Door het warme weer dook de
ansjovis dit jaar extreem vroeg op.
Dat zegt nog niets over de vang
sten. Het is en blijft natuur.
28 ZEELAND
WEERVISSEN
_1
indstil en de Oosterschel-
de zo glad als een spiegel.
Het is een ongekend
mooie dag als weervisser
Henk van Schilt er met
vrijwilliger Piet vanuit de
haven bij de Bergse Diep-
sluis aan de Oesterdam op uit trekt om de drie we
ren - grote fuikvormige constructies in een V-vorm
- te controleren. Het lijkt die dag werk met een strik
je erom, maar schijn bedriegt. Tien weken lang trek
ken de weervissers van het Bergse familiebedrijf
Van Dort er zeven dagen in de week twee keer per
etmaal op uit om de in de weren gevangen vis te
oogsten. Meestal onder veel minder gunstige weers
omstandigheden en ook dan moet er flink worden
gesjouwd. „Het is behoorlijk zwaar werk. Dit is geen
werk voor mietjes", vat vrijwilliger Piet de praktijk
bondig samen. Op de raarste tijden, want ze zijn af
hankelijk van het tij, varen de weervissers uit. Ze wa
ken in de vroege ochtend bij de visserijen om aal
scholvers af te schrikken. Stappen gehuld in waad-
pak de koude Oosterschelde in om de ansjovis van
uit de weerkamer met een groot net het fuikgat in
te drijven. Daarna volgt - als het goed is - het pikke
len: het op de bodem van de sloep sorteren van de
vis. Een beetje vangst houdt de mannen algauw een
uurtje of vier op het water. Wat in het seizoen rest
tussen het vissen door is tijd voor hazenslaapjes, zo
als Henk het zegt. En in de winter wacht het onder
houd aan boten, netten en weren. Maar geklaagd
wordt er niet. „We zijn dit gewend. We doen dit al
jaren zo en zijn er helemaal op ingesteld."
Henk van Schilt (53) is, met zijn schoonvader Cor
van Dort (82), de laatste professionele weervisser op
de Oosterschelde. Ooit moeten er - lang vóór de Del
tawerken en lang vóór de tijd dat er goedkope ansjo
vis uit het buitenland werd aangevoerd - vijfentwin
tig, misschien wel dertig visserijen op rij hebben ge
staan, blikt Marc van der Steen van de Stichting Be
houd Weervisserij op het verleden terug. Er waren
destijds diverse Zeeuwse en Bergse bedrijven in de
ansjovissector actief. Onenigheid over visgronden
zorgde zelfs eeuwenlang voor steeds weer opborre
lende 'Thoolse en Bergse twisten'. Die tijd is voor
goed voorbij. Met drie weren en alleen de firma C.J.
van Dort nog aan de bak dreigt de weervisserij als
beroepsmatige activiteit te verdwijnen. Het is ar
beidsintensief werk, moeilijk rendabel te maken en
het ontbreekt het familiebedrijf vooralsnog aan op
volging. De vrijwilligers van de Stichting Behoud
Weervisserij streven er 'als erfgenamen' naar de
„4-V
I De netten worden in de weer in gereedheid gebracht, waarna de vis richting fuikgat wordt gedreven; de winter wordt onder meer gebruikt om nieuwe palen te hakken voor herstelwerk.
'Weervisserij is geen
door Esme Soesman
I Henk van Schilt (I) en vrijwilliger Piet kleden zich voor het uit
varen om bij de houtkachel.
Na aankomst bij de weer wordt de weerkamer geopend en
het net voor het fuikgat geplaatst.
I Vanuit de weerkamer wordt de vis via het fuikgat het net in- P
gedreven.