BUITEN 19
Eerder heb ik in deze
rubriek al eens ver
teld, wat een moeite
een Grote stern
moet doen om bin
nen een afstand van
maximaal dertig ki
lometer, afhankelijk van één of
twee prooisoorten, één kuiken
per jaar op te voeden. In de zo
merse daglichtperiode maken
ze lange dagen met heen en
weer vliegen, een prooi opzoe
ken en bemachtigen, maar on
dertussen ook zelf eten en de
partner aflossen. De toekomst
van het kuiken wordt niet al
leen bepaald door de hoeveel
heid voedsel dat wordt aangele
verd, maar ook door de kans om
opgegeten te worden door een
predator. Hoe komt een kuiken
deze fase door? De oplossing
ligt bij de ouders.
Slimme en ervaren ouders, in
de ecologie noemen we dat
goed aangepaste ouders, heb
ben een vooruitziende blik. Een
goed begin is het halve werk. Al
voor de start van het broedsei-
zoen maken ze hun afwegin
gen, schatten kansen en moge
lijkheden in en maken dan pas
een keuze voor de nestplaats.
Net als veel andere zeevogels,
denk aan de Jan van Genten,
Drieteenmeeuwen, Alken en Pa
pegaaiduikers, heeft de benut
ting van de dun gezaaide rijke
voedselbronnen er in bijgedra
gen dat ze geconcentreerd neste
len. Alken en Drieteenmeeu
wen nestelen zelfs op een rotsri
chel met alle denkbare risico's
voor de nakomelingen. Van de
Grote sterns passen er tien leg-
sels op de grootte van een keu
kentafel. Agressief gedrag naar
elkaar is dan een verspilling van
energie. Elke vorm van agressivi
teit is in de loop van hun evolu
tie dan ook weggeselecteerd.
Dat gedrag heeft ook weer een
keerzijde. Concentraties van
vriendelijke soorten trekken
roofdieren aan en dus zal je als
pacifist iets slims moeten be
denken om de kans om opge
peuzeld te worden zo klein mo
gelijk te maken.
Laten we eens goed naar de fo
to's kijken. Wat valt er direct
op? Twee dingen. Zeevogels nes
telen op de meest afgelegen en
onbereikbare plekken en ze nes
telen massaal en met verwante
soorten bij elkaar. Met soortge
noten kun je communiceren en
dat is wel zo prettig. Ze neste
len op plaatsen, waar landroof-
dieren niet of nauwelijks kun
nen komen en voor een aanval
van rovers vanuit de lucht, zo
als grote meeuwen, Slechtval
ken, Zeearenden en kiekendie
ven, is de individuele pakkans
kleiner naarmate de groep gro
ter wordt. Hoe meer je dus met
velen bij elkaar bent, hoe klei
ner de kans is, dat jij of jouw na
komeling wordt opgegeten. So
ciaal broeden is niet om de ge
zelligheid, maar is heel bereke
nend. Het mes snijdt van twee
kanten. Er is een concentratie
van voedsel en er is een kleine
kans om zelf opgegeten te wor
den.
Anders dan aan de rotskusten
van Schotland en Noorwegen
zijn het aantal kolonievormen
de soorten aan de zandkusten
kleiner. De Grote stern is er één
van. Ze zoeken eilanden in
estuaria of binnenzeeën op zo
als de Hoge Platen en Griend,
maar ook de uiteinden van
schiereilanden, waar landroof-
dieren ontbreken. Kokmeeu
wen, maar ook de Zwartkop
meeuwen, zijn verwante soor
ten, die dezelfde leefgebieden
opzoeken. Gedrieën vormen ze
een groter getal, dan een kolo
nie van elke soort op zichzelf.
Grote sterns kijken de kat uit
de boom en starten als laatste
met nestelen. Veelal in een com
pacte groep van enkele honder
den koppels tegelijk, zoeken ze
aansluiting bij de al nestelende
Kokmeeuwen en Zwartkop
meeuwen. Zo weten ze te berei
ken dat de individuele pakkans
door een jagende Zilvermeeuw,
kiekendief of Slechtvalk kleiner
wordt. Met hoe meer je bent,
des te groter de kans dat de
buurman de klos is. Maar ook
in deze situatie heeft elk voor
deel weer z'n nadeel. De Kok
meeuwen stelen veel voedsel
dat bestemd is voor de kuikens
en de Zwartkopmeeuwen gaan
vaak nog een stapje verder. En
jaar in jaar uit zonder nakome
lingen blijven is natuurlijk ook
geen strategie met toekomst.
Dus hebben de Grote sterns
een evolutionaire list bedacht
en daar vertel ik graag een vol
gende keer over.
In onze Hollandse wereld van vetbolletjes ophangen, wakken slaan, nest
kastjes plaatsen en akkerrandenbeheer lijkt de ongerepte en zelfstandige
natuur ver weg. De echte wildernis, dat is toch in Afrika, Siberië of ver
weg op ons continent, in Noord Europa? Dat is niet helemaal waar. Onze
Noordzee biedt huisvesting en leefgebied aan slim aangepaste soorten
met ingenieuze strategieën in voortplanting, eten en zelf niet gegeten
worden. De zeevogels. Onze sterns.
Zeevogels moeten slim zijn
WOENSDAG 14 MEI 2014
door René Beijersbergen
Jan van Genten
Aalscholverkolonie
foto's Chiel Jacobusse