Zondagskind Inge Sedee-Lodenstijn door Tom Tacken Op de dag dat parachutisten operatie Market Garden op Veghel lieten neerda len, kwam Inge Lodenstijn ter wereld. Net als de bevrijding was de bevalling een hachelijke zaak... Ergens heeft Inge Sedee- Lodenstijn (69) nog een wa zig, zwart-wit fotootje lig gen. Het kiekje is bijna ze ventig jaar oud: „Ik lig in de wieg met bloemetjes om me heen. Oranje, maar dat zie je natuurlijk niet." Als een kind van de bevrijding is Inge Lo denstijn op 17 september 1944 ter wereld gekomen. Dat is een bijzonder gevoel: „Hoe zal ik het zeggen? Ik heb me er al tijd zeer vereerd door gevoeld." Het dorp waar ze geboren werd, Veghel, was uitgerekend die dag het brandpunt van Operatie Market Garden. Heftig wa ren de barensweeën van de vrijheid. Er belandden niet alleen bloemetjes in de wieg van Inge Lodenstijn: „Op een dag werd ik eruit gehaald voor de fles. Toen ze me even later terug wilden leggen, lag er een granaatscherf op het kussensloop je. Die was door het raam van het zieken huis naar binnen gevlogen, recht in mijn wiegje." Haar vader sprak liever over het eind van de oorlog dan over het begin. Het einde bracht de vrijheid en het leven, het be gin herbergde geweld en de dood. Inge Lodenstijn: „In mei 1940 was mijn vader militair in Rotterdam. Bij het verdedigen van de stad reed hij op zijn motor over een brug. De. Duitsers namen hem en de kapitein die achterop zat onder vuur. De kapitein was dood. Veel meer dan dat heeft hij er mij niet over willen vertel len. Het moet een verschrikkelijke erva ring voor hem zijn geweest." Maar over de belevenissen van haar ge boortedag mocht vader graag in geuren en kleuren vertellen. Het is dan ook, on danks de bange momenten, een mooi verhaal dat zich ontvouwt tussen avond klok en nooddoop. Veghel is in 1944 nog een boerendorp in Brabant, met kinderen op klompen. Bij Slippens - nu Sligro Food - ging je nog gewoon een kannetje melk halen. Voor kruidenierswaren moest je bij Kareltje van Eerd zijn, wiens kleinzoon het Jumboconcern uitbouwde. De familie Lodenstijn viel wel enigszins uit de toon: „Mijn vader werkte bij de voedselvoorziening. Hij kwam uit Nijme gen, waar zijn vader nog een van de op richters van voetbalclub NEC is geweest. Mijn moeder droeg een bontjas. Je had zo'n liedje: 'Weet je wat de mode is? Na gellak en lippenstift'. Dat zongen de kin deren haar wel eens spottend na." Haar ouders trouwden halverwege de oorlog en mochten zich al snel verheu gen op gezinsuitbreiding. „Hoogzwanger fietste mijn moeder twee weken lang ie dere dag naar het ziekenhuis om daar de nacht door te brengen. Want als ze 's avonds of's nachts thuis weeën zou krij gen, kon er geen dokter of wie dan ook bij haar komen. Wie tijdens de avond klok de straat op ging, liep immers het ri sico door de Duitsers neergeschoten te worden." De weeën kwamen op een zondagoch tend, uitgerekend op de dag dat Operatie Market Garden begin. De Veghelnaren stonden juichend op de daken. Het leek voorgoed te zijn gedaan met de Duitsers. De vrijheid daalde neer met Amerikaan se paratroopers vanuit laag over het land scherende vliegtuigen. Maar de vreugde was voorbarig. De Duitsers gaven zich nog niet gewonnen. „Mijn vader had die dag heel wat meer aan zijn hoofd dan de bevrijding alleen. Hij moest de huisarts, dokter Kerssema- kers, voor de bevalling naar het zieken huis zien te krijgen. Vader was halverwe ge de tuin van het ziekenhuis, toen hij wat hoorde. Als dat maar geen Duitsers waren. Snel dook hij een schuttersputje in. Een uur lang durfde hij zijn hoofd niet boven het maaiveld uit te steken. Als ze hem onder vuur namen, kon hij een kogel door zijn hoofd krijgen en zou het ook met zijn vrouw fout af gaan lo pen. Uiteindelijk verzamelde mijn vader al zijn moed. Bleek dat de tuinman van het ziekenhuis aan het rondscharrelen was." De dokter heeft zich van zijn taak gekwe ten. Net als de bevrijding was de beval ling een hachelijke zaak. „Mijn moeder had vooraf bloedingen en ze had een zwak gestel. Dat kwam door de Eerste Wereldoorlog, die ze als kind van Neder landse ouders in Duitsland had doorge bracht. Daar was in die tijd aan van alles gebrek. Ze heeft er de Engelse ziekte aan overgehouden. In het ziekenhuis liep ze ook nog dysenterie op." Zondagavond rond zes uur kwam Augus tine Maria Zdenka Liberata Lodenstijn dan toch blakend ter wereld. Het was de pastor van het ziekenhuis die erop stond dat Liberata de serie doopnamen afsloot. Een hele mondvol: „Ik ben als leerling verpleegster op de fiets nog wel eens aan gehouden door een agent omdat ik geen licht had. Toen hij naar mijn volledige naam informeerde, liet hij me maar snel weer gaan. Veel te ingewikkeld." De doop had nog heel wat voeten in de aarde. „Er waren die week meer kinde ren geboren in het ziekenhuis. Toen de oorlog aan bleef houden en we het zie kenhuis niet uit konden, werd tot een nooddoop besloten. Stel je immers voor dat een van de kinderen ongewijd om het leven zou komen..." Voor de nooddoop werden vijf baby'tjes op een wel heel speciale manier naar de kapel van het ziekenhuis vervoerd. Lo denstijn: „Er werd een laken over een lad der gespannen. Thssen twee sporten in kwam steeds een kindje te liggen. Mijn vader en een van de zusters uit het zie kenhuis zijn zo met ons naar de kapel ge lopen." Ze woont nu in Den Bosch. Veghel, het dorp van haar jeugd, is ze altijd als een warme herinnering blijven koesteren. „Een ideaalbeeld, eigenlijk. Nog altijd vind ik het jammer dat ik die mooie her inneringen niet kan delen met een broer of een zus. Maar een tweede kind ter we reld brengen, zou te riskant voor mijn moeder zijn geweest." Inge heet ze pas vanaf haar negende. „Dat jaar zijn we van Veghel naar Vught verhuisd en heb ik besloten om mezelf niet langer Ineke te noemen, maar Inge. Die naam hadden mijn ouders me al wil len geven, maar Inge klonk in die eerste jaren van na de oorlog nog te Duits. Maar roep je Ineke, dan kijk ik nog altijd om." Ze heeft zich - letterlijk en figuurlijk - een zondagskind gevoeld, tot haar man vorig jaar overleed. „Hij was zeven jaar ouder en kon zich nog goed herinneren hoe hij als jongetje in Den Bosch de vliegtuigen van Market Garden over had zien komen. Nota bene in het zieken huis van Veghel hebben ze hem nog geo pereerd. Nou, dacht ik, daar ben je dan weer op de plek waar je leven ooit is be gonnen." Kleine foto: Baby- en jeugdfoto's van Inge Lodenstijn.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 91