Zeeuws-Vlaanderen viert het twee
honderdjarig bestaan met tal van ac
tiviteiten. Stichting Het Zeeuwse
Landschap doet mee met een specia
le uitgave over het gebied dat biolo
gen en ecologen doet watertanden.
2 SPECTRUM
Toekomst
i
Hij is die maandag
ochtend in Clinge
en Sint Jansteen
geweest. Dat is
voor Chiel Jacobus-
se van het Zeeuws
Landschap altijd
een feest. „Want dat is een buitenge
woon mooi gebied en landschappelijk
erg waardevol. Je ziet er nog het oude
Zeeuws-Vlaanderen. Altijd leuk om
daar doorheen te banjeren. Je ziet al
tijd wel iets bijzonders."
Chiel Jacobusse is bij het Zeeuws Land
schap hoofd ecologie en kwaliteits
zorg. Dat klinkt als een bureau met
veel papier en dat is het misschien ook
wel, maar Chiel Jacobusse doet niets
liever dan de natuur induiken. Om er
met glinsterende ogen over te vertel
len, strooiend met tal van wetenswaar
digheden. Opgeslagen in zijn hoofd of
in natuurboeken die hij zelf geschre
ven heeft.
In Zeeuws-Vlaanderen komt hij
graag. „Voor biologen is het altijd
een zeer interessant gebied ge
wéést. Je had hier een open
landschap dat beïnvloed werd door het
water, de Westerschelde. En dat liep
over in een bosrijk gebied, de grens
streek. Het was een bijzonder rijk vo-
gelgebied met veel sternsoorten en vis-
diefjes. Nu zijn dat bijna allemaal be
dreigde vogelsoorten en staan ze op de
rode lijst."
Zo'n lijst was er tweehonderd jaar gele
den niet. Volstrekt overbodig omdat
Zeeuws-Vlaanderen een paradijs was
voor dieren en planten die zich in de
luwte van de Westerschelde prima
thuis voelden. Jacobusse: „Nee, wolven
liepen hier niet meer. Ik geloof dat
rond 1650 de laatste in de buurt van
Oostburg gezien is. Maar dassen, visot-
ters en talrijke vogelsoorten kwam je
hier volop tegen."
Natuurlijk is Zeeuws-Vlaanderen veel
en veel ouder. Rij naar Nieuw-Namen
en laat je rondleiden in de befaamde
Meester van der Heijdengroeve waar
de prehistorie tot leven
komt Een uniek stukje in
Zeeuws-Vlaanderen.
Zover gaat Chiel Jaco
busse niet terug.
Tweehonderd jaar is
Geen idee hoe Zeeuws-Vlaande
ren er over tweehonderd jaar uit
ziet, zegt Chiel Jacobusse.
Sterker nog: is er dan nog wel
een Zeeuws-Vlaanderen?
„We hebben immers te maken
met een stijgende zeespiegel die
de regio zeker niet omberoerd
laat. Hoe hoog moeten de dijken
wel niet zijn? De grensstreek ligt
aanzienlijk hoger dan de rest van
het gebied en blijft wellicht over
eind. Ongetwijfeld is die rijzende
zeespiegel van grote invloed en
zal het de sfeer van
Zeeuws-Vlaanderen aantasten.
Maar ongetwijfeld blijft het ook
dan een landje apart."
meer dan genoeg. „Veel gegevens uit
die tijd zijn er trouwens niet. Je moet
het vooral reconstrueren naar het
landschap. Zeker is dat er opmerke
lijke veranderingen in het vogelbe
stand zijn opgetreden. Neem de
merel. Dat was destijds een uiterst
schuwe en zeldzame vogel. Nu zit
ie zowat in iedere Zeeuws-Vlaam
se tuin. Deze regio had door de lig
ging een heel eigen profiel. Nu ook
nog, maar er is veel moois verloren
gegaan."
Niet de kreken. Zeeuws-Vlaande
ren is het land van
de kreken. Getij-
denkreken, door-
braakkreken die als stille getuigen van
alweer een stormvloed achterbleven
en er zijn ook kreken die door mensen
handen ontstaan zijn.
Chiel Jacobusse: „Kreken zijn echt
Zeeuws-Vlaams. Het zijn prachtige
plekken vol leven. Ze geven het land
schap iets magisch en vertellen de ge
schiedenis van het ooit zompig gebied
dat deze regio was."
Water is onmiskenbaar verbonden met
Zeeuws-Vlaanderen. Van levensbe
lang, maar in meerdere opzichten ook
een barrière die lange tijd geslecht
werd met veerverbindingen en sinds
meer dan tien jaar met een kilometers
lange tunnel. Absoluut geen optie voor
nieuwe insectensoorten die zich
steeds vaker in het gebied melden.
Chiel Jacobusse: „Zeeuws-Vlaanderen
is dé invalspoort voor exotische insec
ten die door de klimaatverandering op
rukken naar het noorden. Als ze elders
de grens overgaan, vliegen ze door tot
bijvoorbeeld in Utrecht en leggen dan
het loodje. Meestal zijn het eenlingen
die zich niet kunnen handhaven in de
nieuwe en vijandige omgeving."
De kans op overleven is in
Zeeuws-Vlaanderen aanzienlijk groter,
verzekert Jacobusse. „De Westerschel
de is een serieuze barriere. De meeste
insecten zijn waterschuw en blijven
hier hangen. Komt er na verloop van
tijd een soortgenoot bij, en nog eentje.
Aan de boorden van de Westerschelde
treedt een stuwing op en groeit het uit
tot een kleine populatie. Tot het mo
ment dat tóch de oversteek gewaagd
wórdt en een aantal exemplaren het
'Al eeuwen een zeer
Paarden en folklore. Ook dat is Zeeuws-Vlaanderen.
Kreken. Ze zijn er in alle maten en horen bij Zeeuws-Vlaanderen. foto's Peter Nicolai
door Romain van Damme