In het project Venster op de Wereld belichten on derzoekers een vierkante kilometer bij Dreischor van alle kanten. De PZC tekent in een serie, rei zend door de tijd, verha len uit het gebied op. Vandaag aflevering 4: kasteel Windenburg. 1 2 SPECTRUM reportage DE VIERKANTE KILOMETER VAN DREISCHOR Huis Windenburg Als je gaat graven, zou je zelfs op het wrak van een burge meestersauto kun nen stuiten. Huis Windenburg, het markante pand aan de Slotstraat in Dreischor, rust letter lijk op de geschiedenis. In de volks mond heet het pand het 'kasteeltje'. Eeuwenlang stond op dezelfde plek een echt kasteel, dat in 1837 echter zonder scrupules voor afbraak werd verkocht. fan Peter Dijkstra is al sinds 1988 eige naar van het huis. „Destijds woonde en werkte ik in Brussel - ik ben lange tijd diplomaat geweest - en ik zag dit huis in de Woonkrant van De Tele graaf staan. Ik kende deze regio van een studiegenoot van mij. Zijn ouders woonden in Zonnemaire, dus we kwa men hier met een zekere regelmaat. Naar aanleiding van die advertentie ben ik een tripje naar Schouwen-Dui- veland gaan maken en ik viel als een blok voor dit huis. Het was liefde op het eerste gezicht en ik heb het met een gekocht." „De sfeer in het dorp vond ik erg pret tig. Dit gebied straalt veel rust uit, wat ik heel aangenaam vond, tot op de dag van vandaag. Als iemand in Nieuwerkerk zijn brommer start en over het dijkje rijdt, hoor je hem al van kilometers ver aankomen. Zo stil is het hier. Maar vooral vond ik het huis bijzonder. Het paste me ook qua ruimte. Het lijkt groot, maar qua ruim te is het minder kolossaal dan het er van buiten uitziet. Dat is een beetje gezichtsbedrog." Het oorspronkelijke slot is gebouwd rond 1400, waarschijnlijk in opdracht van graaf Albrecht van Beieren. Drie kwart eeuw later werd het in op dracht van Adolf van Kleef (heer van Dreischor) ingrijpend verbouwd en onder meer voorzien van drie toren tjes. De laatste eigenaar was Cornelis de longe (1764-1852). „Die had er ech ter geen enkele behoefte aan", zegt ge meentearchivaris Huib Uil. „Hij woon de bovendien ergens anders. Dan sta je voor de keuze: óf geld betalen voor het onderhoud óf je breekt het af en dan brengt het nog een aardige cent op." Dat laatste gebeurde, in 1837. Aanne mer Barend Janse uit Brouwershaven telde 3475 gulden neer voor de mate rialen en werd voor 351 gulden eige naar van de fundamenten en de slot gracht. Wat er met de 240.000 stenen is gebeurd, valt niet meer te achterha len. „Waarschijnlijk is slechts een deel ervan hergebruikt", denkt Uil. „Die kloostermoppen waren daar niet echt geschikt voor. Ik schat zo in dat het grootste deel als puin is wegge voerd." Eind jaren twintig werd besloten de slotgracht te dempen. Omdat er geen geld voor was, werd alles gebruikt wat voorhanden was. Buurtbewoner en oud-raadslid Jan van der Doe zei in 1963 in deze krant zich goed te kun nen herinneren hoe zelfs de oude au to van burgemeester Van Nahuys met dat doel in het water verdween „Ieder een kwam er zijn huisvuil storten en nog veel meer." Na de watersnoodramp werd, on danks veel discussie over de archeolo gische waarde van de locatie, besloten een ambtsbewoning voor de burge meester op de fundamenten van het kasteel te bouwen. Dat gebeurde met geld van de gemeente Renkum, die zich na de watersnoodramp over Dreischor had ontfermd. Burgemees ter Vermeulen betrok het pand in 1956. Nog maar vijfjaar later ging Dreischor op in de nieuwe gemeente Brouwershaven en verloor het huis zijn functie. De nieuwe gemeente ver kocht het pand in 1968 aan architect fan le Clercq. Sindsdien is het dus in particuliere handen. De sporen van de eeuwenlange histo rie van de plek zijn, voor wie goed kijkt, nog zichtbaar. De contouren van de vroegere, bijna tweeënhalve meter kasteelmuur omringen het huis. De afmetingen maken duidelijk dat het slot, hoewel het op historische afbeeldingen imposant oogt, slechts bescheiden was. „Het huis is acht bij acht meter. Het kasteel was zeventien meter breed. Het was maar heel klein." De vermoedelijk enige steen die be waard is gebleven is de gevelsteen die boven de voordeur is gemetseld, met daarop het wapen van de familie Ockerse (eigenaar van het slot in de achttiende eeuw), gecombineerd met het wapen van Dreischor. „Nazaten hebben mij erop geattendeerd dat de kleuren niet klopten. Daarom ben ik door Rolf Bosboom Huis rust op geschiedenis 4» V;

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 62