PZC vitaal Vrouwen tussen de 50 en 75 jaar krijgen eens in de 2 jaar een oproep voor een mammografie. In de toekomst gaat dat gebeuren op basis van risico-inschatting. Om te kijken welke factoren van belang zijn, start binnenkort een onderzoek. De vriendinnen Saskia En gels en Valerie Brusse zijn allebei 55. Zowel bij de een als bij de ander valt om de twee jaar een uitnodiging voor het bevolkingsonder zoek naar borstkanker in de bus. Trouw laten ze dan een mammografie maken. Geen pretje - je borst geplet in een röntgenapparaat - maar sinds bij een geza menlijke vriendin 'een knobbeltje' werd ontdekt, zien ze er nog meer het belang van in. Het is niet ondenkbaar dat Engels over pak weg tien, vijftien jaar een andere oproep krijgt dan Brusse. Dat heeft te maken met het streven naar meer maatwerk. „Het be volkingsonderzoek naar borstkanker draait in Nederland 25 jaar en voldoet aan de ver wachtingen", vertelt Mireille Broeders, epi demioloog bij het Radboudumc en bij het Landelijk Referentie Centrum Bevolkings onderzoek. Die laatste is de organisatie die de kwaliteit van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker nauwkeurig in de gaten houdt. „De sterfte aan borstkanker onder vrouwen tussen de 50 en 75 jaar, de groep bij wie het bevolkingsonderzoek plaats vindt, is in die 25 jaar gedaald van 94 naar 62 per 100.000 vrouwen. Ongeveer de helft van die daling, bijna achthonderd sterfge vallen per jaar, is te danken aan het bevol kingsonderzoek. De andere helft aan de ver beterde behandelmogelijkheden." Maar het kan nog beter, meent Broeders. „Aan het bevolkingsonderzoek meedoen, heeft ook nadelen. Die variëren van de tijd die het vrouwen kost tot ongerustheid van wege een vals positieve uitslag. Dat wil zeg gen dat het op de borstfoto leek alsof er sprake was van borstkanker, maar dat dit bij nader onderzoek toch 'loos alarm' bleek. En er zijn ook vrouwen bij wie vol gens het onderzoek niets aan de hand is, maar die toch binnen twee jaar - dus voor dat ze opnieuw een uitnodiging krijgen - borstkanker ontwikkelen. Bij elk bevol kingsonderzoek is het zaak een optimale balans te vinden tussen de voor- en de na delen ervan. Hoe hoger iemands risico op het krijgen van de betreffende aandoening, des te beter wegen de voordelen op tegen de nadelen." Dan moet je wel weten hoe je dat risico kunt berekenen. Om hierachter te komen, start dit najaar het PRIS- MA-onderzoek. Broeders: „Tot nu toe gebruiken we in het bevolkingsonder zoek alleen de leeftijd van vrouwen als risicofactor. Maar er zijn meer facto ren die de kans op het krij gen van borstkanker beïn- Mireille Broeders vloeden. Zoals de dicht heid van het borstweef- sel, het aantal kinderen dat een vrouw heeft gebaard, of ze wel of geen borstvoe ding hebben gegeven, de lengte van de vruchtbare periode, overgewicht, alcoholge bruik, het bestaan van borstkanker in de fa milie en sommige variaties in het DNA. „Dat zijn allemaal gegevens die we nu niet kennen van de vrouwen die meedoen aan het bevolkingsonderzoek. In het PRISMA- onderzoek gaan we vrouwen die in de re gio Noord-Nederland met het bevolkings onderzoek meedoen, vragen of zij ook een vragenlijst willen invullen en wat bloed willen afstaan. Daarmee verzamelen we ge gevens over mogelijke risicofactoren voor het krijgen van borstkanker. We kijken wie van hen de ziekte ontwikkelt. „Vervolgens onderzoeken we of het moge lijk is aan de hand van de verzamelde gege vens te voorspellen wie veel en wie weinig kans heeft de ziekte te krijgen. Op die ma nier kunnen we vrouwen indelen in risico groepen. Voor elke risicogroep gaan we op zoek naar de optimale balans tussen voor- en nadelen van het bevolkingsonderzoek. „Hoe vaak kun je een vrouw met een be- paald risicopercentage het beste oproepen? Is het zinvol voor sommige risicogroepen al op jongere leeftijd te beginnen en/of op latere leeftijd te stoppen met het bevol kingsonderzoek? Is het voor sommige risi cogroepen beter gebruik te maken van een andere opsporingstechniek dan de röntgen foto? Het is uiteindelijk de bedoeling dat we vrouwen op basis van hun persoonlijke risicoprofiel een bepaalde vorm van bevol kingsonderzoek aanbieden. Bevolkingson derzoek op maat dus." Er wordt ook nog onderzocht of vrouwen hier eigenlijk wel behoefte aan hebben. „Is het uit te leggen dat een vrouw niet even vaak een uitnodiging krijgt of op een ande re manier wordt onderzocht dan haar buur vrouw of haar vriendin? Wij denken dat het leveren van maatwerk zal bijdragen aan een nog betere balans tussen voor- en nadelen voor iedere vrouw. En daardoor aan een nog grotere acceptatie van het be volkingsonderzoek naar borstkanker." RISICOFACTOREN VOOR BORSTKANKER Dinsdag 2 september 2014 Gezond Onderzoek op maat naar knobbeltje door Marten Dooper Voor het laatst bloeddonor PAGINA 16 EN 17 e Een mammografie is niet prettig, maar wel zinvol, foto Getty Images, foto onder: Paul van de Looi. reageren? gezondheid@depersdienst.nl Lange vruchtbare periode: vroege eerste menstruatie en/of late menopauze. Hormoongebruik (anticon ceptiepil, hormonen na de overgang). Nooit of pas op late leeftijd (35+) zwanger. Geen borstvoeding geven. Overgewicht. Weinig beweging. Alcoholgebruik: meer dan 3 glazen per dag. Roken. Dicht borstweefsel: relatief veel klier- en weinig vet- weefsel in de borst. Bij dicht borstweefsel is een tumor moeilijker te zien op de röntgenfoto. Bestaan van borstkanker in de familie. Eerdere goed- of kwaadaar dige borstaandoening.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 15