ar
Kwaliteit
66 Klachten door
ouders worden te
vaak afgedaan als
gedrag dat bij
pubers hoort
18 GEZOND
HUISARTS
Jos van Bemmel
Twee koppen in de Volkskrant
van afgelopen maandag: 'Door
concurrentie krijg je juist geen
betere zorg' en 'Zorg moet weer
terug naar de arts'. Graag sluit ik
me aan bij de auteurs die zich ke
ren tegen de geldverslindende
overheidsbemoeienis en vooral
het contraproductieve najagen
van kwaliteit binnen de gezond
heidszorg. De kwaliteitsverbete-
ring binnen de huisartsgenees
kunde van de laatste decennia
staat grotendeels op het conto
van de beroepsgroep zelf. Zo
werd gestart met een met uitge
breide, specialistische huisartsop
leiding, met verplichte nascho
ling en beter onderwijs in com
municatieve vaardigheden. Daar
naast kwam het Nederlandse
Huisarts Genootschap (NHG)
met een wetenschappelijk verant
woord standaardboek, een basis
voor het huisartsgeneeskundig
handelen. Tenslotte kwam het
NHG met een keurmerk, een
soort kwaliteitsbewijs voor de
huisarts, waarvan het behalen
weliswaar een hoop tijd en geld
kost, maar vooruit. Huisartsen
weten blijkbaar heel goed hoe de
eigen kwaliteit verbeterd kan
worden. Maar zorgverzekeraars
weten het nog beter. Zij zijn de
echte kwaliteitexperts. Ze stre
ven naar topkwaliteit voor een la
ge prijs wat helaas niet lukt. Van
daar de uitvinding van de restitu
tiepolis. De verzekeraar bepaalt
dan naar welke ziekenhuisarts u
wel of niet mag. Zij weten wat
goed voor u is. Voor de huisarts
ligt dit anders. De huisarts moet
van de zorgverzekeraar sowieso
topkwaliteit leveren, omdat ze
geen invloed hebben op uw vrije
huisartsenkeuze. En dus dringen
ze de huisarts hun kwaliteits
ideeën op. Maar de huisarts heeft
zijn buik vol van onzinnige kwali
teitseisen. Behalve natuurlijk als
het geld oplevert.
Zo kwam de grootste zorgverze
keraar met de PraktijkPlus Modu
le, een soort NHG-keurmerk in
een ander jasje. Om te voldoen
aan de eisen van dit 'geheel nieu
we' concept zijn, voor een paar
euro per patiënt, vele huisartsen
(ik ook...) bezig met allerhande
bureaucratische invuloefeningen.
Ook kunnen huisartsen zich aan
melden voor andere innoverende
kwaliteitsprojecten als de (pre)
GEZ of de GEZ voor gevorderden.
Opnieuw een papieren moloch
die nauwelijks bijdraagt aan de
reeds uitstekende kwaliteit van
de gemiddelde huisarts. Sterker
nog, het eindeloos invullen van
formulieren en uitvoeren van
kwaliteitsonderzoeken kost de
huisarts zo veel energie dat hij
steeds minder toekomt aan zijn
werkelijk taak, de patiëntenzorg.
De huisarts doet al dat extra
werk heus niet in zijn vrije tijd.
Ook huurt hij liever geen bureau
craat in, want voordat die inge
werkt is. Natuurlijk is de huisarts
niet verplicht deel te nemen aan
dit soort lucratieve projecten,
maar de verleiding is groot. Uit
eindelijk leidt dit alles niet tot
kwaliteitsverbetering maar tot
verslechtering. De patiënt is de
dupe. De zorgverzekeraar wint,
want die verdeelt en heerst. En
de huisarts klaagt niet zolang de
geldkraan openstaat.
3ij aandacht voor huiselijk geweld blijft één vorm van
ernstige mishandeling tot nu toe onderbelicht: dat van
kinderen tegen (een van) hun ouders. Elize raakte de grip
op haar zoon volledig kwijt. Toen ze aangifte deed, kwam
eindelijk hulpverlening op gang.
