Wegel en kouter SPECTRUM 13 - standplaats Brussel Petra Janbroers buitenland ren Adnans arm en been afgerukt, zijn gezicht was totaal onherkenbaar. „Zo lag hij op straat. Ik heb hem opge tild en naar mijn appartement gedra gen. Daar is hij gestorven. Zijn broer belde me later. Waar Adnan was..." Hij schudt zijn hoofd. Te veel gruwel beelden staan op zijn netvlies. Ja, de oorlog heeft hem veranderd. De eer ste maanden huilde hij vaak, later niet meer. Je went aan kinderen die in gro te pijn sterven, als er elke dag nieuwe slachtoffers zijn. Zijn hart werd van steen. Maar de steen brak. Op 15 okto ber 2012 besloot hij het ziekenhuis en de oorlog te verlaten. Weg uit Syrië. Malek trok de TXirkse grens over en pakte de bus naar Istanbul. Daar belde hij zijn moeder en vertelde haar dat hij naar Bulgarije zou doorreizen. Naar zijn vrouw en schoonfamilie die al een paar maanden eerder vertrok- J ken uit Damascus en beland waren in een Bulgaars opvangkamp. Malek zocht in Istanbul contact met dezelf de mensensmokkelaar die ook zijn vrouw over de grens had geholpen. Hij werd meteen doorgestuurd naar Edirne, een stad vlakbij de grens met Bulgarije. Voor 400 dollar zou hij de zelfde nacht nog in Bulgarije worden afgeleverd. Malek' was niet alleen. Drie families, met negen kinderen en nog drie andere Syrische jongeman nen gingen 's nachts door de dichte bossen op pad. Het was koud en nat. De vluchtelingen splitsten zich in twee groepen. Ze liepen meer dan tien uur achter elkaar. Maleks groep was opgelucht en blij toen het Bulgaarse dorp Razdel werd bereikt. Ze hadden het gered. Maar de dorpelingen waarschuwden de Bul gaarse politie. De agenten waren woe dend toen ze de haveloze Syriërs aan hielden. 'No Bulgaria, no Bulgaria', schreeuwden ze. 'Keep silent'. De vier jongemannen werden meteen terug gebracht naar de grens. Daar stonden ook de andere Syrische families, be waakt door grenswachten. De kinde ren huilden, de vermoeide vluchtelin gen ontmoetten weinig barmhartig heid. Ze kregen geen water. Na uren wachten arriveerde de 1\irkse marechaussee. Vergeleken met de bru te Bulgaren waren dat gentlemen, zegt Malek. Ze werden geregistreerd bij de vreemdelingenopvang in Edir ne. Na een dag kon Malek weer gaan. Er zat voor hem weinig anders op dan terug te gaan naar Istanbul. Op zoek naar een andere, betrouwbare men sensmokkelaar. Maar het zijn allemaal grote leugenaars, weet Malek. Samen met Ali, een andere Syriër, waagde hij in januari van dit jaar een nieuwe po ging. Weer werd hij naar de grens ge bracht. Weer moesten ze kilometers lopen. Maar al na een paar uur liepen ze in de armen van de 1\irkse mare chaussee. Malek schudt zijn hoofd: „Weer terug naar Edirne." Zijn 1.200 dollar kreeg hij zowaar terug van de mensensmokkelaar. Dat was netjes. Maar Malek gaf zijn bestorming van 'Fort Europa' niet op. In februari be taalde hij 1.200 dollar voor een nieu we transfer naar Bulgarije. Onderweg naar Edirne hoorde hij dat de smokke laar de Syriërs naar de Griekse grens wilde brengen. Malek stapte meteen uit. Wat moest hij in Griekenland? Zijn vrouw zat in Bulgarije. Teleurge steld keerde hij terug naar Edirne. ié je went aan kinderen die in grote pijn sterven. Mijn hart is van steen geworden Een hotelmanager bracht hem in con tact met een andere mensensmokkel aar. Het tarief was 600 euro. Aan komst in Bulgarije gegarandeerd. „Ik ging op pad met twee broers. Adnan en Mahmud uit Damascus, kinderen nog. Ze waren 12 en 16 jaar. Ik wilde hen de trip niet alleen laten maken." Voor de derde keer begon hij aan de lange voettocht door het beboste grensgebied. Het regende. De broer tjes konden hem amper bijhouden, de jongste huilde, had buikpijn. Na uren lopen staken ze de grens over. Hij zou zijn vrouw nu spoedig zien. Maar uit het niets doken plots Bulgaarse grens wachten op. 'Kop dicht en naar bene den kijken', brulde er eentje in het En gels. Malek voelde een knuppel kei hard op zijn rug neerkomen. Ze wer den in een auto gesmeten. Hij vertel de de Bulgaren dat hij een dokter was, uit Syrië. Maar dat maakte ze allemaal niets uit. Weer kreeg hij een klap. Met twee huilende broers werd hij weer over de grens gezet. Na vier uur lopen en doodmoe arriveerden ze midden in de nacht in een T\irks dorp. Een boer nodigde de Syriërs uit binnen te komen. Malek was blij toen hij ook de vrouw en dochter van de boer zag. Een gewoon gezin, dacht hij nog en hij vroeg of de boer hen naar Edirne zou willen brengen. Toen Malek even later van het toilet terugkwam, zag hij de boer in zijn rugzak neuzen en zijn telefoon pak ken. Malek wilde zijn telefoon terug. De T\irk kwam daarop met een groot mes op hem af. Malek had het hele maal gehad. 