BUITEN 15
Vogels horen bij het boerenerf zolang ze beide
bestaan. Maar de rol van die twee-potige ge-
vleugelden is nogal eens veranderd. Van som
mige soorten dan. Meestal tengevolge van maatre
gelen van de overheid - in welk vorm dan ook.
Tamme duiven waren vroeger op de meeste plaat
sen in Nederland en West Europa verboden op de
boerderij. Het houden van duiven was een preroga
tief voorrecht) voor de adel en (hoge) geestelijk
heid. Vandaar dat je bij kastelen en kloosters bijna
altijd een duiventoren, duiventil of duivenkot ziet.
Duif was een geliefd gerecht; duivenbout was een
feestmaal bij bijzondere gelegenheden. Duiveneie
ren zijn ook heerlijk. En de duivenmest zorgde
voor een uiterst goede bemesting. In Zeeland tref
je af en toe een duiventil of-kot aan op oude hoe
ves die vroeger deel uitmaakten van een klooster
of kasteelcomplex. Oude hoeves met duiventillen
(soms ingebouwd in de schuur) hadden speciale
toestemming gekregen van de overheid en/of de
landheer. Na de reformatie werden de duiven "vrij"
gegeven, en mocht iedereen duiven gaan houden.
Voor zwanen gold een dergelijk verbod. Die waren
nog wat adellijker dan duiven. Eigenlijk mochten
die alleen sierlijk op een kasteelgracht drijven. En
bij grote feesten werden ze gegeten - prachtig opge
diend op grote schotels - uitsluitend door hoge he
ren en dames. Andere vogelsoorten mochten door
iedereen gehouden worden. Een speciale rol had
den nog wel de reigers. Die werden ook nog wel
eens gebraden, maar meestal werden ze gevangen
vanwege hun prachtige (kop)veren. Op nogal wat
boerderijen in Zeeland was ergens in een hoek van
het erf een bosje van hoog opschietend geboomte
- reserve nutshout. Helemaal bovenin nestelden
daar vaak reigers; die doen dat groepsgewijze. Als
er dan in het voorjaar gebroed wordt door 30 a 50
reigerparen tegelijk, is het er een herrie van be
lang. De vliegbewegingen ter wille van de hongeri
ge jongen benaderen dan de drukte van Schiphol.
En loop nooit onder zo'n reigerbosje in de tijd van
de jongen, want je komt er witbescheten onder
vandaan... "Reygerburgh" opTholen en "Nieuw-
lands Rust" op Walcheren waren bekend om hun
reigerkolonies. Vogels op en rond de erven waren
er niet voor de sier; ze hadden een nutsfunctie.
Spreeuwenpotten hingen tegen de muur. Als de
jongen haast vliegvlug waren werden ze uit de pot
gehaald en tot pastei verwerkt. Kievietseieren uit
de weides en meeuweneieren van de zoute "blik
ken" en/of vogeleilandjes, werden geraapt volgens
vaste regels; ze smaakten heerlijk. Flauw en onno
dig dat het nu verboden is. Eenden, ook wilde, le
verden heerlijk vlees en ook eieren. Mag dat eigen
lijk nog wel? Maar wat er ook veranderd moge zijn
- de rol van de kraai is onveranderd. Kraaien had
den en hebben een slechte naam. Een kraai is van
ouds het symbool van het spook/de heks en van
de dood. Dat was zo in de 16e eeuw en eigenlijk is
het nog zo. Slimme, brutale vogels, en altijd in de
buurt van de mens. Pikkend in alles wat een beetje
eetbaar is - inclusief dood vlees, maar vooral ook
jonge vogeltjes. Figurerend in spook- en griezelver
halen, en luid krassend op ieder erf. Ik mag ze wel
met hun felle oogjes en hun gehaaide gedrag. Maar
dat ze - net als kauwen - nogal wat schade doen
aan rieten daken van oude hoeves, is en blijft een
feit. Geen wonder dat je zo af en toe een kraaien-
kooi met een vogel erin zag op de oude hoeves.
Want: met kraaien ving men kraaien...
WOENSDAG 14 MEI 2014
door Gerard Smallegange
het groene Terlucht
Het herkenningspunt
van het gehucht zijn
de grote letters
'Terlucht' in de tuin
van Henk en Anja
(foto) van Brakel.
foto Lex de Meester
Terlucht vanuit de lucht.
luchtfoto Skypictures