44 Ze vragen niet:
kan ik nog zoenen?
Ze zijn alleen maar
blij met dat nieuwe
kunstgebit
44 Een tandarts moet
aantonen dat hij
bekwaam was om
te implanteren, als
er iets fout gaat
28 ZEELAND
Begin jaren tachtig had een kwart van de
Nederlandse bevolking een kunstgebit. Nu
misschien 1 op de 10. Jarenlang ging de
mondzorg vooruit, maar er tekent zich een
kentering af. En dat in het jaar dat de
Nederlandse Maatschappij tot
Bevordering van de Tandheelkunde zijn
eeuwfeest viert. De burger bezuinigt: ook
op tandzorg.
Honderd jaar gele
den, toen de Neder
landse Maatschap
pij tot Bevordering
van de Tandheel
kunde werd opgericht, was het
niet ongebruikelijk dat mensen
tanden misten of met een half ver
rot gebit rondliepen. In de jaren
zestig stelden de ziekenfondsen
het halfjaarlijkse bezoek aan de
tandarts verplicht. Nu is het ge
zonde gebit, de mooie rij tanden,
de norm geworden. Het is onder
deel van een representatief uiter
lijk. Toch: voor het eerst in lange
tijd zijn er weer geluiden dat men
sen minder naar de tandarts gaan.
Het halfjaarlijkse bezoek is niet
meer verplicht. Ruim 75 procent
van de Nederlanders is zelf verant
woordelijk voor de kosten voor
mondzorg. Recentelijk onder
vroeg TNS-NIPO Nederlanders
hierover; 23 procent van de onder
vraagden gaf aan minder naar de
tandarts te gaan vanwege de kos
ten. Het CBS meldt dat 21,5 pro
cent helemaal niet naar de tand
arts gaat.
Van deze groep is het grootste
deel 'edentaat': zij dragen een
kunstgebit of implantaten. Veelal
gaat het om senioren die opgroei
den in de tijd dat opa's nog zon
der gêne de kleinkinderen ver
maakten met hun klapperende
kunstgebit. Tandarts Raymond Ar-
ratoon uit Vlissingen: „In mijn
studietijd hoorde ik dat het heel
normaal was als een boerin bij
haar trouwen bij wijze van bruids
schat een prothese kreeg. Ideaal,
vond men. Het was toen nog niet
bekend dat de kaak met de jaren
slinkt en dat met name de onder
prothese steeds minder houvast
heeft. De onderkaak heeft een an
dere botstructuur, die slinkt vier
keer zo hard als de bovenkaak.
Drie maanden nadat de tanden ge
trokken zijn, heeft de kaak zijn
uiteindelijke vorm bereikt. Dan
zit de nieuwe prothese veel te
ruim en moet je gaan opvullen of
een nieuwe maken die beter
past."
Anno 2014 is het kunstgebit met
een zekere schaamte omgeven.
Op een tandartsforum bekent een
vrouw dat haar vriend zelfs nooit
geweten heeft dat ze een kunstge
bit droeg, tot ze met'spoed geope
reerd moest worden en haar, op
weg naar de operatiekamer, ge
vraagd werd of ze een prothese
had. Tot verbijstering van haar
vriend, die naast het bed liep, zei
ze 'ja'. "Patiënten vragen mij of ze
de prothese 's nachts écht uit moe
ten doen. Het antwoord is: dat is
wel het beste, anders slinkt je
kaak veel sneller. Maar ik heb een
patiënte waarvan ik weet dat ze
het nooit uitdoet. Een andere
schaamt zich zo enorm dat ze het
zelfs in mijn bijzijn heel lastig
vindt om haar gebit uit te doen."
Tandarts Arratoon pakt er een mo
del bij. „Deze mevrouw kwam
vanmorgen bij mij. Met trillende
benen. Ze was sinds 1998 niet
meer bij de tandarts geweest.
Angstpatiënt. Het bot was hele
maal teruggetrokken, de tanden
waren zwart, het tandsteen lag er
duidelijk zichtbaar bovenop. Een
kerkhof. Als het zo uit de hand
loopt, is dat vaak het gevolg van
angst voor de tandarts en van on
wetendheid over wat goede
mondhygiëne is. Het begint met
verwaarlozing. In 1998 zag haar ge
bit er al zo uit, heel smerig en
vies. Ik heb haar toen naar de
mondhygiëniste gestuurd, maar
ze is nooit gegaan."
