WAT ZOU ZEELAND ZIJN
ZONDER KLEDERDRACHT?
''-lJ
nHI
Kii
■HHHi
l^^_.JBKt-^
Een ondermuts van broderie, een tussenmuts, dan een boven-
muts van Mechelse kant. Doek, beuk, keuzen. En een mante-
line om de blote armen tegen de kou te beschermen. Zo zien
we onze Zeeuwsen alleen nog op braderieën en oogstfeesten.
Voor de mannen was er een boezeroen van kamgaren met in
het halsboord twee gouden halsknopen.
Stae m'n bovenmusse goed? Die vraag werd eeuwenlang elke
ochtend gesteld. Nu is het een succesboek over verdwijnende
drachten, dat aan de haal gaat met de PZC-publieksprijs. Net
zogoed is de Zeeuwse knop een wereldhit. Eerst als bakblik.
Inmiddels wordt de basisvorm van oude mutsspelden ook
gebruikt voor het maken van bonbons, zeepjes, kazen en
fietsbellen.
Wie zegt dat de Zeeuwse traditie ten onder gaat? Het Zeeuws
Museum laat jonge ontwerpers op de catwalk stoeien met
beuk en boezeroen. Klederdrachtverenigingen bloeien met de
trend mee. Goed Zeeuws laat zich zien, traditionals laten zich
niet wegstoppen op een stoffige zolderexpositie.
WAT ZOU ZEELAND ZIJN ZONDER DE PZC?
Immers: alleen behoud is stilstand. Voor de PZC is Zeeland
een regio vol tradities, waar de inwoners een open blik op
de wereld hebben. We onderscheiden ons, al is het nieuwste
Zeeuwskapje niet gemaakt voor de eeuwigheid.
l&rA
v i