SPECTRUM 7
2014
Ze doet zelf de voor
deur open, loopt naar
de keuken, zet koffie,
gaat zitten en praat.
Niets is vanzelfspre
kend aan dit alledaag
se tafereel. Voor elke
handeling heeft Simonne van Gennip
(40) jaren moeten vechten. In oktober
2008 ontwaakt de immer drukke jour
nalist half verlamd in een ziekenhuis
bed. Ze weet niet waarom. Als ze voor
het eerst op het toilet wordt gezet,
snapt ze echt niet wat ze moet doen.
'Poepen, je moet poepen', roept de
zuster haar toe. De eenzaamheid is
het ergste. „Je wilt iets zeggen, maar
dat lukt niet. Er komen alleen wat
vreemde klanken. Je omgeving be
grijpt je niet. Die zegt dat je 'lekker
moet gaan slapen.' Je voelt je machte
loos en buitengesloten. Dan neemt
die onvoorstelbaar heftige moeheid
het van je over en zak je urenlang
weg. Daarna begint alles opnieuw."
Van Gennip kan zich die eerste tijd na
haar hersenbloeding inmiddels goed
voor de geest halen. „Vooral dat ge
brek aan woorden. Daarvoor sprak ik
juist altijd alles uit. Nu dat niet kon,
voelde ik me heel alleen. Ik was in
eens een totaal ander persoon. Je leeft
volledig in het nu, net als kinderen. Je
hoort lawaai of je voelt angst, daar
blijft het bij. Je begrijpt niet wat er
gaande is, waarom je omgeving zo ver
drietig reageert. Er is vooral verwar
ring."
Sommige artsen maken het er niet be
ter op. Ze spreken over haar, niet met
haar. „Ze deden ook geen moeite iets
in eenvoudige woorden uit te leggen."
Gaandeweg ziet ze hoe slecht de ande
re patiënten eraan toe zijn. „Dat raak
te me. Maar ik had niet in de gaten
hoe het met mezelf was gesteld. Ze
vertellen dat je een hersenbloeding
hebt gehad. Je weet dat dit erg is,
maar je voelt geen emotie. Je bent
voor het eerst zwanger, er komt een
kind. Dat is het. Je bent net een grote
puzzel met losse stukken."
Dan wordt dochter Julie - wonderwel
gezond - geboren. Via een keizersnee.
Van Gennip wil een goede moeder
zijn, maar veel verder dan zelf voeden
komt ze dan niet. Niks onbezorgd van
je kind genieten. Altijd hulp vragen.
Het klaarmaken van de fles met de
goede hoeveelheid schepjes poeder, is
al een zware opgave. Hoe lang moet
de magnetron ook alweer aan? „Als ik
toen had beseft wat ik mankeerde,
had ik vermoedelijk niet durven vech
ten. Gelukkig is er regelmatig die
sluier van je hersenaandoening die
alle besef van realiteit bedekt."
Opmerkelijk genoeg houdt Van Gen
nip wel besef van tijd. Ook met getal
len gaat het aardig, maar haar pincode
is ze vergeten. „Je wordt niet volledig
teruggeplaatst. Niet alle vakjes in je
hoofd zijn ineens leeg. Je zou kunnen
zeggen: ik wist dat ik journalist was,
maar hoe je vla met een lepel eet, dat
was moeilijk. De ene dag kun je iets,
de andere keer kan dat weer verdwe
nen zijn."
Terwijl haar omgeving allerlei kleine
verbeteringen constateert, beseft zij
zelf steeds meer wat ze nu niet meer
kan. Lopen, praten, onthouden; alles
rammelt. „We zaten in een omge
keerd proces. Daardoor werd het
steeds moeilijker elkaar te begrijpen.
Ik wist dat ik journalist
was, maar hoe je vla
met een lepel eet, dat
was moeilijk
Iedereen was zo lief en zorgzaam.
Maar ik had vaak het gevoel: ga alle
maal weg. Laat me alleen, dan kan ik
mijn eigen leven leiden. Dat kon na
tuurlijk niet, maar dat dacht ik."
