REIZEN 21 JT' De Gard in Zuid-Frankrijk is een ondergeschoven kindje van de drukbezochte Ardeche. Toch kun je je er weken vermaken met quad-rijden, kanoën en cultuur snuiven. Echte durfals wagen een sprong in het duister. Abseilen in Grotte de la Sala- mandre in het Zuid-Franse Méjannes-le-Clap kun je met recht een sprong in het duister noemen. Om tussen de verlichte stalagmieten en stalagtieten terecht te ko men, ga je abseilend de grot in. Ik heb vrees voor hoogtes en weet dat 50 meter abseilen niet mee zal vallen, maar angst is er om overwonnen te worden. Dus is het jawoord snel gegeven. Met een groepje van vier doen we mee. Via een smal, rotsachtig paadje begint de klim naar de start. De ons toebedeelde ro de overall past mooi bij mijn schoenen, die volgens de voorschriften vooral stevig moeten zijn. De metalen katrollen rinke len tijdens het lopen. Op de helm prijkt een fel lampje, dat straks licht in de duis ternis moet brengen. De gids stopt en pakt een sleutel, opent het eerste hek en met een knal sluit deze daarna achter ons. Als of een weg terug niet meer mogelijk is. Dan volgt een tweede hek en daarachter zie je al snel het gapende gat. In 1964 daalde speleoloog Roger Véjus als eerste in dit grote onbekende. Pas in 2013 is de Grotte de la Salamandre officieel geopend. Geld, maar ook de bescherming van de vleermuizen waren lange tijd het struikelblok. Er wordt nu gebruikgemaakt van moderne ledlampen om de tempera tuur in de grot niet te verhogen. Wij doen het allemaal wat veiliger dan Véjus, vijftig jaar geleden. Eerst wordt ie dereen vastgemaakt aan de touwen die aan een draagbalk zijn bevestigd. Is ieder een goed vastgesnoerd, dan volgt het on vermijdelijke. De stap naar achteren in het zwarte gat is doodeng. Na 20 meter stuiteren tegen de wand komt de beloning: het panorama is over weldigend. Bungelend aan het touw, bij een temperatuur van 14 graden, ben je op nieuw de ontdekker van een onderaardse wereld. Al is het nu niet zo donker als bij de allereerste afdaling. Langzaam wordt de vaste grond bereikt. Helm af, overall uit en een rondleiding volgt tussen de kleuren van de lampen, die meteen de naam Sala mandergrot verklaren. Een dreigend mu ziekje vult de grote ruimte. Met deze overwinning kan de week niet meer stuk. Alle andere uitdagende activi teiten die ons nog wachten, lijken een peu lenschil vergeleken bij de afdaling in de grot. Zoals het kanoën op de Ceze. Heer lijk ontspannend. Het zonlicht weerkaatst in het bruisende water en we zien dikke vissen onder de kano door zwemmen. Aan de wal bij Saint Victor de Malcap staan quads voor ons klaar. Rijden op zo'n vierwieler is heftig. Zeker als de weggetjes stijl naar beneden gaan en de quad pie pend en kreunend akelig schuin hangt. De everzwijnen met jonkies trekken zich langs de paden niets van het brullende mo torgeluid aan en wroeten gestaag verder. Na deze inspanningen is de volgende dag het 'cultuur snuiven' een welkome afwis seling in het programma. We gaan naar Nïmes. De gids die ons naar boven leidt, weet meer over de historie van de stad. „Het is ongelooflijk wat hier is gebeurd. Werkelijk on-ge-loof-lijk", bouwt de gids de spanning op. „In de Romeinse tijd was stromend water een must voor een voor aanstaande stad als Nïmes. Daarom gin gen deskundigen op zoek naar een bron die hoger lag dan de stad. Die werd ook ge vonden. Om Nïmes te bereiken, moest ech ter een afstand van 50 kilometer worden overbrugd, waarbij iedere kilometer een verval mocht hebben van 25 centimeter!" Na de val van het Romeinse rijk zijn de stenen van het aquaduct gebruikt voor ste den in de regio. Alleen de Pont du Gard is overgebleven, omdat deze een functie had als brug over rivier de Gard. Via een smal trapje kan de top van het hoge aquaduct na enig klimwerk worden bereikt. Het uit zicht over de rivier is de beloning. Piepklei ne toeristen lopen beneden over de brug. De gids vertelt dat we 50 meter hoog zijn. Dat getal heb ik vaker gehoord deze week. WAAR EN WAT FRANKRIJK Méjannes-le-Clap Nimes me S*. T _JfV 'r -r. vv. duister door Max de Krijger Grotte de la Salamandre in Méjannes-le-Clap is van maart tot en met oktober ge opend. De maan den van sluiting vallen samen met de winterslaap van de vleermuizen. Meer informatie op www.grottede- lasalamandre.com. Er is een vliegver binding tussen Rot terdam en Mont- pellier, dat op 120 kilometer van Méjannes-le-Clap ligt. De afstand van Utrecht naar Méjannes-le-Clap met de auto is iets meer dan 1.100 ki lometer. Meer informatie is te vinden op de website van het Frans Bureau voor Toerisme: www.atout-fran- ce.fr. Kijk ook op nl.rendezvousen- france.com. foto boven: Tijdens het kanoën op de Ceze zwemmen dikke vissen onder de kano door. foto links: Stalagmieten en stalagtieten in de Salamandergrot. foto's Max de Krijger en PR ZATERDAG 17 MEI 2014

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 81