BUITEN 19
Vorige week was ik weer eens op de eëndenkooi in Anna Jacobapolder.
Ik voel me altijd bevoorrecht dat ik op dat soort ecologische hotspots
gewoon voor mijn werk moet wezen. Want de kooiker Annet de Ruiter
heeft over de natuur op de kooi altijd wel iets te melden wat
interessant is. Ik mocht dit keer op het gazon komen kijken naar een
mooie keverorchis, maar direct al viel mijn oog op iets anders wat ik
nog nooit gezien had. Op het erf bloeide een witte variant van het
Robertskruid. Nooit eerder gezien en nog nooit van gehoord.
doorChiel Jacobusse
Er wordt aan dat soort rariteiten tegen
woordig nauwelijks aandacht besteed
door floristen, daarom heb ik eerst in de
oudste druk van de flora van Heimans,
Heinsius en Thijsse gekeken of die deze
variant vermelden, maar dat bleek niet
het geval. De nieuwste flora van Heukels
vermeldt het echter wel: kroonbladen helder-
roze, zelden wit! Door de witte kleur kwam de hel
der oranje kleur van het stuifmeel heel mooi tot zijn
recht. Gek genoeg had ik op het erf van de eenden
kooi al eens eerder een plant gevonden met een af
wijkende witte kleur. In dit geval ging het om een
bijenorchis, een veelkleurige orchidee waarvan de
witte vorm eveneens erg zeldzaam is.
Maar op de kooi zijn het niet in de eerste plaats de
plantjes, maar toch vooral de vogels die de show ste
len. Vorige week een zingend paapje dat op twee ver
schillende dagen gespot werd. Volgens de officiële
criteria voldoende bewijs voor een broedgeval. Dat
is omdat de zogenaamde datumgrens al ruim
schoots gepasseerd is. Sommige vogels zingen ook
tijdens de trek en daarom is voor iedere soort een da
tumgrens vastgesteld, waarna je mag uitgaan van
een broedgeval. Voor het paapje ligt die op 15 mei en
onze vogel zong 5 en 6 dagen later nog! Als dat echt
klopt is het ronduit spectaculair, maar we moeten
toch nog even afwachten met een definitieve conclu
sie. Dat paapje was overigens dit jaar alweer de zo
veelste in een rij van bijzondere vogelwaarnemin
gen. Een maand geleden waren het de zomertalin-
gen die op de kooiplas waren neergestreken die ons
onweerstaanbaar die kant op lokten. Ongetwijfeld
waren die aangelokt door de tamme zomertalingen
die kooiker Annet in één van de vangpijpen houdt,
want groepjes zomertalingen zijn verre van gewoon.
Er staat langs één van de vangpijpen een mooi ver
scholen hutje en dat leek een prima gelegenheid om
de zomertalingen te observeren en mogelijk op de
gevoelige plaat vast te leggen. Op een vroege lente
ochtend vouwde ik mij op in het schuilhutje; maar
wat er kwam: geen zomertalingen. Er waren prachti
ge dodaarsjes bezig met de balts en tafeleenden na
derden het schuilhutje soms tot op minder dan vijf
meter. Maar de zomertalingen leken wel van de aard
bodem verdwenen. Na een anderhalf uur zitten was
het tijd voor andere verplichtingen en werd mijn
plaats ingenomen door een collega-fotograaf. Ook
die kreeg van de zomertalingen geen spoortje te
zien, maar wel streek er binnen foto-afstand een
prachtige havik neer. Natuurlijk is je ochtend dan
goed, ook al heb je je oorspronkelijke doel gemist.
Door een gemiddelde kooiker wordt zón havik overi
gens met gemengde gevoelens begroet. Het zijn ge
duchte jagers die prooien als eenden niet versma
den. Net als bijvoorbeeld bunzingen, vossen, herme
lijnen, reigers en andere roofdieren werden haviken
vroeger op een eendenkooi vaak zonder scrupules
verwijderd. Door verstoring van het nest, door van
gen of zelfs door afschot werd een eendenkooi vrij
van natuurlijke vijanden gehouden. Hoewel we de
oudste kooikerspraktijken zoveel mogelijk in stand
houden, doet Het Zeeuwse Landschap op de eenden
kooi uiteraard niet aan het bestrijden van predato-
ren. Juist de grote biodiversiteit is reden om zo'n
eendenkooi veilig te stellen en ook de predatoren
vormen daar een onderdeel van.
WOENSDAG 28 MEI 2014
Op de eendenkooi
is het altijd wat
Witte bijenorchis foto Chiel Jacobusse
Havik
Paapje op een bramentak
Wit robertskruid