I I I ll I Twee decennia behoorde Helge Prinsen tot de boeg beelden van Omroep Zeeland. Haar gedwongen ver trek, twee jaar geleden, bleek een verkapte zegen. 26 ZEELAND HELGE PRINSEN, PRESENTATOR a3 Als ze door Vlissingen rijdt, constateert Helge Prinsen met een diep gevoel van te vredenheid: dit is mijn stad. Want al is er veel veranderd, veel uit haar jeugd is er nog. Het strand, de dijk, het huis aan de Boulevard Bankert waar Helge opgroei de. „Mijn vader, moeder, broer en ik woonden in het souterrain, mijn oom en tante op de bo venste verdieping, mijn oma en opa in het midden. Eigenlijk ben ik opgegroeid in een matriarchaat, want de vrouwen hielden alles draaiende terwijl de mannen op zee zaten. Mijn opa en mijn vader zaten bij de koopvaar dij. Ik weet niet beter dan dat de vrouwen het opknapten. Dat je als vrouw zelfstandig bent, vind ik heel vanzelfsprekend." Drie gezinnen in één huis. Gezellig! „Het leuke is: mijn moeder woont nog steeds in het huis op de Boulevard, en onder haar woont mijn zoon Louk nu. Ik ben opgegroeid in een warm gezin. Van vaderskant heel groot, hij was de jongste van elf kinderen; van moe derskant klein maar hecht. Als mijn moeder meevoer met mijn vader, zorgden mijn oma of tante en oom voor ons. Mijn vader voer bij de Holland-Amerikalijn. Ik zie me nog lopen in de gangen en kamers van het hoofdkantoor in Rotterdam - het huidige Hotel New York. Altijd als ik daar nu kom, valt dat gebouw als een jas om me heen." „Ik heb een eindeloze jeugd gehad. Speels en onbezorgd. Ik was een spring-in-het- veld. Nooit normaal lopen, als ik langs een muurtje liep, moest ik er telkens even tegen aan springen. Kijk: deze ansichtkaart van de boulevard rond 1965. Zie je die twee meisjes daar, op het pleintje? Dat ben ik, en dat is mijn vriendin Marisa. Marisa en ik waren al tijd op dat pleintje aan het rolschaatsen, hinke len, verstoppertje spelen. Als het stormde gin gen we naar de glooiing van de dijk, weglopen voor de golven. In de winter schaatsen op de spuikom, als het sneeuwde gingen we daar sleetjerijden. En ik verslond boeken. 'Pitty gaat naar kostschool', 'De olijke tweeling', 'Met z'n viertjes in een tent', van die meisjes boeken. Op een dag deed mijn oma een kastje open en kwam er een doos vol oude kinder boeken tevoorschijn: de sprookjes van Grimm, Alleen op de Wereld... Al die klassie ke kinderboeken, prachtig! Net een schatka mer die openging. Films kijken, dat deed ik ook graag. Nog steeds. Elke week ga ik naar de Film by the Sea-voorstellingen." Wat wilde je worden, als je groot was? „Ik zie mezelf nog zitten op het muurtje voor ons huis, als vierjarige. Ik weet dat ik dan re gelmatig dacht: was ik maar groot. Dan kon ik precies mijn eigen zin doen. En dat heb ik la ter ook altijd gedaan. Ik ben nogal eigenzin nig." „Zo snel mogelijk werken, dat wilde ik. Want dan had ik geld en kon ik die Levi's spijker broek kopen die mijn moeder me niet wilde geven. Het ging niet zozeer om geld, als wel om de vrijheid die je krijgt van financiële on afhankelijkheid. Dat heb ik ook aan mijn kin deren meegegeven: altijd voor je zelf kunnen zorgen. Werken vind ik heerlijk. Snel en effi ciënt. Ik ben nog geen dag zonder plezier naar jnijn werk gegaan." „Mijn eerste baantje was in de afwaskeuken van het ziekenhuis in Vlissingen. Ik was vijf tien. Een jaar later deed ik de hele personeels- kantine op m'n eentje. In de zomervakantie van '75 en '76 werkte ik bij een camping en op het Nollestrand - fantastische, eindeloze zo mers. Later ben ik bij boekhandel Bikker en De Ruiter gaan werken. Als ik nu ergens ben, zie ik het werk dat gedaan wordt. Ik zie de ser veerster, de schoonmaakster. Dat heb ik ge leerd door die bijbaantjes. Respect voor al het werk dat gedaan wordt. Je noemt jezelf fladderig, maar consciëntieus. „Ik heb een soort onrust in mij. Daardoor reis ik ook zo graag. Toen ik een jaar of twintig was ben ik een maand in een oude truck met een man of tien door Tanzania gereden. Daar heb ik de Kilimanjaro beklommen. Een enor me ervaring. Daarna heb ik nog vele andere reizen gemaakt, vaak naar vrienden en familie die overal op de wereld wonen, zoals mijn dochter Tessel, die nu in Qatar woont, en mijn jeugdvriendin Marisa die naar Singapore verhuisd is. We - m'n partner Ruben Oreel en ik - zijn net terug van een maand lang 'on the road' in Amerika. Het was fantastisch: dat je 's morgens niet weet waar je 's avonds zult zijn. Mijn kinderen hebben die liefde voor het rei zen overgenomen. Tessel en Louk konden al op jonge leeftijd feilloos hun weg vinden, zelfs in New York bijvoorbeeld." Contact maken gaat je goed af. „Ik spreek makkelijk mensen aan. Zit ik in het vliegtuig, dan begin ik een gesprek met dege ne die naast mij zit. In de trein knoop ik een praatje aan met het echtpaar tegenover me. Ik merk aan de reacties dat mensen dat niet ge woon zijn. Vaak zijn ze aangenaam verrast. En inderdaad, als ik naga: hoe dikwijls spreken mensen onbekenden aan. Dat gebeurt zelden of nooit. Dat begrijp ik niet." „Dat ik het doe, komt voort uit nieuwsgierig heid en interesse. Daarbij ben ik erg direct. Ik stel vragen die anderen niet stellen, of niet durven stellen. En wat me dan opvalt: ze ver tellen allemaal hun verhaal. De meest intieme zaken." Eigenlijk ben je dus een geboren journalist. Ik moet eigen baas zijn, weet ik nu. Dat is geen verdrietige constatering, dat is zelfkennis. „Het gekke is dat het nooit in me opgekomen is om journalistiek te gaan studeren. Hoewel ik als kind wel dacht dat het leuk zou zijn om bij de televisie te gaan. Ik ben docent Neder lands geweest op de Zeevaartschool, waar ik mijn eerste man heb leren kennen, en later op de heao, de hts, de HZ." En toen stond er een advertentie in de krant. „Zeeland kreeg een regionale omroep, ja. Ik dacht: moet ik nu tot mijn pensioen les gaan geven? Ik heb altijd een afkeer gehad van sleur. Die advertentie kwam op het goede mo ment. Ik was net gescheiden, in harmonie ove rigens. Er hing verandering in de lucht. En ik had sterk het gevoel: dit is het. Dit moet ik doen. Dus solliciteerde ik. Flip Feij, de direc teur van Omroep Zeeland, vroeg of ik erva ring had. Ik zei: 'Nee, maar dit is écht wat voor mij.' Ik was toen 32." Je zag en greep je kans. „Ik heb het vak helemaal in de praktijk ge leerd. Ook al had ik veel mee - een goede ra diostem, een makkelijke prater - je moet veel leren. Het gekke is: je gaat meteen anders naar radio luisteren. Naar de stemmen, naar de op bouw van de programma's. Als ik een tv- of ra dioprogramma zie of hoor, fileer ik het tot for mat: het idee achter het programma. Soms zit ik het zelfs op te schrijven. Het is een beetje een tic." Hoe beviel het? „Regionale journalistiek is geweldig. Je kunt alles doen, dus er is nooit sleur, elke dag ge beurt er iets nieuws, elk seizoen komen er nieuwe programma's. Ik heb veel onderwer pen en programma's mogen bedenken, veel mensen ontmoet, van schoonmaker tot Ko ninklijk Huis. Heel Zeeland is voorbijgeko men. Die begintijd was fantastisch. Ook privé, want ik leerde Ruben kennen. We wonen sa men. Het fijne is, hij zit ook in de journalis tiek. We begrijpen van elkaar wat we doen. En we hebben hetzelfde gevoel voor humor, het zelfde gevoel voor gezelligheid." Eerst werd je een bekende stem, toen de tv erbij kwam, een bekend gezicht. „Ik had me de impact daarvan niet helemaal gerealiseerd. Opeens word je aangesproken op straat, in de supermarkt. Heel vaak over je jas je, je haar, de ketting die ik draag. Veel minder vaak gaat het over de inhoud van een program ma. Als onprettig heb ik het nooit ervaren hoor, dat mensen mij herkenden." Hoe zie je jezelf? „Wat mij altijd opvalt: ik pas niet in een hokje. Als ik een formulier moet invullen, is er altijd iets waarover ik moet bellen, omdat ik geen van de standaardantwoorden kan geven. Er is altijd wel iets dat niet in het stramien past." Mijn directheid is mijn kracht en mij n zwakte door Ondine van der Vleuten Wilhelmina Ger- maine (Helge) Prinsen werd op 30 juni 1957 geboren in Vlis singen. Na de havo haalde zij haar eerste graads bevoegd heid Neder lands. Later een propedeuse Cul tuurweten schappen. Prin sen was tot haar 32ste werkzaam bij de HZ en sinds 1990 beeldbe palend bij Om roep Zeeland. Momenteel is zij freelance pre sentator, dag voorzitter en debatleider, mo derator (onder meer bij Inter national Docu mentary Festi val Amsterdam, International Filmfestival Rot terdam) en geeft mediatrai ningen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 26