Je leven voelt als één grote gevange
nis, blikt ze terug. Zoals ze in haar
boek schrijft: 'De ruimte tussen de
spijlen mag verschillen, maar slachtof
fers van een hersenbloeding belanden
ieder in hun eigen kooi'.
Ineens komt daar, volkomen onver
wacht, een stukje bevrijding. Ze
wordt voor het eerst boos. Op het con
sultatiebureau, op zichzelf, op alles.
„Klotezooi, teringshit...." Er is weer
een emotie van haarzelf. Een keer
punt. Ze heeft vaak gehuild. Om dat
altijd moe zijn, die scheve mond en
dat grote oog, de afhankelijkheid, het
eeuwige gevecht gewoon moeder en
vrouw te kunnen zijn.
Gelukkig weet ze nu ook iets meer
over de oorzaak: een vaatkluwen in de
hersenen, die met bestraling kon wor
den behandeld.
Simonne van Gennip heeft de afgelo
pen jaren veel geleerd. „Ik moet an
ders leven, geestelijk en fysiek. Ik kan
niet zo veel meer op een dag doen.
Dus moet ik kiezen. Kletsen over niks
is verloren energie. Praten, muziek
luisteren en tegelijkertijd de tv aan,
dat is te druk. Ik spreek nu ook veel
rustiger. Als ik over een onderwerp
met iemand praat, luister ik intenser."
Wat eerder eenzaamheid was en pijn
lijk voelde, is ze gaandeweg als rust
gaan ervaren. „Ook is de paniek van
vóór mijn hersenbloeding weg. Ik
kreeg die paniek soms al bij iets
kleins. Ik kon er wel bij werken, maar
het beheerste mijn leven. Het is een
bevrijding dat gevoel kwijt te zijn,
maar tegelijkertijd vreemd."
Mails stuurt ze tegenwoordig mond
jesmaat rond. „Toen ik mijn enorme
hoeveelheid oude mail doornam, viel
me op hoe vaak die over 'niets' ging.
Ik vind het pijnlijk dat ik mijn oude
tempo niet meer haal, maar ook heel
rustgevend. Mijn geest en lichaam
zijn nog niet één. Mijn arm en been
willen nog niet goed mee. Als ik moe
ben, merk ik dat aan mijn praten. Of
ik noem de goudvissen eendjes en ver
wissel ik 'hemdjes' en 'vestjes'. Mis
schien valt er nog iets, een procent of-
zo, te winnen. Als ik nu te veel accep
teer, dan gebeurt er niets meer."
Van Gennip schildert tegenwoordig
ook. „Met links. Ook schrijven heb ik
opnieuw geleerd, met links. Als je
rechts bent en met links gaat schilde
ren, word je nooit zo goed. Maar ik
blijf het wel doen, het is echt gewel
dig."
En nu ligt er dit boek. Ze is er trots
op. „Vergeet niet dat het eerste woord
je dat ik na mijn hersenbloeding
schreef'hallo' was. Meer lukte niet.
Het was nooit de bedoeling een boek
te schrijven, maar als journalist kon ik
niet anders. Het werd, naast mijn
dochter Julie, mijn overleven."
Ze schreef dit verhaal voor lotgeno
ten. „Maar ook voor iedereen die op
een kruispunt in zijn leven staat. Die
zich afVraagt: wat wil ik en kan ik dat?
Als je wilt, is er veel mogelijk."
Werken zoals vroeger gaat niet. „Het
is pijnlijk niet te weten of dat ooit te
rugkomt. Ik ben blij met mijn gezin:
mijn man, twee stiefdochters en in
middels twee dochters. Ik twijfel er
niet aan of ik een goede moeder ben.
Maar wel of ik de moeder ben die ik
had willen zijn. Maar wat ik ook ga
doen: het moet mijn eigen keuze zijn.
Er is me nu te veel overkomen."
De eenzaamheid
is het ergst
door Anja van den Akker
foto Wiebe Kiestra
Simonne van Gennip - Een foutje in mijn
hoofd. Cargo, 17,90 euro; e-book
14,99 euro.
©reageren?
spectrum@depersdienst.nl