'Ik zie weer tanden, als ik in de spiegel kijk' 64 Boven moest alles eruit Onder zouden misschien twee kiezen gered kunnen worden ZEELAND 29 _1L was een bevestiging van wat ik al lang wist natuurlijk." De tandarts pakte door. „Aan schaamte heb je nu niets, zei hij: 'We gaan je gewoon oplappen'. Drie maanden later was in de bo venkaak alles op mijn voortanden na getrokken. Ik heb toen op va kantie nog bijna dagelijks heerlijk maïskolven afgekloven, met die voortanden. Want ik dacht: dat gaat me straks niet meer lukken." Direct nadat de boventanden ge trokken waren, ging het gebit er in. „De volgende ochtend mocht ik het losmaken, voorzichtig spoe len en terug doen. Die eerste keer dat ik mezelf in de spiegel zag zonder boventanden, dat was best confronterend. Dus dat ben ik nu, dacht ik." Een halfjaar geleden kreeg hij ook onder een volledige prothese. „Als ik lach, zie ik weer tanden. Heel natuurlijk, niet spierwit; dat wilde ik niet. Maiskolven kluiven gaat niet meer, kauwgom kauwen ook niet, ik kan geen appel afbij ten. Maar verder eet ik in principe alles. Met behulp van Fixodent, een kleefpasta. Na vier weken kon ik al amandelen knabbelen. Mijn gezicht is niet veel veranderd; veel mensen zien niet dat ik nu een kunstgebit hebt. Voor mijn gevoel is mijn gebit on derdeel van mezelf geworden. Ik draag het bijna continu. Laatst droomde ik dat ik geen kunstge bit in had. Toen kon ik, in mijn droom, niet normaal converseren. Gelukkig is mijn uitspraak niet veranderd, want ik praat graag. Dat was een grote angst, dat ik zou gaan slissen of anders spre ken. Voor de eerste keer zoenen was ik ook benauwd, maar dat maakt niet uit, heb ik tot mijn op luchting begrepen. Ik ben bijzon der blij met deze oplossing. Dank zij mijn kunstgebit ben ik weer so ciaal acceptabel." Sinds kort draagt Bert (niet zijn echte naam) een kunstgebit. Jaren van schaamte gingen daaraan vooraf. „Was ik toen ik 24 was maar naar de tand arts blijven gaan", zegt hij achter af. Anoniem wil hij wel vertellen hoe het zover heeft kunnen ko men. „Destijds moest je nog elk half jaar op controle komen, anders was je niet meer gesaneerd en moest je opdraaien voor de kos ten. Door omstandigheden heb ik één controle overgeslagen. Daarna ging ik niet meer. Vanwege het geld, en omdat er geen tandarts was die ik vertrouwde." De jaren gingen voorbij. „Ik rook te, ik dronk port. Dat hielp niet. Als ik in de spiegel keek en lachte, zag ik vieze, bruine tanden. Met terugtrekkend tandvlees. Ik ben heel schoon op mezelf en poetste mijn tanden soms drie keer per dag. Maar er was altijd wel ergens iets ontstoken. Soms slikte ik per ongeluk een stukje kies in dat af brak. Of ik spuugde met het mondspoelen een stukje lood in van een vulling die loskwam. On danks het poetsen had ik geen frisse mondgeur. Praten deed ik vanachter mijn hand. Lachen met ingetrokken lippen. Er waren wel collega's die tegen me zeiden: ik zou er als ik jou was wat aan doen. Mijn partner en mijn doch ter zeiden natuurlijk ook: ga nu eens naar de tandarts! Maar de meeste mensen zeggen gewoon niets. Ze keren zich van je af." Bert wist dat hij naar een specia list moest, maar schoof het voor zich uit. „Zo'n kerkhof laat je toch niemand zien? De belangrijkste drempel was de schaamte. Weten dat het je eigen schuld is. Dat je ouders geld uitgegeven hebben aan beugels voor een mooi gebit, dat het niet nodig was geweest, dat het je eigen verantwoordelijk heid was en dat je het volledig hebt laten versloffen. Maar op een gegeven moment heb je dat alle maal wel vaak genoeg tegen jezelf gezegd. Dan is het tijd om de con sequenties te aanvaarden." Die waren ernstig, bleek bij zijn eerste bezoek in jaren aan een tandarts. „Hij had niet lang nodig om te zien hoe het ervoor stond. Boven moest alles eruit. Onder zouden misschien nog twee kie zen gered kunnen worden. Het VRIJDAG 25 APRIL 2014 ■C atïdwtot 'Bert', kunstgebitdrager

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 29