I I 1 j? 4 BUITEN Wie gaat er mee? De kust van Noord-Beveland is altijd de moeite waard. En dat geldt zeker ook in de nazomer. Op de dijk is het nog druk met fietsers en wandelaars als we op een stille septemberochtend op bezoek gaan in mijn favoriete hoekje achter de inlaag Kei hoogte. Daar, in de luwte van de Westnol ligt een ministrandje, waar veel bijzondere planten groeien door Chiel Jacobusse Wat is er leuker dan om al die bij zondere natuurervaringen te delen? We gaan daar een maandelijkse tra ditie van maken. Elke maand mogen 5 lezers mee op natuurexcursie en in de loop van een jaar maken we een toer kriskras door Zeeland. Volgende maand paddenstoelen zoeken in de Clingse bossen. We starten op woens dag 15 oktober om 13.30 uur op de parkeerplaats aan de Woestijnstraat in Clinge. Wie mee wil wandelen kan zich aanmelden: c.jacobusse@hetzeeuwselandschap.nl lanten als de kustmelde, de gelob de melde en de zeekool zijn verre van alledaagse soorten die hier al tijd in flinke aantallen te vinden zijn. Samen met wat meer voorko mende soorten als zeeraket, spies- melde, loogkruid en zeealsem. De rijke flora, is trouwens niet beperkt tot het strandje. De dijk is over honderden meters be groeid met onder meer zeevenkel en gele hoornpapaver. Dat zijn planten waar iedere bo tanicus tot voor kort uit zijn dak ging, maar door de klimaatverandering worden deze prachtig bloeiende planten in snel tempo alge mener. Toch is een groeiplaats als deze nog wel heel uitzonderlijk in Nederland. Maar kom, we blijven niet steken bij de plant jes. Het is laag water en tussen het aangespoel de wier zijn steenlopertjes druk doende om te zoeken naar van alles wat van hun gading is. Ze tillen het wier met plukken tegelijk op en V v duwen het weg om zich daarna gretig tegoed te doen aan uiteenlopende dieren als strand vlooien, vlokreeftjes, nonnetjes en wat er ver der te vinden is. We volgen het voorbeeld van de steenlopertjes en gaan ook op zoek boven de vloedlijn. Op de steenblokken van het dijk- talud liggen vele honderden ruwe alikruiken op hopen bij elkaar. Alsof ze er gestrooid zijn lijkt het wel. Zoals op zoveel plaatsen in de Oosterschelde zitten de Japanse oester in massa op de stort- steen langs de oever. Overal zie je zwarte plek ken waar de oesters door een zilvermeeuw of een scholekster zijn losgepeuterd. Veel werk voor zo'n vogel, maar het levert wel een flinke eiwitrijke maaltijd op. In dat opzicht is de Oos terschelde een vrijwel onuitputtelijke voedsel bron. De meeuwen die een oester in de schelp bemachtigd hebben vliegen ermee omhoog en laten hun prooi vanaf een flinke hoogte op de stenen vallen. Hün manier om de oester schelp open te krijgen. De scholekster pakt het anders aan. Die maakt gebruik van het ge tij en vangt de oesters vaak op het moment dat ze met opkomend water hun schelp ope nen. De kleinste beestjes zie je over het hoofd als je er niet speciaal op let. Plaatselijk is het zand sterk omgewoeld en als je door de knieën gaat lijkt het alsof er op het zand allemaal heel klei ne molshoopjes liggen. Dat zijn de sporen van strandvlooien die zich ingegraven hebben. Met wat geduld kun je ze uit het zand vissen om ze onder een loupe wat beter te bekijken. Andere kleine beestjes die je snel over het hoofd ziet zijn de zeepokken. Ze zitten vast op de ondergrond. Dat kan een steen van de zeewering zijn, maar ook een oesterschelp of de voet van een houten perkoenpaaltje. Bij eb zijn de kalkstenen huisjes van de zeepokken potdicht, maar als het water opkomt gaat het huisje aan de bovenkant open en komt er een zwaaiend armpje naar buiten. Heel erg leuk om te zien! Een paar zeekraalplantjes staan met de voet in het water. Ze zijn bezig om te verkleuren van grasgroen naar dieprood en naast elkaar staan twee exemplaren die dat prachtig laten zien. En nu we er bij neer hurken om een foto te maken vallen de vele tientallen wadslakjes op die de zeekraalplanten aan alle kanten over dekken. Alweer een prooi voor allerlei vogels. Om er een mooie foto van te maken moet ik plat op de buik in het zand. Een passant vraagt of het wel goed gaat. Ik laat hem meekij ken naar die kleine wondere wereld voor mijn lens en hij is verbaasd wat er allemaal te zien is. WATERDUNEN SF Langs de vloedlijn bij Keihoogte snra&! k Bloeiende zeevenkel William en Christianne Anthuenis komen al decennia naar de West- Zeeuws-Vlaamse kust. Of Waterdu- nen het gebied nog mooier maakt, wachten ze in spanning af. „De par keerplaats is in elk geval perfect." foto Mark Neelemans

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 44