'Als je
helemaal
niets doet,
zak je weg'
'Ik heb
de blaren
op mijn tong
gepraat'
VERDIEPING 11
Adjunct-directeur Guus de
Kanter van de Nutsschool
Maastricht wijst er meteen
maar even op: de lokalen
van de nieuwe aanbouw zijn
bijzonder. Ze zijn ten opzichte van tradi
tionele lokalen een kwartslag gedraaid,
met ramen aan de smalle kant en het
bord op een van de twee brede zijden.
Thssen alle lokalen bevindt zich een
smalle, maar handige tussenruimte.
Waarom? „Omdat er dan altijd apparte
menten van te maken zijn. Niet dat ik
hoop dat dat nog eens ooit gebeurt,
hoor", lacht hij. In het oude deel van het
gebouw zijn drie lokalen verhuurd aan
een buitenschoolse opvang. „Wij sprin
gen er als school nog redelijk uit", zegt
De Kanter. „Voor de stichting waartoe
wij behoren, is het elk jaar weer puzze
len..Die heeft 24 basisscholen."
De Nutsschool telt 200 leerlingen. Ip de
beste tijd waren dat er 320 en mocht de
school een aanbouw neerzetten. Het
duurde vijftien jaar voor de school die in
2011 in gebruik kon nemen. Op dat mo
ment sloeg de krimp al toe. En die zette
door. Komend schooljaar start de school
met 186 leerlingen. De concurrentie is
groot. In dit deel van Maastricht liggen
er in een straal van 1,5 kilometer maar
liefst vijf basisscholen. Het schoolteam
realiseert zich terdege dat de school zich
moet profileren om in de race te blijven.
De Nutsschool heeft als een van haar
speerpunten het omgaan met verschil
len. Alle leerkrachten zijn getraind vol
gens het gedachtegoed van human dyna
mics om beter in te spelen op die verschil
len bij kinderen. Daarnaast verwacht de
directie veel van het project 'Opgroeien
in de stad', met een digitaal platform
voor school en buurt. Voorlopig experi
menteren leraren en leerlingen daar nog
mee.
De Nutsschool heeft verder het geluk
dat er twee buitenschoolse opvangen
om de hoek zitten, elk met zijn eigen
mogelijkheden. Prettig voor de ouders,
ze hebben wat te kiezen. Maar ook pret
tig voor de school: want die krijgt de
leerlingen.
Een ding is zeker voor adjunct-directeur
De Kanter: zijn school moet zich onder
scheiden, zich laten zien en van zich la
ten horen. „Dat is absoluut waar. Als je
helemaal niets doet, zak je weg en loop
je allerlei risico's. Er hangen donkere
wolken, want krimp, daar hebben we
hier in Maastricht allemaal last van. Dat
hoeven geen zwarte wolken te zijn. We
doen gewoon onze uiterste best dat voor
te blijven."
Het gaat redelijk goed met ba
sisschool De Vlaswiek in
Koewacht (Zeeuws-Vlaan
deren). Nu nog wel. Vol
gend schooljaar kan dat in
eens afgelopen zijn, als het experiment
met de kinderopvang afloopt. „Ons
schoolbestuur doet zijn uiterste best bij
de politiek om dat project aan te hou
den, dat mag duidelijk zijn", zegt direc
teur Joop Lijbaart.
Koewacht is een van de weinige plekken
waar de landsgrens dwars door het dorp
loopt. Belgisch Koewacht en Nederlands
Koewacht hebben beide een eigen basis
school. De Zonnebloem, aan de Bel
gische zijde, heeft de wind mee. Helaas
moet de ander, De Vlaswiek, het met te
genwind doen.
Alle Nederlandse basisscholen in de
grensregio van Zeeuws- Vlaanderen heb
ben er last van: ouders kiezen voor een
Belgische school, omdat de kinderop
vang er goedkoper is. Lijbaart schat dat
er in de hele regio daardoor 600 kinde
ren 'weglekken'. Dat gebeurt ook in Koe
wacht. Jaarlijks mist Lijbaart twee groe
pen leerlingen die voor de buren kiezen.
Dat is niet zo moeilijk. De concurrent
ligt net over de grens, terwijl De Vlas
wiek - ook dat nog - domicilie heeft aan
de rand van het dorp.
Lijbaart, in 2004 directeur geworden,
zag de totale populatie afnemen van 160
leerlingen naar 115. Het einde is nog niet
in zicht.
Aan het gebouw ligt het niet. De oudste
bouw mag dan van de jaren '30 zijn, met
de nieuwbouw erbij is De Vlaswiek ze
ker bij de tijd. Met de Belgen kan Lij
baart het goed vinden. Ze huren bij hem
de gymzaal. De buren leggen in hun on
derwijs de accenten wat anders. „En als
je voor een Belgische school kiest, krijg
je natuurlijk ook Belgische geschiedenis
en aardrijkskunde, en is Frans de belang
rijkste tweede taal."
Ouders die voor de ander hebben geko
zen, rekenen hem graag voor waarom.
Het scheelt hun 1.000 tot 1.500 euro aan
kinderopvangkosten per jaar. „Dat is veel
geld", erkent Lijbaart. „Ik begrijp dat
wel." Hij was er dan ook als de kippen
bij toen het ministerie een pilot aankon
digde. Een experiment met een gratis
peuterspeelzaal voor kinderen van 2,5 tot
4 jaar gedurende vijf ochtenden. „Ik heb
de blaren op mijn tong gepraat om mee
te mogen doen." Dat kon. In plaats van
vier kinderen in de peuterspeelzaal za
ten er veertien. Dat leverde De Vlaswiek
het jaar erop tien kinderen in groep één
op. Als het aan Lijbaart ligt, mag het ex
periment omgezet worden naar een blij
vende situatie, heel graag zelfs.
Perspecto in Axel, de organisatie waartoe
de Vlaswiek behoort, is daar eveneens
voorstander van. Collegevoorzitter Peter
de Jong ziet het probleem. „De vijver in
Zeeuws-Vlaanderen raakt steeds leger,
ook door de vergrijzing. Ooit telden on
ze scholen 4.500 leerlingen, nu zijn het
er 3.750. De komende zes jaar gaan we er
nog eens 1.000 op achteruit."
Perspecto wil geen streep door scholen
zetten, maar ook niet afwachten tot ze
omvallen. „Gemeenten vragen ons garan
ties dat scholen blijven. Waar het draag
vlak er is, gaan we ervoor, maar we moe
ten onze maatschappelijke verantwoor
delijkheid nemen. Je neemt maatregelen
voor de lange termijn. Het blijft balance
ren."
DINSDAG 13 MEI 2014
.-■•i