Grootvader
Herman Kaiser
door Rob Berends
Toen Herman Kaiser vorig jaar burgemeester van
Arnhem werd, wist hij niet hoe belangrijk de oor
logsgeschiedenis van de Gelderse hoofdstad voor
zijn familie was. Nu zegt hij: „Mijn familie heeft al
les te danken aan de moed van de mensen uit Arn
hem."
Iedere zondagochtend, sinds veertig jaar, belt
Herman Kaiser (60) zijn moeder. Ze bespre
ken de dingen van de dag en de week. Ook
op de ochtend van 22 september, bijna een
jaar geleden, belt Kaiser. Hij vertelt dat hij
zich gereedmaakt voor de Airborne herden
king in Oosterbeek en spreekt over de bijeen
komsten in Arnhem die hij al achter de rug heeft.
„Toen zei mijn moeder: 'Dat verhaal komt heel dicht
bij, want mijn vader is aan het eind van de oorlog,
toen Arnhem een frontstad was, in Arnhem ge
weest. Hij is door de Engelsen gevangen genomen'.
„Als kind had ik wel eens gemerkt dat mijn opa en
oma kennissen uit Arnhem hadden die af en toe op
bezoek kwamen. Opmerkelijk vond ik dat, we had
den amper familie of kennissen boven de grote rivie
ren. Hoe het allemaal zat, wist ik niet. Ook bij ons
werd over de oorlog alleen terzijde gesproken. Als
kind hoorde je niet het echte verhaal."
Grootvader Lambert Werres was een Duitse bakker,
die opgroeide nabij Düren, zo'n 40 kilometer van de
Nederlandse grens. Hij overleefde de loopgraven van
de Eerste Wereldoorlog en besloot zijn toekomst te
zoeken in Nederland. In Duitsland was in de jaren
twintig geen droog brood te verdienen; Werres hoop
te dat het hem in Nederland beter zou vergaan.
Dat lukte. Hij bouwde in het Limburgse dorp Spek-
holzerheide, onder de rook van Kerkrade, een be
staan op als bakker en stichtte een gezin. Het ging
hem goed en in 1936 liet hij een grote, nieuwe bakke
rij bouwen. Hij voelde zich steeds meer Nederlan
der, zo circuleert het verhaal dat hij bij de geboorte
van Beatrix in 1938 een grote suikerooievaar maakte.
Twee jaar later werd alles anders. De Tweede Wereld
oorlog brak uit en Duitsland viel Nederland binnen.
Werres had verzuimd zich tot Nederlander te laten
naturaliseren en was dus nog altijd Duitser. De druk
van de bezetters op hem nam toe: waarom werd hij
geen lid van de NSDAP? Werres weigerde, hij was
een diepgelovig katholiek en wilde niets van de na
zi's weten. Kaiser: „Mijn opa was een zeer trouw ka
tholiek. In de Eerste Wereldoorlog is een granaat
scherf afgeketst op een Maria-medaillon dat hij om
zijn nek had zitten. Hij heeft toen beloofd dat als hij
ooit een groot huis met een tuin zou hebben, hij een
Mariagrot zou bouwen. Dat heeft hij gedaan. De grot
heeft bestaan tot de tuin in de jaren zestig werd ont
eigend voor nieuwbouw. Dat gaf aan hoe hij in het
leven stond: diepgelovig en wars van alles wat met
nazi's te maken had."
In 1944 voerden de Duitsers hem mee naar Arnhem
om brood te bakken voor de troepen die in en rond
de Gelderse hoofdstad gelegerd waren. Wanneer en
hoe lang hij precies in Arnhem was, heeft de familie
niet kunnen achterhalen. Evenmin is bekend of hij
er was ten tijde van de Slag om Arnhem in septem
ber 1944- Kaiser: „Wel was hij er in de winter van
1944. En hij was er ook nog in het voorjaar van 1945,
toen de Engelsen oprukten. In april sloegen de Duit
sers op de vlucht. Hij moest mee. Hij heeft dat gewei
gerd en heeft gezegd: 'Mijn gezin is Nederlands, wij
zijn Nederlands, ik heb alleen de verkeerde nationali
teit. Ik blijf hier, wat de consequenties ook zijn. Hij
wist dat hij in handen van de Engelsen zou vallen.
En inderdaad is hij krijgsgevangen gemaakt."
