Luuc Smit is hulpverlener bij trauma's en verlies, docent aan
de University of Applied Sciences, radioprogrammamaker en
voorzanger van de Joodse gemeente in Zeeland. „De sjabbat
is mijn dag van bezinning. Ik ben dan in de sjoel en heb rust
en tijd voor contact met familie en vrienden."
6*
36 ZEELAND
LUUC SMIT, TRAUMAHULPVERLENER EN DOCENT
EP
U bekent dat u zonder de sjab
bat, de joodse rustdag waarop
u steevast de telefoonstekker er
uit trekt, overspannen zou zijn.
Legt u dat eens uit.
„Ik werk misschien wel 60
uur per week als docent en
hulpverlener. Op de sjabbat kom ik echt bij.
Dan doe ik dingen waar het echt om gaat in
het leven. Bijvoorbeeld samen lekker eten en
goede gesprekken voeren. Het is een dag die
mensen verbindt. Ik denk dat meer mensen
behoefte hebben aan zo'n rustpunt in de
week. We leven in een opgefokte 24-uurs-eco-
nomie. Ik vraag me af of dat wel gezond is
voor ons mensen. Een mens kan het alleen
nog bijbenen als hij af en toe echt rust neemt.
Dat is althans mijn ervaring. Ik kan niet voor
anderen spreken, ik ben geen prediker."
Nee, maar u bent wel voorzanger in de synagoge.
„Ha ja, dat is waar. Ik heb gemerkt dat ik de ge
beden beter onthoud als ik ze zing. Voorzan
gers zijn bovendien niet dik gezaaid, dus men
is er blij mee in de joodse gemeenschap."
U bent open over uw joodse wortels, maar door
het conflict tussen Israël en de Palestijnen is de
haat tegen alles wat joods is opgelaaid. Er worden
aanslagen gepleegd op joden. Op straat worden ze
uitgescholden, soms bedreigd. Bent u niet bang
dat u het mikpunt wordt van haat
„Veel mensen weten inderdaad dat ik een
joodse man ben. We hoeven het niet met el
kaar eens te zijn, zolang we maar de dialoog
aangaan. De islam is een vreedzame gods
dienst die niet ver van het jodendom afstaat.
Helaas zijn er groepen die alleen het slechte
willen. Het opkomende moslimextremisme
en de tientallen moslims die naar Syrië gaan
om er deel te nemen aan de jihad, vind ik een
zorgelijke ontwikkeling. De vraag is echter of
je het er voortdurend over moet hebben. Je
wordt murw geslagen met dagelijks nieuws
over jihadisten. Het klinkt mogelijk vreemd,
maar zelfs aan al die onthoofdingen, wen je
op den duur. Ik wil er niet steeds naar kijken.
Te veel slechtheid vergiftigt ons."
Merkt u toegenomen spanning in uw directe omge
ving?-
„Nee. Ik denk dat dat in Zeeland niet zo heel
erg speelt. Laat ik duidelijk maken dat er veel
joden en moslims zijn die elkaar ontmoeten
en met elkaar.in gesprek gaan. Ik heb bijvoor
beeld een aantal Marokkaanse vrienden."
Bent u wel eens bedreigd?
„Ja, toen ik nog in mijn oude woning woonde,
's Nachts hoorden we schoten, althans we
dachten dat het schoten waren. Je komt met je
slaperige hoofd uit bed en belt 112. Achteraf
bleek het een kwajongen te zijn die met een
katapult op ons huis schoot. Een gast van er
gens begin twintig. Het was niettemin een
schokkende ervaring. Temeer omdat je het im
pulsief toch linkt aan je joods zijn."
Ik heb begrepen dat u als jonge knaap uw joodse
komaf liever verborg. Waarom?
„Misschien door al die vervelende dingen die
mijn moeder heeft gemaakt. Ik had angst om
jood te zijn. Zo ben ik opgevoed. Als het anti
semitisme oplaait, kunnen ze je zo vinden.
Mijn vrouw Ida, die niet joods is, spoorde me
aan juist trots op te zijn op mijn joodse wor
tels. Na mijn opleiding bij Veldman, een scho
lingsinstituut voor klassieke haptonomie, kon
ik mijn keppeltje zonder vrees opzetten. De
angst was verdwenen. Ik ben daarna ook He
breeuws gaan leren."
Wat doet een haptonoom precies?
„Ik ben geen haptonoom. Ik werk met hapto
nomie in mijn werk. Het is de leer van het ge
voelsleven. Het helpt de balans tussen voelen,
denken en doen te herstellen. Dat gebeurt
door direct contact. Mensen met een traumati
sche ervaring hebben er dikwijls baat bij. Na
de Sociale Academie heb ik de haptonomie
ontdekt. En die past mij als een jas."
Wie doen een beroep op u?
„Mensen met lichte tot zware problemen zo
als depressiviteit, burn-out, relaties die niet
lekker lopen, een winkelier die is overvallen
of mensen die seksueel zijn misbruikt. Ook
vluchtelingen die langdurig gemarteld zijn.
Zij kampen vaak met complexe posttraumati
sche stressstoornissen. We verwijzen die
groep dikwijls door naar het Centrum '45 in
Diemen. Daar werken goede specialisten en
ze beschikken tevens over tolken."
U was onder meer directeur bij Bureau Slachtoffer
hulp Zeeland en manager Jeugdreclassering en ge
dragsdeskundigen bij Bureau Jeugdzorg Zeeland.
