Rijkswaterstaat en Defensie hebben gis teren op het Veerse Meer een handvol scheepswrakken boven water gehaald. Plezierjachtjes, die de eigenaren bewust hebben laten zinken omdat ze ervan af wilden. Zo raakt het meer vervuild. 32 ZEELAND WRAKKENBERCINC - Vijf plezierbootjes heeft de actie opgele verd. Een onbekend aantal wrakken ligt nog her en der ver spreid op de waterbo dem. Het gaat om schepen die de eigenaren bewust heb ben laten zinken omdat ze ervan af wilden. Daarmee plegen ze een milieu delict, zegt projectleider Gerius van Woudenberg van Rijkswaterstaat. Rijkswaterstaat voert de berging sa men met Defensie uit. Vorig jaar werd voor het eerst zo'n gezamenlijke actie ondernomen. Het ging om een anker in de Oosterschelde. Die samenwer king is zo goed bevallen, dat toen afge sproken is vaker samen te werken als de gelegenheid zich voordoet. Van Woudenberg: „Voor Defensie is de actie van vandaag een mooie gele genheid om te trainen en te oefenen met de nieuwste apparatuur. Ons biedt het de mogelijkheid wat wrak ken op te ruimen. Wij hebben daar normaal gesproken niet de middelen voor." Duikers van Koninklijke Landmacht en Koninklijke Marine hebben de afge lopen week de actie voorbereid. De sa- ledereen denkt bij 'plastic soep' aan de Stille Oceaan, maar het is dichter bij huis dan je denkt menwerking tussen deze twee krijgs machtonderdelen was een mooie oefe ning op zich. Woensdag werden de wrakken opgespoord en gemarkeerd. Daarbij werd gebruikgemaakt van een stukje hightech: de Navigator. Een dui ker kan daarmee op een vlakke onder waterbodem zestig meter ver kijken. De beelden worden opgeslagen en kunnen later teruggekeken worden. Daarbij houdt de Navigator ook voort durend de positie bij. De Navigator wordt normaal gesproken door de Ma rine onder meer gebruikt om mijnen of lichamen op te sporen. In het Veer se Meer gaf een marine-duiker giste ren instructie in het gebruik van de Navigator aan collega's van de land macht. In de loop van de middag zijn de wrak ken met behulp van banden omhoog- gehesen. Rijkswaterstaat zette daar voor een schip in met een kraan aan boord, dat ook als uitvalsbasis diende voor de duikers. Het gaat nu weliswaar maar om vijf scheepswrakken, maar elk wrak min der is er ééntje. Een halfjaar geleden meldden sportduikers dat er voor de Polredijk, een duiklocatie aan de Veer se kant van het Veerse Meer, van alles op de bodem lag. Bij navraag bleek de visser die daar regelmatig fuiken en vistuig uitzet, wel eens met zijn net ten ergens achter te blijven haken. „Daar begon het mee", verklaart Van Woudenberg. „Je weet natuurlijk: waar water is, ligt rotzooi op de bo dem. Kijk maar wat er boven komt als ergens een gracht schoongemaakt wordt. Zo is het in het Veerse Meer ook. Oude fietsen, afval dat gedumpt is, dingen die van boten afvallen, scheepsmotoren, ankers; dat soort din- gen." Scheepswrakken kunnen bijdragen aan een gevarieerd onderwaterleven. Rondom de wrakken, die onderdak en bescherming bieden, zwemt altijd veel vis. Wrakduiken is dan ook popu lair onder sportduikers, die er met een beetje geluk nog een leuk souvenir vin den. Rijkswaterstaat heeft de Neder landse Onderwatersport Bond (NOB) benaderd of er interesse was om de wrakken te 'adopteren'. In dat geval moet er huur betaald worden voor de locatie. De NOB wees het aanbod ech ter vriendelijk af: wrakken van polyes- terboten dragen niet bepaald bij aan het onderwaterleven. Onder invloed van het zoute water en de golfslag valt het polyester in steeds kleinere stukjes uiteen. Het gevolg is de beruchte 'plas tic soep', water waarin microplastic rondzweeft dat het onderwatermilieu vervuilt. De plasticstukjes worden bo vendien door vissen aangezien voor voedsel en opgegeten, zodat ze in de voedselketen terechtkomen. Van Wou denberg: „Iedereen denkt bij 'plastic soep' aan de Stille Oceaan, maar het is dichter bij huis dan je denkt. Met na me zachte plastics verteren sneller dan we aanvankelijk dachten. In Zee land is er geen studie naar gedaan, maar op ministerieel niveau is daar wel onderzoek naar gaande." Hoeveel er op de bodem van het Veer se Meer ligt, kan niemand zeggen. De wrakken die gisteren geborgen wer den en min of meer bij toeval gevon den werden, lagen binnen honderd meter van elkaar af. „In een diepe put voor jachthaven Oostwatering liggen er ook een aantal", weet Van Wouden berg te vertellen. Het is niet de bedoeling nu het hele Veerse Meer te scannen op scheeps wrakken. „Daar is het gebied veel te groot voor. Dat kunnen wij niet aan. Maar als we een tip krijgen, pakken Scheepjes vissen in het Veerse Meer '«Li* door Ondine van der Vleuten Gerius van Woudenberg, RWS

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 76