Op een kruispunt in Cleveland floepte
100 jaar geleden het eerste stoplicht
aan. Een eeuw later remt iedereen
voor rood.
10 VERDIEPING
VERKEERSLICHTEN
Niet iedereen staat te
juichen als er weer
een kruispunt -
wordt uitgerust
met stoplichten. In
1932 was dat an
ders. Toen was de
komst van het eerste stoplicht in Am
sterdam een hele happening. Een me
nigte kwam kijken hoe auto's, fietsers
en voetgangers met elektrisch licht
het Leidseplein over geleid werden.
Amsterdam was bepaald geen voorlo
per als het gaat over stoplichten. In Ne
derland gingen Rotterdam (1926),
Eindhoven (1929), Den Haag (1932) en
Heerlen (1932) de hoofdstad voor. Die
van Rotterdam was echter zo ingewik
keld dat men er al snel overstapte op
de Amerikaanse variant.
Want daar had men de echte primeur,
in het Amerikaanse Cleveland. Daar
floepte de uitvinding van Lester Wire
op 5 augustus 1914 aan, vandaag pre
cies 100 jaar geleden. Dat eerste elek
trische stoplicht moest het verkeer re
gelen in een tijd dat er steeds meer au
to's op de weg kwamen. Wire experi
menteerde in 1912 al in Salt Lake City
met zijn houten doos met een rood-
en groengeverfde lamp bovenop een
paal. Rood werdgeassocieerd met ge
vaar (en dus stoppen) en groen met
veilig (en dus gaan).
Overigens had Londen al in 1868 een
verkeerslicht, die werkte op gas. Het
apparaat ontplofte echter al na een
paar weken, de bedienende verkeers
agent raakte zwaargewond en het gas
licht werd snel aan de kant gezet. Pas
in 1929 waagde Londen zich weer aan
een, ditmaal elektrisch, stoplicht.
De eerste stoplichten kenden vaak
nog geen oranje licht, maar alleen
rood en groen. Net als bij het spoor,
waar treinen al langer gestuurd wer
den met rood en groen licht. Oranje,
dat in de wet overigens geel wordt ge
noemd, kwam er in de jaren '20 bij.
Soms werd er een belletje gebruikt
om het verkeer te laten weten dat het
licht op het punt stond van groen
naar rood te verspringen. Handig als
je gevaarlijke situaties door plotseling
remmen wil vermijden. Nederland
koos uiteindelijk voor een extra kleur
in plaats van een belletje, vooral om
dat België en Duitsland dat ook de
den.
De verkeerslichten springen hier van
rood op groen zonder stil te staan op
oranje, zoals in Duitsland. Het optrek
kend verkeer is zo niet sneller af, weet
Sjoerd Linders, verkeersdeskundige
bij de gemeente Amsterdam en schrij
ver van Stop, 100 jaar verkeer regelen in
Amsterdam. „In Duitsland wordt een
seconde oranje getoond, hier duurt
groen gewoon een seconde langer."
Toen eenmaal vaststond dat een stop
licht drie kleuren heeft en rood boven
staat (handig voor kleurenblinden),
leek het stoplicht dé oplossing voor
elk verkeersprobleem. Tot in de jaren
'80 kruispunten met stoplichten, waar
mogelijk, werden vervangen door ro
tondes. „Op een rotonde beslist de be
stuurder of hij gaat of niet. Het is bo
vendien een snelheidsremmer", ver
klaart Ane Wiersma, secretaris van de
Contactgroep Verkeerstechnici Neder
land en werkzaam bij de gemeente
Amsterdam. „Bij een rotonde móet je
remmen, fysiek gezien, terwijl je bij
een stoplicht zou kunnen doorrijden."
Tegenwoordig is een stoplicht niet
meer zomaar een stoplicht. Veruit de
meerderheid in Nederland reageert op
hoeveel auto's, fietsers of voetgangers
er staan te wachten. Vaak geven de
systemen bovendien voorrang aan het
openbaar vervoer. Sommige fietsstop-
lichten tellen af tot groen en ook voor
auto's wordt er geëxperimenteerd met
aftelsystemen. Want de weggebruiker
wil weten wanneer het licht weer op
groen gaat, anders wordt hij chagrij
nig.
100 jaar stoppen
door Freke Remmers
Een verkeersagent regelt het verkeer op het Rotterdamse Hofplein met behulp van
een bedienbaar soort verkeerslicht, 1938. foto Spaarnestad Photo