Elize (58), beleidsmedewerker
bij een instelling voor hoger on
derwijs, is een van de slachtof
fers van oudermishandeling.
Zij kijkt terug op een zware pe
riode van haar moederschap,
waarin zij te vrezen had voor
haar eigen veiligheid. Die werd ernstig be
dreigd door haar destijds 15-jarige zoon.
„Als ouder ben je geneigd alles met de man
tel der liefde te bedekken, maar dat werkt
niet. Je denkt 'er wordt nu wel heel veel ge
scholden en gekleineerd' en probeert daar
sancties aan te verbinden. Maar heel lang
zaam aan schuift de grens op. Totdat, zoals
in mijn geval, je eigen kind ertoe overgaat
fysiek geweld tegen je te gebruiken. Dat
was voor mij de grens, absoluut."
Elize besefte dat zij de controle vanaf dat
moment helemaal kwijt was. „Ik belde al
tijd de politie als ik door mijn zoon werd
geslagen en gestompt. Toen hij mij weer
onwijs te lijf ging, heb ik mijn oudste zoon
gevraagd 112 te bellen. Bij de agent die toen
kwam, heb ik aangifte gedaan. Dit stopt
niet, wist ik, ook al zouden we daarna onge
twijfeld weer in rustiger vaarwater komen
en zou hij zoals gebruikelijk spijt tonen."
Dat Elize het lastige besluit nam haar eigen
zoon aan te geven, laat zich makkelijk ver
klaren. „Dat was een noodgreep, in uiterste
wanhoop. Maar het levert wel wat op."
Haar zoon belandde in een instelling voor
gesloten jeugdzorg. „Daar werken ze onder
meer met gedragsregulatie. Bij mijn zoon
was het zo dat alle emoties, woede, stress,
niet goed in z'n vel zitten, werden omgezet
in agressie. Daar moest verandering in ko
men en dat doe je niet in een week. Hij
heeft een jaar in gesloten jeugdzorg doorge
bracht en is daar erg van opgeknapt."
Haar inmiddels 19-jarige zoon kwam daar
na weer naar huis, bij haar en zijn drie jaar
oudere broer. „Dat is nog steeds niet altijd
makkelijk. Hij kan nog wel eens boos zijn
en schelden, maar de mishandelingen zo
als we die hebben meegemaakt, hebben
zich niet meer voorgedaan. Hij weet het,
als er weer iets zou voorvallen, dan zou ik
opnieuw aangifte doen."
Elize grijpt dit interview, dat ze uitslui
tend anoniem wil afstaan, aan om lotgeno
ten te helpen. „Hoe ik destijds ook zocht
op internet, er was niets over oudermishan
deling te vinden. En dan denk je 'ik ben de
enige sukkel'. Zelf zocht ze lang tevergeefs
naar een goede ondersteuning bij de pro
blemen van haar zoon. Pas op zijn 15e werd
duidelijk dat hij kampte met een ernstige
gedragsstoornis. „Dat wist ik niet toen hij
10 was en zich al allerlei signalen voorde
den. Hij reageerde buitenproportioneel, leg
de altijd de schuld buiten zichzelf. Ik klop
te aan bij een kinderpsycholoog. Ik meldde
mijn zoon aan bij Bureau Jeugdzorg. Daar
vroegen ze mij 'waar is uw zoon?'. Die was
toen 13 en wilde niet mee, omdat hij zelf
niet inzag dat hij een probleem had. 'Dan
kunnen we niets voor u doen', zeiden ze
bij jeugdzorg."
Van familie en vrienden ondervond ze veel
steun, professionals daarentegen lieten het
afweten. „Ik had in die tijd totaal geen grip
Kind met
losse handjes
door Dora Rovers illustratie Jos Diender
Annemiek Goes