Het marine schip Zr.Ms. Zeeland vertrekt morgen van Den Helder naar het Noorse eilandje Jan Mayen. Aan boord zijn mariniers én wetenschappers. 10 VERDIEPING ONTDEKKINGSREIS Erik Verheul heeft het slim gespeeld. Dolgraag wilde de adviseur telecommunicatie bij de Koninklijke Marine naar het Noorse eiland Jan Mayen, vernoemd naar de Nederlandse kapitein Jan Ja- cobsz May van Schellinckhout. Verheul las erover in een reisboek over Spitsbergen. Het was maar een klein hoofdstuk, want het is voor de gewone mens toch nage noeg onbereikbaar: er is geen haven, laat staan een vliegveld. Hij moest op zoek naar een andere oplos sing: de marine. „Ik kwam erachter dat de marine vanuit de historie een binding heeft met het eiland: Michiel de Ruyter is er geweest, in 1878 is er een expeditie ge weest en in 1930 hebben ze er een gedenk steen geplaatst voor zeven omgekomen walvisvaarders", vertelt Verheul. Met een boud plan klopte hij aan bij de Commandant Zeestrijdkrachten: heeft de marine nog een schip over, waar ook we tenschappers op mee kunnen? Het leger wil zich immers meer laten zien aan het Nederlandse volk. Een schip was inderdaad beschikbaar. De Zr.Ms. Zeeland ligt klaar in de haven van Den Helder om morgen te vertrekken. 400 jaar na de eerste ontdekking van het eiland legt er weer een Nederlands schip aan. Naast de 52 bemanningsleden en een expeditieleider zijn er 7 mariniers, 30 we tenschappers, 2 artsen en een came raploeg aan boord. De speciale marine eenheid mountain leaders, opgeleid om te vechten in bergachtig gebied en extreme kou, gaat op Jan Mayen de vulkaan Beeren- berg beklimmen. Het Willem Barentsz Poolinstituut doet er milieukundig en ar cheologisch onderzoek, onderzoeksinsti tuut TNO speurt naar walvissen en het Ko ninklijk Nederlands Aardrijkskundig Ge nootschap (KNAG) maakt een lespakket voor aardrijkskundeleerlingen. Op 26 au gustus zijn ze weer terug. Deze civiel-militaire samenwerking is uniek, aldus betrokkenen. Wetenschap pers laten meeliften op een marineschip doet Defensie eigenlijk nooit, zegt luite- nant-ter-zee Paul Middelberg. „Alleen met TNO doen we doorlopend onder zoek." De poolwetenschappers van het Willem Barentsz Poolinstituut staan in ie der geval te springen om weer naar het noorden te gaan. „Het is een heel speciaal eiland", vindt arctisch archeoloog Louw- rens Hacquebord, die er al vijf keer is ge weest en er gaat kijken hoe het staat met de historische resten van het walvissta tion. „Het eiland ligt op de rand van het pakijs, midden in de Atlantische Oceaan. Het ijs is bepalend voor het leven daar. Daardoor is het eiland een soort thermo meter voor klimaatverandering." Het is bovendien een erg jong eiland: naar schatting 10.000 jaar oud. Voor geografen een baby dus. „Het is jonger dan de di- nosaurussen", illustreert aardrijkskundele raar Jeroen Rijlaarsdam die namens het KNAG mee mag om lesmateriaal te ma ken voor middelbare scholen. Ik kwam erachter dat de marine vanuit de historie een binding heeft met Jan Mayen Op tien Noorse meteorologen na, die er de weersvoorspellingen voor Noorwegen verzorgen, woont er niemand. „Het is bijna een witte vlek op de kaart. Er is heel weinig aardwetenschappelijk onderzoek gedaan", zegt Bernd Andeweg, aardweten schapper aan de VU die ook namens het KNAG mee gaat. Bij het KNAG herleven oude tijden. In 1959 ging dat genootschap voor het laatst op expeditie, naar Nieuw- Guinea. „Wij zijn in 1873 opgericht, in de tijd van het imperialisme. Toen werden de laatste onbekende gebieden in kaart ge bracht en geclaimd", zegt directeur Eelko Postma. „Wetenschappers keken naar grondstoffen, landbouwgrond, volk. Zij wilden kennis opdoen, maar overheden en handelsmaatschappijen wilden weten welke gebieden het meest interessant voor hen waren." In 1912 vatte Nederland het plan op om een gedenksteen op het eiland te plaatsen. Volgens het heersende nationaal histo risch besef waren de omgekomen walvis vaarders Nederlandse helden geworden. In 1930 werd de steen pas geplaatst, nadat eerdere pogingen waren mislukt. Het is puur toeval, zegt Postma, dat ze nu weer naar Jan Mayen gaan om de steen te restau reren. Ook nu strijden verschillende lan den om het poolgebied, dat door de kli maatverandering en het smelten van het ijs steeds makkelijker te bevaren wordt en waar steeds beter op olie geboord kan wor den. „Maar Jan Mayen is al sinds 1922 Noors grondgebied en de Noren hebben ons alle vergunningen gegeven." 'Heel bijzonder' noemt Erik Verheul het dat zijn droom nu op het punt staat uit te komen. „Iedereen is heel enthousiast om er het maximale uit te halen." Op expeditie naar een bij zonder eiland door Freke Remmers Erik Verheul Volg de expeditie via de Facebook-account van de Koninklijke Marine en de Twitter-hashtag #expjanmayen Kvalrossbukta of Noordbaai waar van 1616-1642 het Nederlandse walvis vangststation heeft gelegen en waar zeven Nederlandse walvisvaarders in 1633-1634 stierven bij een poging op het eiland te overwinteren. JAN MAYEN (NOR)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 10