BUITEN 7 -
Het was omstreeks 1980 dat er voor het eerst een broe
dende kemphen geregistreerd werd in de Yerseke moer.
Een jaar later waren er een stuk of vijf en dat groeide
nog verder door. Wat waren we hoopvol gestemd na de
ze prachtige aanwinst. Ook wel een beetje overmoedig
trouwens.
door Chiel Jacobusse
Het was allemaal gegaan volgens het boekje.
Vochtig hooiland hadden we jarenlang ge
maaid en alle bemesting achterwege gela
ten. Hooilanden veranderden in een ware
bloemenzee, met knoopkruid, vogelwikke,
grote ratelaar en wilde margriet, met nog
allerlei andere soorten. Vlinders en andere
insecten namen sterk toe en toen kwam de kemphaan. Zo
als we in eerste instantie gehoopt, maar zeker niet ver
wacht hadden.
Maar ach, wat was het een broos succes. In de Moer wer
den hopen mosselschelpen gedumpt en die trokken hele
legers grote meeuwen aan. Die vergrepen zich en passant
aan de jonge kemphaantjes en nog sneller dan ze gekomen
waren, waren ze weer verdwenen. En nu voorgoed, zo lijkt
het, want in heel Nederland ging de soort in gierende
vaart achteruit en van het aantal kemphanen dat halverwe
ge de vorige eeuw in ons land broedde, is niet meer dan
één promille overgebleven. Ontwatering, mestgebruik, ver
snippering van leefgebieden en zeker ook de opwarming
van het klimaat speelden allemaal een rol in de teloor
gang.
En ineens waren ze er weer. Op het kampveldje dat in de
jaren tachtig dienst deed, zaten vorige week ineens weer
kemphanen. Minstens vijf uitgekleurde hanen en daar
naast zeker een stuk of tien hennetjes waren present. En
af en toe zetten de haantjes zelfs hun kraag op om even
iets van hun vechtgedrag te laten zien. Nou ja, vechten:
meer dan spiegelgevechten zijn het niet want de dieren ra
ken elkaar nauwelijks aan. De spiegelgevechten en de bont
gekleurde kragen dienen maar één doel en dat is indruk
maken op de kemphennetjes.
De kemphanen bleven dagenlang hangen en we konden
ze prachtig observeren. Ze pronkten met hun donzige kra
gen en ze stroopten de bloemrijke graslanden af op zoek
naar eten. Herhaaldelijk was te zien dat ze een prooi be
machtigden en dat was soms een regenworm, maar meest
al een emelt. Emelten zijn de larven van langpootmuggen
en het lijkt erop dat ze in de Moer een heel belangrijke
voedselbron voor weidevogels vormen. De vochtige gras
landen zijn voor langpootmuggen een ideaal leefgebied.
Er hangen nog steeds wat kemphanen rond, maar de kans
dat ze weer echt als broedvogel vestigen is zo goed als ni
hil. Maar nog geen week na de komst van de kemphanen
verscheen een oude bekende die, als het om opnieuw vesti
gen ggat, heel wat betere kansen heeft. Het Zeeuwse Land
schap beheert binnen het Yerseke moergebied een aantal
kleinschalige akkertjes die als akkerkruidenreservaat in ge
bruik zijn. De oogst is er van ondergeschikt belang, maar
de ontwikkeling van natuurwaarden telt des te meer. Er
wordt op die akkertjes gewerkt met ongeschoond zaai
zaad, waar een aantal jaren geleden de zaden van een aan
tal zeldzaam geworden akkerkruiden zijn toegevoegd. De
prachtig bloeiende korenbloemen, bolderiken en klapro
zen en de bijna ontelbare aren van dreps zijn dus niet hele
maal spontaan op deze plek terecht gekomen. Ze zijn een
lust voor het oog, maar sommige natuurliefhebbers halen
hun neus op voor deze introducéés.
Maar met de naaldenkervel die vorige week in groot aantal
gevonden werd op een akkertje aan het Oostwegeling ligt
het echt anders. Het is vrijwel uitgesloten dat deze uiterst
zeldzame soort op die plek is aangevoerd met zaaizaad. En
wat meer is: op hetzelfde akkertje werd in 1976 door een
student die zijn afstudeeronderwerp deed aan het toenma
lige Delta-Instituut in Yerseke ook de naaldenkervel gevon
den. Alle kans dat deze soort spontaan - in jargon: uit de
zaadbank - opnieuw gevestigd is.
Dat vermoeden wordt versterkt door de vondst van leeu-
wenklauwen op hetzelfde akkertje. De aangetroffen plan
ten zijn nog niet definitief gecontroleerd, maar het is zo
goed als zeker dat het gaat om de akkerleeuwenklauw. Een
zeldzaam plantje dat net als de naaldenkervel een voor
keur heeft voor kalkrijke, goed ontwaterde akkers. Deze
soort werd ruim dertig jaar geleden ook op hetzelfde akker
tje gevonden. Dat kan natuurlijk geen toeval zijn!
WOENSDAG 30 APRIL 2014
ICHTIN6
in de Moer
De uiterst zeldzame naaldenkervel is vorige week weer gevonden op een ak
kertje aan het Oostwegeling. foto's Chiel Jacobusse
Oude glorie
is terug
Kemphaan op jacht naar emelten, de larven van langpootmuggen.
Kemphen