do die bij ons binnen kwam, liet een stafkaart zien. Bleek ons bos wachtershuisje er op te staan. Als doelwit in vijandelijk gebied." Het dorp spat uiteen, en dan komt het water door Henk Postma Piet Lampert I Piet Lampert voor de boerderij die dertien bommen trotseerde. Daar werd bijna zeventig jaar terug onderstaande foto genomen, foto Ruben Oreel I Snel na de inundatie richtte de be volking steigers op, zoals bij de hoeve van de Lamperts te Valke nisse, zodat vanuit het kustgebied naar Biggekerke kan worden geva ren. Daar roeide en zeilde men op Middelburg, foto H. van Westen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 76