Kinderombudsman Marc Dullaert kreeg het zakendoen en tegelijkertijd sociale betrok kenheid met de paplepel ingegoten. Hij ziet zijn overstap van internationaal geslaagd za kenman naar pleitbezorger van kinderrechten als een uit de hand gelopen ideaal. SPECTRUM 5 interview Kijk daar zie je detorens van de Haagse mi nisteries." Mare Dullaert wijst op een groot aantal glazen kolossen, die zich verderop te gen de hemel aftekenen. Vanuit zijn kantoor in Den Haag heeft 's lands eerste Kinderombudsman een goed zicht op een aantal departementen en op de gebouwen van de Tweede Ka mer. Een goede positie voor de door de politiek aangestelde waakhond over ons 'toekomstig kapitaal'; de kin deren van Nederland. „Dat zijn er in ons land toch nog al tijd zo'n drie-en-een-half miljoen", weet Dullaert. Dat die kinderen tot de gelukkigsten van de wereld behoren, zoals internationaal onderzoek ian- geeft, geldt volgens de Kinderombuds man inderdaad voor 90 procent van de Nederlandse kinderen. „Met de overige 10 procent gaat het niet goed." Genoeg kinderen kortom om een wa kend oog op te houden. Op het eerste gezicht is Dullaert, stee vast in een net kostuum gestoken en met dito das, niet iemand die je gelijk met de jongsten in de samenleving zou associëren. De hoge ambtenaar, voorheen een succesvol reclameman en druk bezet tv-producent, is de eer ste om dat te beamen. „Zelf had ik ook nooit kunnen bevroeden dat kin derrechten mijn leven zouden gaan beheersen." Als Kinderombudsman spreekt hij za kelijk en tegelijkertijd met hartstocht over zijn werk. Als het nodig is treedt hij op de voorgrond, maar hij laat zich ook 'voeden' tijdens werkbezoeken aan asielzoekerscentra, psychologen, artsen en vestigingen van de Raad voor de Kinderbescherming. Er zijn ook kinderen die naar Dullaert ko men in het speciaal voor hem ge creëerde kantoor in het gebouw van de Nationale Ombudsman. „Van buiten ziet dit betonnen ge bouw er een beetje Oost-Duits uit, maar hier binnen is het wel leuk", zegt Dullaert wijzend op de buizen die speels door de ruimte lopen. Glas wanden afgewisseld met blank hou ten panelen vormen zijn kantoor. „Vind je het een klushok? Ik ben nog nooit in mijn leven zo beledigd", grapt hij. Dan weer serieus: „Het is in zekere zin inderdaad een klushok, om dat we hier heel wat zware klussen on der handen hebben." Na jaren van politiek geharrewar over nut en noodzaak van een Kinderom budsman oordeelde de Tweede Ka mer drie jaar geleden dat de onafhan kelijk adviseur er in de persoon van Dullaert moest komen. Of de parle mentsleden en organisaties altijd blij zijn door hem op de vingers te wor den getikt, is een tweede. Hoe dan ook, Dullaert heeft het tot voor kort praktisch onontgonnen terrein van de kinderrechten in Nederland inmid dels grotendeels in kaart gebracht. „Zo'n 120.000 kinderen worden mis handeld, en dan heb ik het niet over een corrigerende tik. Ook gaat het hier alleen om de gemelde gevallen. Wat dacht je verder van het grote aan tal kinderen dat in de knel zit omdat hun ouders en verzorgers in vecht- scheiding liggen? Niet voor niets advi seren wij verplichte mediation." Voor de komende jaren voorziet Dullaert forse problemen met de overheveling van de jeugdzorg van provincie naar gemeentes. „Er is een groot gevaar dat we zorgzwervers krijgen, zoals in De nemarken is gebeurd. Daar verhuizen ouders van kinderen die zorg nodig hebben naar gemeentes die de beste voorzieningen aanbieden." Opkomen voor de rechten van kinde ren kost minstens zo veel tijd en in spanning als zijn eerdere dynamische banen in het bedrijfsleven. „Ik ben be gonnen in het reclamewezen, bij een Frans bedrijf. Ik mocht daar op de kroonjuwelen passen. Op Peugeot en Chanel. Totdat de directeur van Foster Parents Plan naar mij toe kwam en vroeg of ik niets beters met mijn ta lent wist te doen dan zeep te verko pen." Ook al vond Dullaert die be stempeling het prestigieuze Chanel onwaardig, de gevierde reclameman besloot tot een ommezwaai en maak te een start met het opkomen voor kinderen, om te beginnen in ontwik kelingslanden. Maar omdat zijn vrouw hem door zijn vele buitenland se reizen nauwelijks meer zag, keerde hij terug naar het bedrijfsleven en werd mede-eigenaar van het tv-pro- ductiebedrijf van Ivo Niehe. Voor bedrijf van Niehe was hij ooit in Sierra Leone voor een documentaire. „In het grensgebied met Liberia kre gen we autopech. Ongewild kwamen we in een vluchtelingenkamp met dui zenden mensen terecht. Het was er Dante's hel." Voor zich uitkijkend om de concentratie beter vast te houden, roept Dullaert de herinnering verder op: „Na een overnachting in de kapot te landrover werd ik wakker door een dierlijk gehuil. Ik dacht dat het een of andere hond was. Toen ik uit de auto stapte, zat daar een moeder met een net overleden kind op schoot." Opnieuw werd Dullaert op de kwets bare positie van kinderen gewezen. „We hebben allemaal van die momen ten in het leven waarop de bliksem in slaat. Een schokkende gebeurtenis die blijkbaar nodig is om te bedenken 'wat is nou echt belangrijk?' of'wat is de bedoeling?'