<4
32 ZEELAND
IDOLAAT VAN MOHAMMED ALI
De Amerikaan Gene Kilroy, de voormalige manager van
bokslegende Mohammed Ali, is in Zeeland. Rob
Vergouwen, bij wie hij in huis zit, kreeg dankzij hem de
kans zijn grote idool te ontmoeten.
^■^yac
Mohammed Ali was een verlegen en
gevoelige man, stelt Gene Kilroy
over de beste bokser aller tijden.
De Amerikaan op leeftijd kan het
weten. Hij verkeerde decennialang
in de directe nabijheid van de drievoudig wereld
kampioen in het zwaargewicht, die nu vanwege de
ziekte van Parkinson een teruggetrokken bestaan
leidt. „Iedereen kent hem van zijn zelfverzekerde
optredens, van zijn uitdagende teksten. Maar zo
was hij alleen als de camera's op hem gericht wa
ren. Dat gedrag was om tickets voor zijn gevechten
te verkopen. In heb de échte Ali gekend en die was
héél anders."
Kilroy, de voormalige manager van Ali, doet zijn
verhaal aan de keukentafel in een fraai apparte
ment in Wemeldinge. Met uitzicht op de Ooster-
schelde mijmert hij over zijn leven. De inwoner
van Las Vegas is een kleine week te gast bij boksfa-
naat Rob Vergouwen, die voortdurend aan zijn lip
pen hangt en almaar meer wil weten over fenome
nen als Mohammed Ali, Mike Tyson, Ken Norton.
„Gisteren had hij Tyson nog aan de lijn. Dat is toch
niet normaal? Wat een eer om deze man in huis te
hebben."
Vergouwen is in Zeeland bekend als directeur van
het bedrijf Rojas Tankers en sponsor bij diverse
voetbalclubs, maar bijna niemand weet van zijn
grote,liefde voor de bokssport. Hij heeft tal van
handschoenen van de groten der aarde in zijn be
zit, alle met handtekeningen erop. Aan de muren
van zijn huis hangen vele foto's waarop hij poseert
met mannen die in de ring furore maakten.
Misschien wel zijn mooiste trofee is een ingelijste
boksbroek van Mohammed Ali. Hij zou die dragen
tijdens de Rumble of the Jungle in 1974, het titelge
vecht met George Foreman in Kinshasa. Kilroy:
„Het gevecht was gepland voor in september. Dit
broekje was gemaakt speciaal voor die dag, met de
datum erin verwerkt. Maar de wedstrijd werd een
maand uitgesteld. Toen is een nieuwe broek ge
maakt. Deze broek is via mij, met een handteke
ning van Mohammed erop, bij Rob terecht geko
men. Hij heeft inmiddels meer in zijn bezit van Mo
hammed dan ik. Mohammed heeft er nooit iets ge
geven om oude spullen en ik zie dat Rob een groot
fan is. Hij heeft een van de mooiste collecties in Eu
ropa, denk ik."
Vergouwens vader was al een boksfan. Hij maakte
hem 's nachts wakker voor een titanengevecht tus
sen Mohammed Ali en Joe Frazier. „Ik was negen
of tien jaar en we zaten om vier uur voor de televi
sie om naar een partij te kijken. Het was nog in de
tijd van de zwart-witbeelden. Bij die eerste keer
werd ik meteen gegrepen en daarna heeft het bok
sen me niet meer losgelaten. Het is een mooi we
reldje. Ik verkeer er graag in."
De Bevelander voegde later mannen als Regilio
T\iur, Don Diego Poeder en Orhan Delibas toe aan
zijn vriendenkring. Daarna kreeg hij ook de kans
kennis te maken met grotere namen, mede dankzij
Kilroy, die veel deuren voor hem opende. Kilroy:
„Ik leerde Rob kennen toen hij met vakantie was
in Las Vegas. Hij wilde mij graag ontmoeten en
een wederzijdse vriend stelde ons elkaar voor. Daar
na is er een vriendschap ontstaan. We hielden con
tact en hij kwam vaker over naar de Verenigde Sta
ten, met zijn familie. Ik heb hem voorgesteld aan
Tyson, Norton én Ali. Rob was er bij toen we in
MGM Grand in Las Vegas een groot feest gaven van
wege Ali's zeventigste verjaardag."
