v
Salie
GROENE VINGERS
Planten kun je aan hun ui
terlijk herkennen, maar
soms ook aan hun geur.
Zo verspreiden veel sal
via's een doordringende stank
van kattenpis. De salie van de sa
liemelk doet dat gelukkig niet.
Die heet Salvia officinalis; dit is
een struikje met aromatisch grijs
blad en paarse bloemen in de
voorzomer. Salvia officinalis is
uit Zuid-Europa afkomstig. In Ne
derland is het niet betrouwbaar
winterhard. Maar in het nieuwe
klimaat waarvan we de laatste
tien jaar genieten, is Salvia offici
nalis nooit doodgevroren.
Salvia officinalis is de moeite van
het planten waard; het is een laag
heestertje van nog geen 50 centi
meter hoog dat in de breedte kan
uitdijen, met zilvergrijs behaard
blad dat glanst alsof er dauw op
parelt, zelfs op een zonnige dag.
De meest winterharde selectie
heet Berggarten, een vorm met
groot, eirond blad. Zoals de mees
te grijs- en zilverbladige planten
houdt Salvia officinalis van droog
te. De plant is dan ook bij uitstek
geschikt voor tuinen met dorre
zandgrond. Wie op klei tuiniert,
zou het struikje op een heuveltje
kunnen planten, in grond waar
door wat grind is gemengd.
Het geslacht Salvia is ongekend
veelvormig; je vindt er planten
met knollen onder, maar ook
een- of tweejarige planten, hees
ters en vaste planten. De bloem-
kleuren variëren van roze en wit
tot vuurrood en kobaltblauw.
De mooiste blauw bloeiende sal
via's komen uit Zuid-Amerika.
Ze zijn in Nederland niet winter-
hard, hoewel je in een kwakkel-
winter nog geluk kunt hebben.
Salvia patens is 40 centimeter
hoog, met grote, onwaarschijnlijk
blauwe lipbloemen. Technisch ge
sproken is het een vaste plant.
Maar omdat hij 's winters be
vriest, schiet je daar niet veel
mee op. Gelukkig kun je Salvia pa
tens ook als eenjarige kweken.
Als je hem in maart op de venster
bank zaait, bloeien de planten in
september en oktober van dat
jaar. De azuurblauwe bloemen
zullen u versteld doen staan. De
lichtblauwe vorm van Salvia pa
tens, Cambridge Blue, mist de im
pact van de donkerder variant
Er zijn meer salvia's die in één
seizoen tot bloei kunnen worden
gebracht Iedereen kent de ge
drongen brandweerauto-rode
perkplant die vroeger op rijtjes in
voortuinen werd geplant, maar
nu gelukkig in onbruik begint te
raken. Ik heb niets tegen rijtjes,
en nog minder tegen perkplan-
ten, maar deze salvia zie ik graag
verdwijnen. Ik kan niet tegen
zijn gedrongen postuur.
Rood moet je in de tuin doseren:
je hebt er snel te veel van. Een
goed alternatiefis Salvia cocci-
nea. Ook rood, maar doordat de
bloempjes klein zijn, wordt het
Een honingraatmotief, een wie-
bert jespatroon, een zigzag-
streep of een bakstenenmotief.
Overal waar we kijken, zien we
een lijnenspel dat steun geeft
aan kleur, herhaling of juist dis
sonantie. Een kader dat rust
geeft en misschien ook wel de vrijheid om
spanning te zoeken. Wat is er toch aan de
hand?
De hang naar geometrische vormen is al
een tijdje duidelijk in de wereld van ont
werp. Stoffen - theedoeken, dekbedden,
kussenhoezen - met daarop hoekige vor
men, spirograafachtige cirkels en balken
doen het goed. Liefst in sprekende kleuren;
niet te primair, wel karaktervol. Denk aan
petrol, roze, okergeel, een vleugje fluor.
De afgelopen tijd valt op dat het hele gam
ma aan meetkundige figuren lijkt te zijn sa
mengepakt in een ordelijk systeem. Drie
hoeken passen zo in elkaar, dat een stevig
grid ontstaat. Lijnen snijden of verschijnen
juist parallel. Of het nu is op behang, in
een compositie van wandplankjes, kande
laars of in een stoffencollectie: het raster
lijkt overal aanwezig als een vangnet voor
ronddwarrelende elementen.
Ook de grote smaakbepalers in Milaan pre
dikten het geordende lijnenspel. Zo maak
te Moroso's huisontwerpster Patricia Ur-
quiola een stand met wanden van het een
voudige underlayment-hout. De panelen
bewerkte zij met een fijn lijnenpatroon in
een ruitjesgrid, soms erop geschilderd en
Wie goed kijkt, ziet
ze overal: patronen
vol lijnen, herhaling,
geometrie. Het nieuwe
grid lijkt orde en rust
te brengen in een
woelige wereld,
zodat we daarna
weer buiten de lijntjes
kunnen kleuren.
dan weer als reliëfpatroon ingesneden.
Ook bij buurstands domineerde dat idee.
Bij buitenmeubelmerk Kettal kregen ku
bussen een ruitpatroon in groen. Casama
nia vroeg de Venetiaanse ontwerper Luca
Nichetto de stand te bouwen. Nichetto ont
wierp een systeem van frames waaraan
doeken hingen of tussen waren gespannen.
Die doeken hadden strepen, driehoeken in
verf of soms uitgesneden stukken.
Het netwerk, het stramien is in de mode.
Daar weet de Nederlandse stoffen- en des
sinontwerper Mae Engelgeer alles van. Zij
houdt zich bezig met het ontwikkelen van
stoffen door het spelen met nieuwe techno
logie, maar ook met patronen. Al in haar
eerste collecties, van zo'n zeven jaar gele
den, herkent ze met terugwerkende kracht
het dwingende karakter van het grid of de
herhalende patronen. Zelfs de strikken in
haar Bow-collectie lijken gerangschikt in
een onzichtbaar stramien. Via de series
Woww en Fest werkt Engelgeer toe naar
een hoogtepunt in rasterpatronen. „Ik vind
het interessant en fijn om te werken met
een kader waarbinnen ik kan spelen met
klèur. Door te wisselen in patroon kan ik
een spannend beeld zoeken. Het zorgt voor
een duidelijk beeld, een statement haast,
iets stoers. Het grid bepaalt een catchy vor
mentaal. Door het stramien toe te passen
in (wollen) stoffen, krijgt het iets zachts.
En andersom krijgt de stof iets stoers door
het sterke lijnenspel."
Inmiddels lijkt Engelgeer een beetje voor
de troepen uit te lopen. Terwijl het grid
zich duidélijk aftekent in de wereld van in-
Romke van de Kaa
Salvia patens.
door Renske Schriemer
Met klok mee, beginnen bij grote foto:
De stand van Casamania in Milaan:
veel lijnen, herhaling, geometrie.
Theedoek uit Woww-serie van
Mae Engelgeer.
De Deense ontwerpster Kristina Dam
houdt van grafische patronen.
Het grid in 3D-vorm: papieren
opbergwandzakjes van Papier Tigre.