U bent nog steeds Hulpverlener Trauma en Verlies
bij het Zeeuws Kollektief voor Haptonomie. Waar
om kiest iemand ervoor om traumahulpverlener
te worden? Heeft dat met uw joodse achtergrond
te maken?
„Trauma's, waarom ben ik daar mee bezig?
Misschien door de ervaringen van mijn moe
der, die tijdens de Tweede Wereldoorlog on
der moest duiken. Ze heeft in Groenekan geze
ten, bij de familie Hofland. Die ving haar heel
goed op. Ik ben ook vernoemd naar de man
die haar een schuilplaats bood. Die noemde ik
altijd ome Luuc. Een bijzondere man - hij
werkte bij de spoorwegen - die met gevaar
voor^igen leven haar onderdak gaf. Later
moest ze er weg omdat het niet meer veilig
was. Van lieverlee kwam ze terecht bij men
sen die eisten dat ze christelijk werd, anders
mocht ze er niet onderduiken. Ze werd ook
als huishoudsloofje gebruikt. Ook moest ze
een keer uit een brandende kerk vluchten.
Een zware tijd voor mijn moeder. Ze was toen
twaalf, dertien jaar en wist niet waar haar va
der en haar zus waren... Gelukkig is ze nooit
opgepakt. Het gezin overleefde de oorlog. Ove-
Ik wil niet
steeds naar
beelden van
onthoof
dingen
kijken.
Te veel
slechtheid
vergiftigt
ons
rigens was mijn vader niet joods. Dat was een
goede gereformeerde jongen uit Lekkerland.
Wel is de rest van mijn grote joodse familie
omgebracht in concentratiekampen."
Sprak ze hierover?
„Nee, dat lag gevoelig, maar toen ze last kreeg
van al die dramatische gebeurtenissen, liet ze
wel het een en ander los. Ik was vier jaar toen
ik samen met haar naar de slager ging. Toen
zei ze: 'Kijk je goed om je heen Luuc, want
het kan morgen weer gebeuren'. Angst!"
U wordt vaak gevraagd om hulp te verlenen of ad
vies te geven bij ingrijpende gebeurtenissen. Niet
alleen in Zeeland, maar in het hele land. In welke
gevallen vooral?
„Vaak gaat het om seksueel misbruik en ern
stig geweld. Dan voer ik gesprekken met
slachtoffers en soms ook met de daders. Ik be
geleid tevens medewerkers uit de Jeugdzorg
(landelijk) die zijn bedreigd en daarnaast zoge
heten bedrijvenopvangteams die eigen men
sen opvangen. Verder komt het nogal eens
voor dat een burgemeester me belt - hij heeft
mijn naam via via opgeduikeld - om advies in
te winnen. Dan kan ook gebeuren bij grotere
rampen. Verder kan ik daar niet over spreken.
Het gaat om heikele kwesties."
Hoe definieert u een trauma?
„Dat is een schokkende gebeurtenis die een
mens nog moet verwerken. Ik signaleer dat
het woord trauma te snel in de mond wordt
genomen. Als het Nederlands elftal een penal
ty mist, zouden we collectief een trauma heb
ben. Daarom is het van belang dat bestuur
ders en hulpverleners goed afwegen wanneer
ze het woord een trauma in de mond nemen.
Dat gebeurde ook bij de kettingsbotsingen op
de A58. Je kunt dat eigenlijk pas na een maand
of twee bepalen. Een echt trauma is namelijk
een posttraumatisch stresssyndroom."
In hoeverre kunnen mensen zichzelf helen na een
mentale inslag?
„We weten inmiddels dat 85 procent een hele,
heftige gebeurtenis op een normale manier
kan verwerken. Natuurlijk hebben mensen
klachten, zoals concentratieproblemen, ver
moeidheid, schrik, een kort lontje, slecht sla
pen en hoofdpijn. Als ze een sirene horen, zit
ten ze direct weer in die overlevingsmodus.
Dat zijn normale reacties op een abnormale
gebeurtenis. Daarvoor hoefje niet meteen in
therapie of naar een psycholoog. Warmte en
aandacht en een beetje begrip van je omge
ving is daarbij belangrijk. Ga er langs, breng
eens een pannetje soep. Het normale warme
contact met mensen heelt."
En als de klachten dan niet zijn verdwenen?
„De meeste mensen lossen alles zelf op. Zo
zullen de meesten die vorige week betrokken
waren bij de kettingbotsingen op de A58 er
zonder gespecialiseerde hulp bovenop komen.
Wie het uiteindelijk niet trekt, doet er verstan-
'De dood is uit onze
huiskamers verdwenen'
door Frank Balkenende
Luuc Smit (54)
uit Middelburg
is al 35 jaar
(trauma)hulp-
verlener. Hij is
getrouwd met
Ida.
Smit helpt on
der andere
slachtoffers van
oorlogsgruwe
len, seksueel
misbruik en ge
weldsdelicten.
Hij schreef re
cent het boek
Trauma en Veer
kracht.
Smit is tevens
docent Social
Work aan de
University of
Applied Scien
ces. Daarnaast
maakt hij radio
programma's,
maar die bezig
heid staat op
een laag pitje.
Verder is hij
voorzanger in
de synagoge
van de joodse
gemeenschap
in Zeeland.