Vergouwen: „Dat was heel bijzonder. Zulke men
sen ontmoet je niet vaak in je leven." Kilroy: „Die
ontmoeting was mooi om te zien. Iedereen weet
dat Mohammed Parkinson heeft. Zijn hele lichaam
schudt. En Rob trilde op dat moment ook. Toen
vroeg Mohammed aan hem: heeft u ook Parkin
son? Nee, zei Rob. Hij was alleen zó onder de in
druk van die gebeurtenis, dat hij zijn handen niet
stil kon houden. Voor mensen als Rob is zoiets once
in a lifetime."
Kilroy, die halverwege de zeventig is, heeft zich
overigens ook altijd gezegend gevoeld in de omge
ving van Ali. „Als ik een keer kom te overlijden,
voelt dat alsof ik een stap terug moet doen", zegt
hij melodramatisch. „Mijn hemel was hier al op aar
de. Ali was zo'n getalenteerde man. Hij betekende
niet alleen veel voor de bokssport, maar was ook be
langrijk voor de integratie van de zwarte bevolking
in de Verenigde Staten. Hij was een icoon en is een
icoon. Bijna iedereen op de wereld kent hem. En
niemand was lange tijd zo close met hem als ik."
Gene Kilroy maakte in i960 tijdens de Olympische
Spelen van Rome kennis met Cassius Clay. Die 'sla-
vennaam' veranderde de bokser in de jaren zeven
tig in Mohammed Ali, nadat hij moslim was gewor
den. „Mohammed Ali deed mee aan de Spelen en
won goud. Ik was daar als militair en begeleidde de
deelnemers die in het Amerikaanse leger zaten. Mo
hammed was toen pas zeventien, maar had al zo'n
enorme uitstraling. Iedereen mocht hem, hij nam
iedereen voor zich in."
„Ik herinner me uit die eerste dagen een moment
waarop een bedelaar hem aansprak", gaat Kilroy
verder. „Mohammed had acht dollar in zijn zak en
gaf de bedelaar er vijf. Ik zei: wat doe je nou, je
houdt bijna niets over. Hij zei toen: als hij tegen
me loog, zal God wel met hem afrekenen. Mis
schien testte God mij wel."
In de tientallen jaren daarna zag Kilroy nog veel va
ker 'de grootheid van Ali's hart'. Kilroy vertelt dat
hij veel gaf om de armen en de zieken. „Hij was
lang niet altijd de persoon die hij was rondom de
bokspartijen, als de camera's draaiden. Ik ben vaak
met hem in ziekenhuizen geweest bij zieke kinde
ren. Hij wilde juist niet dat daar kranten of tv-sta-
tions bij waren. Hij deed het niet voor de publici
teit, maar voor de kinderen."
Vergouwen geniet van al die verhalen. „Mijn overle
den vader zou trots geweest zijn op me, omdat ik
Gene in huis heb. Hij was echt een fan van Ali." De
Wemeldingenaar stond erop dat hij Kilroy naar Ne
derland zou halen en hem het land van de dijken
en de molens zou laten zien. Kilroy: „We belden el
kaar laatst. Ik vertelde hem dat ik door Kazuyoshi
Miura, een ster uit het Japanse voetbal, uitgenodigd
was voor het WK voetbal in Brazilië. Ik zou onder
anderen Pelé ontmoeten, die ik al kende via Mo
hammed Ali. Maar Rob zei: je moet hierheen ko
men. Nederland gaat het WK winnen, vertelde hij.
En dat moest ik hier komen meemaken. Uiteinde
lijk heb ik me over laten halen. Ik heb mijn vlucht
omgeboekt en nu heb ik de kans om alle vrienden
van Rob eens te ontmoeten."
„Je gelooft het niet, hè, maar hij heeft echt het WK
laten schieten voor mij", zegt Vergouwen. „En je
moet weten: hij is ook ziek." Kilroy: „Ik heb kanker,
ben lang niet meer die grote man die ik was. Ik reis
niet zo veel meer." Vergouwen: „Begrijp je nu waar
om het zo bijzonder is?"
'Mohammed Ali vroeg of
Rob ook Parkinson had'
door Roeland van Vliet
I Gene Kilroy toont de broek van Mohammed Ali uit 1974, waarmee hij aan
vankelijk de Rumble of the Jungle zou boksen.
I Een gesigneerde foto aan de muur in Vergouwens huis: Pelé, Gene Kilroy
en Mohammed Ali.