No Surrender-baas Klaas Otto doet er alles aan om het beeld van
een dreigende oorlog tussen motorclubs te relativeren. Hij heeft
'niets te verbergen', zegt hij. Een inkijkje in zijn wereld.
66 Veel clubs maken
de fout door
overhaast en met
z'n allen neer te
strijken
10 VERDIEPING
NO SURRENDER
Vieren en treuren tegelijk.
Bij een motorclub als No
Surrender weten ze wel
wat efficiency is. Als uit
het hele land toch circa
tweehonderd leden bij el
kaar komen om afscheid
te nemen van een overleden brother, dan er
maar gelijk een gecombineerde happening
van maken. Dus wordt het feest dat deze
week eigenlijk ter ere van de oprichting van
drie chapters in het No Surrender-hoofd-
kwartier in Zundert gepland stond, ver
plaatst naar het clubhuis in Emmen. Sober
der, dat wel. Want de zelfgekozen dood van
een clublid leent zich niet voor een extrava
gant drinkgelag met de in deze entourage ge
bruikelijke 'gogo-dancers'.
In het Emmense clubhonk, aan de rand van
een bedrijventerrein, heerst niettemin een
surrealistische sfeer. Een deel van de bikers
staat zich buiten te warmen aan vuurkorven
en de broodjes hete kebab die vanuit een
snackkar voor het clubhuis worden uitgeser-
veerd. Binnen, bij de bar, begroeten cluble
den elkaar met ferme klappen op de schou
ders en handdrukken.
Op één plek in het houten clubhonk heerst
serene rust: de meeting room. Voor het im
mense No Surrender-logo op de muur van
de vergaderzaal staat de kist waarin het over
leden clublid ligt opgebaard. Zonder deksel.
Twee kleerkasten van brothers houden de
wacht bij het lichaam. Op de kast bij de
doodskist staat een foto, een van glas ge
maakt geweer en een miniatuurmotor.
Nadat hij buiten instructies heeft gegeven
over wie als eerste naar binnen mag om de
overledene de laatste eer te bewijzen - 'Hoog
ste rangen eerst, hangarounds achteraan!' -
loopt No Surrender-baas Klaas Otto samen
met een aantal 'presidenten' langs de kist. „Je
mag alles in beeld brengen. Als ik dat zeg, is
het zo", aldus Otto. Na zijn eigen laatste sa
luut aan het dode clublid volgen de overige
leden. De door de bikers als 'de generaal' aan
geduide clubbaas heeft nog even tijd nodig
om de eindeloze stroom aan begroetingen
van zijn kompanen in ontvangst te nemen.
„Daarna gaan we de hesjes uitreiken."
Normaal gesproken zijn dit soort ceremonies
niet toegankelijk voor buitenstaanders, maar
daar heeft Otto afgelopen jaar verandering in
gebracht. De baas van de snelst groeiende
motorclub van Nederland lijkt in de huidige
territoriumstrijd heel goed te beseffen welk
signaal hij afgeeft door de oprichting van
nieuwe afdelingen in de openbaarheid te
brengen. Het toont aan de andere clubs - Sa-
tudarah, Hells Angels en sinds kort ook Ban-
didos - waar No Surrender is neergestreken.
Tegelijkertijd kan zo'n publiek gemaakte cere
monie ook als een lange neus richting justi-
tie beschouwd worden: die probeert er im
mers alles aan te doen om de invloedssfeer
van de door haar als outlaw motorcyclegangs
aangeduide clubs in te dammen. In justitie
kringen is men ervan overtuigd dat chapters
op strategische' plekken worden opgericht,
bedoeld om de touwtjes in handen te krij
gen in drugs-, wapenhandel en prostitutie.
Het 'hesje' zou handige bescherming bieden
bij het ontplooien van verboden activiteiten.
Maar de motorclubs zelf doen dat af als een
ongefundeerd excuus voor de 'heksenjacht'
die in hun ogen tegen bikers gaande is. Waar
om dan zóveel afdelingen in het hele land en
zelfs ver daarbuiten? „We worden over
spoeld met verzoekjes. Ik moet soms zelfs
'nee' verkopen. Mensen hebben behoefte
aan de broederschap die bij ons heerst. Ze
zijn helemaal klaar met de overheid en zien
dat wij er een vrijere levensstijl op nahou
den. Dat wij multicultureel zijn, is ook
nieuw en trekt nieuwe mensen aan. De tradi
tionele bikerwereld was hartstikke blank",
zegt Otto, nadat hij net boven de biljarttafel
de hesjes heeft overhandigd aan No Surren
ders nieuwe aspirant-afdeling Darkside in
Breda en een brotherhood in Den Bosch.
De claim van verschillende burgemeesters
dat Limburg met de komst van de omstre
den club Bandidos aldaar het voorland is van
een mogelijke bendeoorlog tussen motor-
clubs, doet Klaas Otto af als bangmakerij.
„Wij kunnen met iedereen overweg." Ban
didos heeft nu twee afdelingen, in Limburg
en Noord-Holland, bestaande uit leden die
er bij No Surrender uit zijn gezet. De 'afdan
kertjes', worden ze al genoemd. Otto: „Als
het hier bij blijft, denk ik dat ze het niet'gaan
redden. Dit is een beetje als AC Milan dat
een nieuwe club in Nederland opricht, maar
dan alleen maar met 6o-plussers."
Welk offensief gemeenten en politie ook uit
de kast trekken, Otto zegt zich 'niet weg te la
ten jagen. Hij is van plan juridisch en goed
onderbouwd de strijd aan te gaan. „Veel
clubs maken de fout door overhaast en met
z'n allen neer te strijken. Dan weet je zeker
dat er tegen je opgetreden wordt. Wij hoe
ven niet overal een clubhuis te hebben."
No Surrender zegt met de eigen wapens te
rug te willen slaan. „De legale dan hè", haast
Otto zich te zeggen. „Ons kan het recht op
vereniging niet ontnomen worden." De hou
ding van de autoriteiten maakt de motor
clubs alleen maar vindingrijker, zegt Otto.
„Weet je wat wij nu hebben? Een mobiel
clubhuis." Op verzoek van Otto laat een an
der No Surrender-lid op zijn telefoon foto's
zien van enorme trailer, mét bar, geschilderd
in de 'clubkleuren'. „Die kunnen we overal
neerzetten. Laat ze maar komen!"
'Wij slaan terug met
eigen, legale wapens
door Niki van der Naald
No Surrender-baas Klaas Otto
I Links: Overhandiging
van hesjes aan nieuwe
leden van No Surren
der.
Rechts: Klaas Otto
(midden) beëdigt nieu
we 'brotherhood' uit
Den Bosch.
foto's Cees Elzenga/HH
i Wake bij het overle
den lid van No Surren
der, in het clubhuis in
Emmen.