In de periode na de Tweede Wereldoorlog heerste
een onverzoenlijke stemming tegen Duitsers, ook te
gen de Rijksduitsers, de Duitsers die zich vaak al in
de jaren twintig als immigrant in Nederland hadden
gevestigd. Operatie Black Tulip werd in werking ge
zet, een programma om alle 25.000 Rijksduitsers te
rug te sturen naar Duitsland. Er werden rechtban
ken ingesteld, die oordeelden over de handelwijze
van gevangenen. Ook Kaisers grootvader werd de
toegang tot Nederland ontzegd. Het leek erop dat hij
zijn bezittingen in ons land, inclusief zijn nieuwe
grote bakkerij, voorgoed kwijt zou raken. Werres
zocht onderdak bij familie in het Duitse Niederzier.
Zijn vrouw en kinderen, die wel de Nederlandse na
tionaliteit hadden, bleven in Limburg. Maar zonder
bakkerij hadden ze geen middelen van bestaan. Per
brief onderhielden ze provisorisch contact. ïn 1948
nog schreef Werres vanuit Niederzier: 'Hopelijk zal
ik snel naar jullie toe mogen komen en jullie allen in
goede gezondheid aantreffen. Na de gevangenschap
vind ik dit alles nog heel raar'.
De redding kwam uit Arnhem. Bij de autoriteiten
meldden zich enkele gezinnen die het voor de Rijks
duitser opnamen. Ze betoogden dat Werres de bevol
king juist had geprobeerd te helpen. Zo zou hij ge
weigerd hebben staven dynamiet tot ontploffing te
brengen, die wegvluchtende Duitse troepen hadden
aangebracht. De pleidooien ten gunste van Werres
hadden effect. Hij kreeg zijn bakkerij terug.
Arnhem, zegt Kaiser, werd een magische term bij de
oudere generatie in zijn familie. „Door de getuigenis
sen uit Arnhem kreeg mijn opa de bakkerij terug en
kon de familie een nieuwe toekomst opbouwen. Het
was een bevrijding uit de zeer nijpende situatie
waarin zij terecht was gekomen. Mijn familie heeft
alles te danken aan de moed van Arnhemmers die
voor mijn opa getuigden."
Zeventig jaar later werd de kleinzoon burgemeester
van Arnhem. Kaiser: „Nadat ik het verhaal gehoord
had, heb ik een uur lang stil op de bank gezeten. Ik
dacht: de cirkel is rond." Dat uitgerekend deze groot
vader zo aan Arnhem verbonden was, raakt Kaiser
des te meer. In 1999 schreef Kaiser in een essay voor
de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling over
zijn ultieme thuisgevoel: de bakkerij van zijn opa.
Een citaat: 'Ik was er trots op dat mijn grootvader
zorgde voor de energie van mijnwerkers, huisvrou
wen, kinderen op school, kortom: voor heel het
dorp. Op woensdagmiddag brachten slagers hun pas
teien, die afgebakken moesten worden, naar de bak
kerij. Dat versterkte voor mij het beeld hoe centraal
die oven in onze gemeenschap was. In het koudere
seizoen bracht de oven mensen bij elkaar. Familiele
den, medewerkers, broodventers, vertegenwoordi
gers, iedereen wilde graag even de gloed van de
oven voelen. Soms klopten agenten van de gemeente
politie in de late nacht of vroege ochtend aan om
even warm te mogen worden bij de oven.'
Opa Lambert was Kaisers rolmodel, ook in katholiek
opzicht. „Mijn opa was geen katholiek van grote
woorden. Het kwam van binnenuit, het was een
zeer toegewijde trouw. Een voorbeeld: de drukste
dag voor een bakker is vrijdag en het drukste sei
zoen is Pasen en Kerstmis. Hij kon het zich niet ver
oorloven om op Goede Vrijdag om drie uur 's mid
dags in de kerk te zitten. Maar wat deed hij? Om drie
uur liet hij alle machines uitzetten en ging iedereen
vijf minuten op de knieën. Dat maakte op mij als
kind een ongelooflijke indruk. Hij deed het niet met
woorden, maar met gebaren en symboliek. Dat heeft
grote invloed gehad op mijn trouw aan de kerk. Ik
ben mede gevormd door mijn geloof en dat is meebe-
paald door mijn opa. Hij heeft het voorgeleefd."