Een tandarts zal - al was het maar
uit beroepstrots - altijd proberen
de eigen tanden zo lang mogelijk
te behouden. De 'edentate
kaak'(tand- en kiesloos) wordt er
varen als een soort nederlaag. „Je
capituleert. Maar als het eenmaal
zover is, als iemand al tandenloos
is, ga je voor de patiënt tot het ui
terste. Dan zie ik het als een uitda
ging om een zo goed mogelijk
kunstgebit te maken. Is het nog
niet zo ver, dan moet je iemand
waarbij de zaak nog gered kan
worden, altijd proberen te overtui
gen hoe belangrijk het is zo lang
mogelijk het eigen gebit te hou
den." Soms wil de patiënt niet an
ders. „Als je dan weigert, gaan ze
gewoon naar een ander. Laatst
kwam er een patiënt met een afge
broken kies. Ik zei: deze kies is
voor de helft afgebroken, maar
met een kroon erop kan die nog
jaren mee. Maar hij had het hele
maal gehad. 'De ene keer breekt
er hier iets af, de andere keer
daar', zei hij, 'ik heb het er geen
zin meer in. Haal alles er maar
uit. Mijn ouders hebben ook een
kunstgebit en die zijn er al jaren
gelukkig mee.'
En inderdaad: veel mensen heb
ben absoluut geen last van hun
kunstgebit. Arratoon: „Afhanke
lijk van de kwaliteit van de pro
these kunnen prothesedragers
gaan lispelen of slissen: maar dat
verbetert als de tong eenmaal
weet hoe die zich in de nieuwe si
tuatie moet gedragen. Mensen
gaan zichzelf ook aanpassen: eten
geen koekjes meer als dat niet
goed gaat, eten geen stokbrood
meer, dat soort dingen."
In zijn gloednieuwe tandartsen
praktijk aan de Vlissingse Stad
huisplein heeft Arratoon
de beschikking over een tandtech-
nicus voor het vervaardigen van
protheses. „Wij kunnen het hele
traject verzorgen, van het tanden
trekken tot het naar buiten lopen
met implantaten of een prothe
se." In een van de kamers staat
een 3D-printer. Kronen worden
nu deels al met diezelfde techniek
gemaakt. „Het heeft tot een flinke
besparing geleid, zowel in tijd als
in geld. Een camera maakt een
3D-afbeelding van de mond. Dat
beeld wordt 3D geprint, waarna
een robot het in porselein uit-
slijpt. Designing wordt op een
computer gedaan, cadcam uitge-
freesd. Er zijn nog wat kinderziek
tes, maar het zit eraan te komen
dat we met de 3D-printer hele
protheses maken. Laatst kwam
hier iemand voor een nieuwe pro
these; de hond had zijn gebit te
pakken gekregen. Met zo'n
3D-printer druk je op de knop, en
je hebt er weer een. Precies zoals
de oude, want daarvan zijn de ge
gevens op de harde schijf opgesla
gen. Zijn je tanden versleten, of
wens je iets meer lipvulling, dan
pas je dat op de computer aan.
Het is het verschil tussen een
brief schrijven of tikken. Efficiën
ter en nog goedkoper ook, want
het scheelt arbeidstijd."
Zorgverzekeraars houden een. le
vensduur van tien jaar aan voor
een kunstgebit. Is er eerder ver
vanging nodig, dan moet dat wor
den aangevraagd. Een kaak die zo
geslonken is dat het gebit min of
meer in de mond zweeft, kan
daar reden voor zijn. Soms is er
zo weinig kaak over dat de kaak-
chirurg of implantoloog de kaak
kunstmatig moet versterken met
implantaten, waarop een klikge-
bit bevestigd kan worden. Het gro
te voordeel is: waar zo'n schroefje
zit, heb je minder botverval."
Een behoorlijk grote groep men
sen kiest direct al voor implanta
ten. „Er zijn mensen die absoluut
geen prothese willen. Die bijvoor-
beeld weten dat ze 'dat ding' in
hun mond niet gaan verdragen, of
direct gaan kokhalzen als ze de
prothese in hun mond voelen.
Dan zijn implantaten de oplos
sing. Maar zo'n voorziening kost -
schrik niet - zo'n 12.000 euro.
Mensen die voor een prothese ko
men, ervaren hun nieuwe gebit
ondanks het taboe eromheen als
een opluchting, zegt Arratoon.
„Ze vragen niet: kan ik nog wel
zoenen? Kan ik alles eten? Ze zijn
alleen maar blij met dat nieuwe
gebit."
Arratoon begon in 2008 met im
plantaten. „Aanvankelijk alleen
de vrij eenvoudige implantologie,
maar geleidelijk bekwaam je je
steeds verder. Een tandarts mag
implantaten plaatsen: die is be
voegd, mits bekwaam, zoals dat
heet. Het betekent wel dat je
moet aantonen dat je werkelijk be
kwaam was, als er iets fout gaat."
houd
kunstgebit
liever i e mond
door Ondine van der Vleuten
Tandarts Raymond Arratoon
Tandarts Raymond Arratoon