I i I VERDIEPING 11 De relationele brandstichter De opportunistische brandstichter De gestoorde brandstichter „Vandalen lijken vooral in de zomer brand te stichten. Niet gek, gezien het feit dat warme avonden eerder uitnodi gen tot het laat buiten hangen. Dat ze op dinsdag en donderdag vaker toe slaan in de avond of na drie uur 's nachts, kan mogelijk samenhangen met activiteiten die jonge jongens dan vaak samen hebben: de momenten na de voetbaltraining of na het stappen", suggereert Dalhuisen. Meer kennis over daderpatronen kan de politie helpen met de opsporing. Want, zeggen de onderzoekers, veel brandstichtingszaken blijven nu een maal onopgelost omdat bewijsmateri aal letterlijk in vlammen opgaat. Ook wordt niet standaard een tech nisch brandonderzoek uitgevoerd als in eerste instantie door de brandweer geen oorzaak is vastgesteld. Het is tijd rovend werk en er zijn weinig aankno pingspunten. Voor de politie is dat vaak reden om geen arbeidsintensief onderzoek te starten. Idealiter zou dat brandtechnisch on derzoek door de politie bij iedere on opgehelderde brandoorzaak wel moe ten plaatsvinden, zeggen de onderzoe kers; ook omdat aan de hand van getui genverklaringen misschien alsnog aan wijzingen zijn te achterhalen over een dader die achter meer gevaarlijke bran den blijkt te zitten. „Dit onderzoek draagt in ieder geval bij aan het geven van inzicht en geeft daarmee ook rich ting aan het opsporingsonderzoek", licht Dalhuisen toe. „Wat wij aanto nen, is dat er in geval van bepaalde de- lictkenmerken gedacht kan worden aan bepaalde typen daders. Zijn er bij voorbeeld brandversnellende midde len (zoals benzine, red.) aangetroffen? Dan wijst ons onderzoek eerder op 'op portunistische' of'relationele' en juist minder op 'gestoorde' of'zuchtige' brandstichting." Het boek, dat Dalhuisen en Koenraadt in opdracht van kennisinstituut Poli tie en Wetenschap schreven, neemt een van de grootste misverstanden weg, namelijk dat een serie branden in een dorp of stad wel het werk van een pyromaan zal zijn. „Pyromanen vormen een heel specifieke groep. Er is zelden sprake van pyromanen of an dere soorten daders met een fascinatie voor brand. De meeste branden in Ne derland lijken toch vooral het werk van vandalen. Daarna komt de groep gestoorde brandstichters het vaakst in de door ons doorzochte dossiers voor." Hoewel de meeste brandstichters al leenstaande, autochtone.mannen zijn, lijken vrouwelijke brandstichters een inhaalslag te maken. Ze zijn vooral te rug te vinden in de categorie 'gestoor de brandstichters'. Koenraadt: „Dat vrouwen in opkomst zijn is iets dat je in het algemeen in de criminaliteitscij fers terugziet. Een derde van de vrou welijke tbs'ers heeft wel eens brand ge sticht, veelal als gevolg van een psychi sche stoornis. De emancipatie slaat ook hier toe." 'm I DINSDAG 1 JULI 2014 Het boek 'brandstichters onder vuur' wordt vandaag tijdens een discussiedag ge presenteerd bij het Willem Pompe Insti tuut in Utrecht. Aanvang: 9.30 uur, deelna me gratis. Omschrijving: De brand richt zich specifiek op een bekende met wie.de relatie verstoord is; het terugpakken van die beken de is het belangrijkste motief. Wie: Autochtone man van rond de dertig, woont zelfstandig, heeft een relatie, is impulsief en vaak is er vaak sprake van alco hol- en drugsproblemen. Doelwit Brandstichting is meestal in een woonwijk. De brand richt zich op vrienden, bekenden, kennissen, maar ook ex- partners. Er is los van de materiële schade vaak sprake van groot levensgevaar voor de personen die doelwit zijn. Werkwijze: Dit soort daders plant het delict vaker, de gemiddelde afstand die hij aflegt naar degene of de plek die hij in brand steekt is groter: 12,7 kilometer. Vaak gebruikt de dader een auto om op de plaats delict te komen. Er wordt gebruik gemaakt van brandver snellende middelen. Wanneer slaat hij toe: De branden vinden vooral in het najaar en de wintermaanden plaats, in de avonduren of 's ochtends vroeg. Omschrijving: Brand wordt gebruikt om bepaald voordeel te halen, bijvoorbeeld verzekeringsfraude of het verdoezelen van een ander delict. Wie: Alleenstaande Nederlandse mannen van midden twintig met een benedengemiddelde intelligentie. Vaak geen voorge schiedenis bij justitie of hulpverlening. Doelwit Het gaat vaak om branden die uitsluitend zijn gericht op materiële zaken. Vaak gesticht in de plaats waar de dader woont of werkt, bijvoorbeeld bij voertuigen of woningen. Werkwijze: Van tevoren uitgebreid gepland. Meestal gebruik van een brandversneller. Veelal samenwerking met mede daders. Auto is vaak het vervoermiddel van de brandstich ter. Gemiddelde reisafstand tot doelwit: 7 kilometer. Wanneer slaat hij toe: Dit soort branden wordt meestal in de donkere wintermaanden gepleegd, op een doordeweekse dag in de vroege ochtend uren of juist in de namiddag. Omschrijving: Brandstichting vanuit een waan of psy chose of vanuit een suïcidepoging. Brandstichten als 'cry for help'. Wie: Mannen van in de dertig die geen relatie heb ben en gemiddeld intelligent zijn, maar er zitten ook vrouwen tussen. Zonder vrienden of werk, vaak verminderd toerekeningsvatbaar. Doelwit Vaak is eigen woning het doelwit, doel is vaak om personen (of zichzelf) te schaden. De gestoorde brandstichter handelt impulsief, is alleen en vaak onder invloed van middelen. Sommigen blijven op de plaats delict aanwezig of pro beren de brand ook weer te blussen. Werkwijze: Weinig gebruik brandversnellers, er is vaak sprake van meerdere brandhaarden. Afstand tot plaats delict is minimaal. Bijna altijd eigen woon- of werkplek. Wanneer slaat hij toe: Gestoorde brandstichters stichten het hele jaar door brand, met een kleine piek in juli en november, vooral tusssen negen uur 's ochtends en negen uur 's avonds.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 11