In het project Venster op de Wereld belichten on derzoekers een vierkante kilometer bij Dreischor van alle kanten. De PZC tekent in een serie, rei zend door de tijd, verha len uit het gebied op. Vandaag aflevering 6: de transformatortoren. liVfeÉ 1 6 SPECTRUM reportage i DE VIERKANTE KILOMETER VAN DREISCHOR DREISCHOR Am M Transformatortoren neens staat ie daar. De niets vermoedende bezoeker van Dreischor stuit, al wande lend door het Slingerbos ach ter de Daniël Ockersestraat, op een toren die pontificaal in de weg staat. Smal, hoog, robuust, maar ook: zonder direct aan wijsbare functie. Spinrag op de solide deur wijst erop dat maar zelden ie mand het bouwwerk betreedt. De to ren staat er vooral nadrukkelijk zich zelf te zijn, als monument van een voorbije tijd dat voor niemand opzij gaat. Het is de transformatortoren, zo wordt vanuit het dorp gesouffleerd. Nee, verbetert Teun Rosmolen. „Toren station. Dat is de officiële benaming. En zeker geen hoogtorenstation of iets dergelijks, want een toren is altijd hoog." De Zierikzeeënaar kan het, als geen ander, weten. Vele jaren was hij werk zaam bij de Provinciale Zeeuwse Ener gie Maatschappij (PZEM), een van de voorlopers van het huidige energiebe drijf Delta. Daar leidde hij de Tekenka mer van de Noordgroep. Het arbeidzame leven ligt inmiddels ruimschoots achter hem, maar de fas cinatie voor techniek is onvermin derd. Vandaar dat Rosmolen ook hecht aan het beschermen van het in dustrieel erfgoed. „Het is goed dat er iets zichtbaar kan blijven van dit soort objecten. Dat draagt bij aan een beter begrip van wat er ooit is ge weest." De toren is een relict van de jaren twintig, toen de elektrificatie van Zee land volop gaande was. Aan het eind van het decennium kwam het noor den van de provincie aan de beurt. De toren in Dreischor dateert van 1928 en werd gebouwd om het dorp aan te sluiten op het hoogspanningsnet. Stroom vloeide voortaan toe. De to ren werd de schakel met de moderne tijd, symbool van de niet meer te ke ren vooruitgang. Teun Rosmolen kent de geschiedenis. „De stroom kwam vanuit de elektrici teitscentrale in Geertruidenberg. Via een waterkabel door het Zijpe kwam de kabel ten zuiden van Zijpe aan land. Daar was een zogenoemd over gangsstation - ook een torenvormig bouwwerk - neergezet. Vanuit isolato ren boven in die toren liepen drie hoogspanningsdraden op palen ver der het eiland op. Zo kwam het boven grondse hoogspanningsnet ook aan in Dreischor, waar net als in Oosterland en Nieuwerkerk een toren stond. An dere dorpen hadden een maststation, dat in feite niet meer was dan vier pa len met een plateautje. Daarop stond de transformator open en bloot. Dat was de goedkope en meer kwetsbare uitvoering." „Boven in het torenstation zaten aan de buitenkant isolatoren, waar de bo vengrondse lijn aan vast werd ge maakt", vervolgt Rosmolen. „Vanaf die isolatoren liepen de draden naar binnen, naar een grote schakelaar op de bovenste verdieping van het toren station. Vervolgens gingen drie dra den, eigenlijk meer koperen staven, van tien millimeter dik door een ope ning in de verdiepingsvloer naar bene den, waar een zogeheten distributie transformator stond." Die zette uitein delijk de hoogspanning, destijds nog 'maar' 10.000 volt, om in voor huis houdens geschikte laagspanning (220/380 volt). im lijst 5?; V* -»a - v* f c VV£ V'.;V- De toren heeft feitelijk maar 25 jaar dienst gedaan. Na de watersnood van 1953 werd de stroomaanvoer onder gronds gebracht en verloor het bouw werk zijn functie. De PZEM verkocht het in 1956 voor 130 gulden aan de ge meente Dreischor. Die wist er wel raad mee, want de toren bleek bruik baar om de natte slangen van de brandweer - die even verderop haar kazerne heeft - op te hangen, zodat ze goed konden drogen. De torenstations konden tegen een stootje en waren bijvoorbeeld bestand tegen blikseminslag. „Ze zijn allemaal ontworpen door de heer Keller van de bouwkundige dienst van de PZEM in Middelburg", weet Rosmolen. „Ze werden buitengewoon stevig ge bouwd door plaatselijke aannemers. Ze waren zo robuust, dat toen men de toren in Noordwelle wilde opblazen, dat ding gewoon bleef staan. Ze heb ben toen een extra lading springstof moeten aanbrengen." Veel transformatortorens hebben uit eindelijk het loodje moeten leggen. In Zeeland staan er nog negen overeind: twee op Schouwen-Duiveland (Dreischor en Oosterland), twee op Tholen (Stavenisse en Oud-Vosse- meer) en vijf in Zeeuws-Vlaanderen door Rolf Bosboom Schakel met moderne tijd

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 70