'Denk je dat ik bang ben? Ik kom uit Syrië. Ik ben alles kwijt. Steek me maar dood hier. Kan mij het schelen.' De twee jongens waren doodsbang. De boer eiste geld. Nadat hij 50 dollar had betaald, konden ze gaan. In een schuurtje vonden ze een slaapplek. Niemand in het dorp wilde hen de volgende ochtend een lift ge ven. Pas onderweg naar Edirne stopte een auto, die hen naar de stad bracht. De bestuurder vroeg voor dat ritje van 10 minuten 100 dollar. Malek zegt bitter: „Ik was zo moe, boos, verdrie tig. Het leek wel een bizarre film waar we in zaten." Hij wierp de chauffeur een briefje van 50 dollar toe en stapte met de jongens uit de auto. Malek kijkt op zijn mobieltje. Een be richt van zijn vrouw. Zij en haar fami lie hebben na vijf maanden wachten een Bulgaars paspoort gekregen en vertrekken naar familie in Duitsland. „Ze hebben lang op mij gewacht, maar het leven in Bulgarije is moei lijk. Daar moeten ze Syriërs niet." Europa. Malek is er vlakbij, maar het lijkt onbereikbaar. Als arts had hij zich een andere voorstelling gemaakt van opvang en solidariteit met mede mensen in nood. „De hele wereld vindt het zó erg voor Syrië wat er ge beurt, en zó erg voor ons, de vluchte lingen. Maar niemand doet wat. Ik ben in Bulgarije geslagen als een cri mineel. Waarom?" Zeg mij wat u eet, en ik vertel u wie u ér- bent. Die uitdrukking kent u al. In Bel gië eet de gewone man friet. En mosse len, stoofvlees, stoemp (stamppot), gar nalenkroketten, boudin noir (bloed worst), weggespoeld met een stevige pint Belgen zijn Bourgondische levensgenieters, dat zeker. Op de zaterdagmarkt halen ze niet alleen hun verse groentes, zè komen er ook voor een hapje en een drankje. Tussen de kramen, staande rond hoge ta fels, slurpen ze gerust om elf uur 's ochtends een glas wijn of bier weg, al dan niet met een bak garna- len of oesters erbij. Op zondagmiddagen rond een uur of vier, vijf, zie je nog altijd grote Vlaamse gezin nen inclusief bompa en bomma (opa en oma) het plaatselijke restaurant uit wankelen na een lange, vochtrijke lunch. Pico bello gekleed. Voor de vorm wandelen ze dan nog wat heen en weer. Mijn variant is: wandel door het achterland en ik vertel u wie de Belgen zijn. De ziel van Vlaanderen huist in dorpen als Zwalm, Schelde- windeke, Schellebelle, Semmerzake, De Pinte, Erpe-Mere, namen die zo in een strip van Suske Wiske kun nen. Maar die ook meteen de associa tie oproepen met het fictieve dorp Reetveerdegem uit 'De helaasheid der dingen' van Dimitri Verhulst, de autobiografische succesroman van de Vlaamse auteur. Waar vader vaak 'in zijn blote klokken in de gang' staat en de mannen tussen de ene en de andere drankorgie zoveel mogelijk 'poepen', Vlaams voor de geslachtsdaad. Het land waar niets te doen is, behalve (over)leven. Het is er buiten uitgestorven. Wat zich binnen afspeelt, blijft verborgen achter de hoge muren, hekken en heggen waar de Vlaming zich terugtrekt. Een zonnige zaterdag, strakblauwe lucht, het Grote Routepad GR122 door het Scheldeland lokt. In Zotte- gem willen we de auto parkeren om met de bus naar het punt te rijden waar de wandeling de vorige keer eindigde. Het is 40 minuten over half en de bus staat op het punt te vertrekken. Een parkeer plaats vinden we echter niet Ik ga toch maar vast in de bus zitten. „O, ik wacht wel even hoor", zegt de buschauffeur als de situatie wordt uitgelegd, zonder enige stress. Na vijf minuten zegt de vriendelijke chauffeur dat hij nu toch echt moet gaan. „Als je man nou achter me aan rijdt, dan stop ik even bui ten het centrum. Daar kan hij overal en gratis parke ren." De dag begint goed. Over 'wegels' en 'kouters' lopen we zo'n 20 kilome ter nagenoeg parallel aan de Schelde. De benaming kouter verwijst naar de grote aanwezigheid van be- werkte akkers in deze streek, lees ik later, het is af geleid van het Latijnse cultura. Een wegel blijkt Vlaams voor een paadje, vaak langs water. Zo dwa len we over de Sallemeulekouter en Keutelhoekwe- gel naar Dikkelvenne en Hundelgem. Aan schoon heidscommissies hebben ze een broertje dood. Geen huis is hetzelfde, verwaarloosde ellende staat naast een strak moderne villa of een fermetteke - wat wij een boerderette zouden noemen. Het is wonderschoon. ZATERDAG 24 MEI 2014 De Syrische vluchteling Malek is weer te rug bij af: „De hele wereld vindt het zó erg voor ons. Maar niemand doet wat." foto's Yoram van de Velde PASSPORT M5SERMO 30 jaar, getrouwd beroep anesthetist woonplaats Deir ez-Zur (8yrté) tijdelijk verbUJt Edirne (Turkye) ©reageren? spectrum@depersdienst.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 69