In het project Venster op de Wereld belichten on derzoekers een vierkante kilometer bij Dreischor van alle kanten. De krant tekent in een serie verhalen uit het gebied op. Vandaag aflevering 9: kunstenaarsdorp. 6 SPECTRUM Graf van David van de Kop DE VIERKANTE KILOMETER VAN DREISCHOR DREISCHOR Antje de Waaij-Blom j door Rolf Bosboom zerken op de be graafplaats van Dreischor vor men een zee aan grijstinten. In de zuidoostelijke hoek stijgt één grafsteen daar onbeschroomd boven uit Het is het kleurrijke beeld van Da vid van de Kop op diens eigen graf. De stijl en taal zijn onmiskenbaar de zijne: de sprekende vormen, het harde blauw, het strakke wit, de verrijzende gele cirkel als de zon die een nieuwe dageraad lijkt te markeren. 1994, luidt het voltooiende jaartal. Morgen is het precies twintig jaar gele den dat Van de Kop (of Vandekop, zo als hij zich vaak noemde) overleed. Volkomen onverwacht, tijdens het paardrijden. Slechts 56 jaar oud. Daar mee kwam een voortijdig einde aan het leven van een befaamd beeldhou wer, wiens werken op tientallen loca ties verspreid over het land staan en die er mede voor heeft gezorgd dat Dreischor naam heeft opgebouwd als kunstenaarsdorp. Want Van de Kop was zeker niet de enige vooraanstaande kunstenaar in het bescheiden ringdorp. In de jaren zeventig en tachtig was het opvallend in trek bij de artistieke voorhoede van buiten de provincie. In 1973 streek Theo Voorzaat er al neer om zich - met succes - volledig aan de fijnschil derkunst te wijden. Van de Kop, die met zijn vrouw Ellen al jaren een tweede huisje in Dreischor had, ves tigde zich in 1981 definitief aan de Welleweg. In zijn kielzog volgden en- stendige creativiteit. Zijn werk is min der geïnspireerd door Zeeland dan dat van Van de Kop en Romijn. „De omge ving zal er allicht invloed op hebben gehad, maar ik zou zelf niet kunnen zeggen welke. Ik voel me ook geen Zeeuwse kunstenaar. 'Kunstenaar' is voldoende." Beelden van Van de Kop, Romijn en Berkulin, met deels Dreischor als ba kermat, staan overal in het land, veel al op beeldbepalende plekken. Ook in Zeeland. Van de Kop is onder meer de maker van het inundatiemonument bij Veere, de naam van Romijn zal vooral verbonden blijven met het wa tersnoodmonument bij Ouwerkerk en Berkulin is onder meer de maker van het beeld nabij de entree van het ziekenhuis in Goes (zoals Van de Kop het werk maakte voor de ingang van het Vlissingse hospitaal). Opmerkelijk genoeg staat er geen en kel beeld van De Grote Drie in Drei schor. Van Van de Kop en Berkulin is zelfs op heel Schouwen-Duiveland niets te vinden. „Er is niet echt een kunstklimaat", verklaart Kleijwegt. „Toen we hier kwamen wonen, wer den we echt als buitenaardse wezens bekeken. Gust vond het wel prettig kele jaren later ook zijn geestverwan ten Gust Romijn en Arie Berkulin, waarmee Dreischor ineens drie voor aanstaande beeldhouwers in zijn mid den had. Voor David van de Kop was de verhui zing naar Zeeland vooral ook een artis tieke overweging. „In de stad werken kan ik niet", zei hij in 1988 in een in terview met de PZC. „Ik moet ruimte om me heen hebben. Met name het licht is hier bijzonder. Ik kan het niet precies uitleggen, maar het licht is hier anders dan elders." Zijn werk ademt voortdurend Zeeland, hoe ei genzinnig hij zijn impressies van het landschap ook vorm gaf. Gust Romijn (1922-2010), die zich ook zeer aangetrokken voelde tot Zeeland ('dit is het soort landschap waar ik me goed voel'), verruilde begin 1983 sa men met partner Marianne Kleijwegt Rotterdam voor een voormalige vlas boerderij in de Slotstraat in Drei schor, die hij voortvarend omvormde tot artistiek bolwerk. „Gust vond het wonen hier fantastisch. Hij was ver slaafd aan Zeeland. En dan vooral aan dit eiland", zegt Kleijwegt, die zijn werk zorgvuldig heeft gedocumen teerd en zich sterk maakt voor het be houd van zijn artistieke nalatenschap. Romijns werkruimte heeft ze groten deels intact gelaten. „Het blijft Gusts atelier." Arie Berkulin, afkomstig uit Brabant, volgde halverwege de jaren tachtig het voorbeeld van Van de Kop en Ro mijn. „Ik kwam uit Luyksgestel en wil de dicht bij Rotterdam wonen, waar ik les gaf op de academie. Maar ik zocht wel iets op het platteland, want ik ben geen stadsmens." Hij vond, via Romijn, een luisterrijk pand aan de Ring met erachter een grote voormalige timmerwerkplaats. Die doet sindsdien dienst als atelier, als broedplaats en pakhuis van zijn be- Het hier licht is anders

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 58