." Hij richtte KidsRights op dat zich in zet voor kinderen in ontwikkelings landen. Ook verwezenlijkte hij, met steun van Nobelprijswinnaars, de In ternationale Kindervredesprijs. De pionier op het gebied van kinderrech ten combineerde dat toen nog met het leidinggeven aan zijn eigen als maar uitdijend mediabedrijf. Een com binatie die hij gewend is in zijn fami lie, waar ondernemerschap van oudsher hand in hand gaat met socia le bewogenheid. „Mijn grootvader zet te een reeks ijzerzaken op, als een soort Blokker avant la lettre, langs de IJssel in Brummen, Zutphen, Lochem, Zwolle en Kampen. Ook mijn vader handelde, onder meer in laserappara- tuur voor de bouw die hij zelf had ont wikkeld." Maar al die commerciële ac tiviteiten gingen vergezeld van sociale inspanningen. „Toen mijn vader klein was, ging hij aan de hand van mijn oma naar een van de achterbuurten van Zutphen om daar eten uit te de len. Bij ons gold en geldt het oude Hollandse ideaal van de koopman en de dominee." De Kinderombudsman vermeldt graag als wapenfeit dat hij als een van de eersten de huidige financiële nood van veel gezinnen aan de kaak stelde. „Wij denken 'Goh, armoede is in dit rijke land waar kinderen zelf hun abonnement van hun mobieltjes ver lengen en merkkleding kunnen ko pen, toch niet mogelijk', maar we zul len er met zijn allen aan moeten dat het wel zo is." Armoede hakt er in, stelt Dullaert. „Een op de negen kinde ren heeft er mee te maken. Zij maken deel uit van gezinnen waar geen geld is voor een extra setje kleren of voor nieuwe schoenen. Elektriciteit, gas of water zijn er afgesloten. Dat is basale armoede." Zijn rapport hierover ging niet voor bij aan tv-prèsentatrice en bladen maakster Linda de Mol. „Zij blijkt er inderdaad door geïnspireerd te zijn." De Mol richtte een stichting op ter fi nanciële ondersteuning van (alleen- 66 De directeur van Foster Parents vroeg of ik niets beters te doen had dan zeep te verkopen staande) ouders. „De stappen die zij zet, zijn heel mooi." Dullaert realiseert zich dat zijn eigen kinderen tot de gelukkige 90 procent behoren. Om te voorkomen dat zij hem als een 'wandelende pinauto maat' zien, gaat Dullaert met hen in de weekeinden vlooienmarkten af om spullen te verkopen. „Sinds drie jaar sta ik regelmatig op zondag met de oudste twee op verschillende vlooien markten in het land. Wat ik heel be langrijk vind is dat zij leren wat de waarde is van werken voor je geld." Zijn benoeming tot Kinderombuds man ziet hij als een „een positief uit de hand gelopen ideaal", typerend voor zijn familie. „Mijn oma was niet alleen vroedvrouw, ze startte gelijk een opleiding voor verloskundigen. En mijn opa stampte het eerste zie kenhuis in Zutphen uit de grond." Het was uitgerekend een kind, zijn ei gen dochter, die hem destijds op de vacature van Kinderombudsman at tendeerde. „Zij duwde mij een krant onder de neus met de bewuste adver tentie. 'Goh papa, je bent altijd bezig met kinderen in het buitenland, en dat is goed, maar doe ook maar eens wat voor kinderen in het binnenland', waren haar historische woorden." Of dat gelukt is? „De Tweede Kamer stemt naar verwachting binnenkort in met wetgeving om pesten tegen te gaan. Ook heeft een aantal rechters toegezegd voortaan pas over uithuis plaatsing van een kind te besluiten als de rapporten van de Raad voor de Kin derbescherming en de Jeugdzorg aan alle kwaliteitscriteria voldoen. Nu lo pen daarin nogal eens feiten en me ningen door elkaar en worden oorde len geveld zonder een deskundige on derbouwing." Tot zijn successen als Kinderombuds man behoort ook het zogeheten kind pakket voor arme gezinnen, dat zich volgens Dullaert als een olievlek over Nederland verspreidt. „De bonnen voor gratis zomer- of winterkleding, zwemles en bijvoorbeeld openbaar vervoer lopen goed. Rotterdam biedt het pakket sinds kort aan, en ook Am sterdam, Den Bosch en Groningen, en tal van kleinere gemeenten als El- burg, Nuenen, Almelo." Opnieuw een stap zetten naar het be drijfsleven nu de kinderrechten zijn werk volledig bepalen, lijkt Dullaert hoogst onwaarschijnlijk. „Ik kan hier in mijn ondernemerschap ook kwijt. Ik ben in feite een sociaal entrepe- neur geworden. Het verschil is alleen dat ik het niet op mijn bankrekening terug zie, maar het psychisch inko men, dat is hoog." ZATERDAG 5 APRIL 2014 Van zeepverkoper tot Kinderombudsman door Dora Rovers reageren? spectrum@depersdienst.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 61