Ronald Kremer werkte de afgelopen weken
als verpleegkundige in een ebolakliniek in
Sierra Leone. „Zorg is zorg, of je die nou in
Nederland verleent of in Sierra Leone."
10 VERDIEPING
EBOLA
la is niet kieskeurig: al meer dan twee
honderd hulpverleners vielen ten prooi
aan het virus en de helft overleefde het
niet. Veel hulpverleningsorganisaties mij
den de ebolagebieden. De enige concrete
hulp komt van Artsen zonder Grenzen,
waar Kremer sinds tien jaar voor werkt.
Tien jaar geleden besloot de geboren Hen-
geloër het roer om te gooien. Hij zegde
zijn baan als intensive care-verpleegkun-
dige op en ging de opleiding tropenver-
pleegkundige doen.
„Ik wilde iets anders, eerlijk gezegd had
ik toen nog geen idee dat het zo ingrij
pend zou worden. Maar ik heb er geen
spijt van. Zorg is zorg, of je die nou in Ne
derland verleent of in Sierra Leone. Ik
maakte me over de patiënten in de ebo-
lakliniek net zoveel zorgen als destijds op
de ic. Mijn drijfveer is dat ik wil verple
gen. Ik doe mijn uiterste best, met alle
middelen die ik beschikbaar hebt."
Wezenlijk belangrijk is voor een zieke
ook: een arm om je heen, een aai over de
bol, even een hand vastpakken. Maar ook
die troost is in Kailahun heel beperkt.
„Als je de kliniek binnengaat, heb je een
beschermend pak aan. Met een hoofdkap,
rubber laarzen, een duikbril, mondkapje,
twee paar handschoenen. Ieder stukje
huid is bedekt, alles om besmetting te
voorkomen. Maar daardoor word je voor
r lag een jongetje van
5, zo ziek dat hij nau
welijks bij bewustzijn
was. Ik wilde als
troost mijn hand op
zijn voorhoofd leg
gen. Maar dan voel je
dus meteen dit." Ronald Kremer pakt de
blauwe, rubber handschoen en wrijft die
tussen zijn vingers. „Je draagt van top tot
teen beschermende kleding, dus is écht
contact onmogelijk. Dat is soms heel frus
trerend ja."
Kremer (52) was de eerste Nederlandse
verpleegkundige in het Afrikaans crisisge
bied waar de dodelijke ziekte ebola in
middels al meer dan 1.400 levens eiste.
Onder hen ook al meer dan honderd ge
zondheidswerkers. Zij lopen vanwege de
medische zorgverlening grote risico's.
„Toen ik erheen ging, was ik vol vertrou
wen. Ik heb al veel in Afrikaanse landen
en crisisgebieden gewerkt en in theorie
weet je wat je moet doen om besmetting
te voorkomen. Maar als je daar diarree en
braaksel staat op te ruimen, of je moet
bloed afnemen van een patiënt, dan
komt het ineens heel erg dichtbij. Dan
ben je je ineens ontzettend bewust van
al je handelingen."
Want voor gezondheidswerkers zijn* er
net zomin medicijnen beschikbaar als
voor de plaatselijke bevolking.
„Op een zondag gingen er zeven mensen
dood. Er gaan daar elke dag mensen
dood, maar zeven achter elkaar... Toen
heb ik wel gedacht: 'Wat kan ik hier nog
doen? Kan ik hier nog wel verschil ma
ken?' Ik wist het even niet meer."
Het is een intens verdrietig beeld dat Ro
nald Kremer schetst. Hij werkte de afgelo
pen twee weken in de ebolakliniek in Kai
lahun, Sierra Leone. 'Kliniek' klinkt als
een ziekenhuisje, maar het is in de prak
tijk een verzameling van acht tenten die
onderdak bieden aan maximaal tachtig
patiënten. Mensen die letterlijk doodziek
zijn: hevige diarree, braken, spontane
bloedingen in en aan het lichaam. Hefti
ge spierpijn, hoofdpijn. Patiënten raken
gedesoriënteerd, verward, onrustig. Hele
families zijn besmet, maar ouders en kin
deren zijn te ziek om elkaar te helpen of
te troosten. Tweederde van de patiënten
sterft een akelige dood.
En daar sta je dan, als Nederlands ver
pleegkundige. Een geneesmiddel is er
niet, je hebt niet veel meer dan schoon
water, pijnstillers en kalmerende midde
len. Bij iedere verzorgende handeling, bij
ieder troostend gebaar, moet je je bewust
zijn van het besmettingsrisico, want ebo-
'Op één dag gingen
er zeven mensen dood'
door Angelique Kunst
Ronald Kremer
(links) samen met
een collega in de
ebolakliniek in Kai
lahun, Sierra Leone,
foto P.K. Lee/Artsen
zonder Grenzen