wm
BUITEN 15'
Een machteloze woede overvalt je soms op
eens. Bij mij is dat het geval als ik een hoop
gebroken en vernielde tegels aantref in een
oud boerenhuis. Meestal staat zo'n huis tijdelijk
leeg, soms is de restauratie al bezig, soms gebeurt
het zelfs terwijl de bewoners thuis op zolder als
marmotten liggen te slapen. Maar kwaad word je
altijd als je ziet hoe de inbrekers te keer zijn ge
gaan. Om enkele kostbare tegels te pakken te krij
gen maken ze er vaak tientallen kapot. In hun
haast, in hun onkunde, breken ze er maar op los.
De buit is bijna altijd kleiner dan de schade en
grote vernielingen die ze aanrichten. Nog afge
zien van het grof geweld waarmee ze binnenko
men. Die vernielende cultuurbarbaren die alleen
op vuig gewin uit zijn, wens je op zo'n ogenblik
alle slechts toe wat je maar bedenken kunt.
De schat aan tegels en tegeltableaus, in leeftijd va
riërend van de 16e eeuw tot bijna de 20e eeuw,
met een keur aan afbeeldingen die eveneens varië
ren - van aandoenlijk primitief tot geraffineerd
kunstzinnig - is zo groot dat ik iedere keer bij aan
schouwing weer verrukt raak. Vooral bij de hand
matig beschilderde unica - de afbeeldingen die de
tegelschilder tussendoor maakte; tussen de regu
liere series van huisje, boompje, beestje, eilandje,
scheepje, molentje, soldaatje etc. Je ziet de man
voor je: in een atelier te midden van klei en verf.
Ergens rond 1680 in Middelburg of Delft. Hij
heeft een hele morgen steeds weer eilandjes ge
schilderd met huisjes en boompjes erop, afgewis
seld met soldaten die pieken of musketten dra
gen, of met af en toe een ridder te paard. (Die wa
ren veel bewerkelijker en dus veel duurder). Nu
heeft hij tegen het middaguur nog een laatste te
gel ter hand genomen; het eilandje en de scheep
jes op de achtergrond zijn al klaar, de spinnetjes -
versieringen in de hoeken - staan ook al op hun
plek. Dan ineens herinnert hij zich het vrouwtje
dat hij op weg naar zijn werk vanmorgen tegen
kwam, een verkoopster die sjouwde met een aan
tal kokosmatten op de rug en één in de hand, en
die al leurend en roepen door de straten liep.
„Een stuiver een vloermat", riep ze om de vijftig
meter. Ze was hees en zag er sjofel uit met kokos
draden aan haar rokken. „Wat een beroep", dacht
de tegelschilder eerst, en daarna: „het wordt voor
ons ook weer tijd om een nieuwe mat te kopen,
dat oude ding is kaal en rafelig." En nu, voor hij
het wist, stond ze al op zijn tegel, compleet met
jakje en een beetje mislukt mutsje: „een vreemde
voorstelling die ik nog nooit op een tegel heb gete
kend; ik moest de uitleg er maar bij zetten!" En
dus pende hij a boutportant de tekst neer. Bij de y
moest hij uitwijken en de 'mat' kwam onder de
'vloer'. „Beetje slordig", dacht hij nog, maar ja, het
was maar een aardigheidje, en nu stond het
vrouwtje nog op zijn netvlies.
Het zijn die unica die de tegelverzamelingen zo
mooi en inspirerend maken. Tussen al die zee
meerminnen één zeemeerman, tussen alle vogel
tjes opeens een reiger met een kronkelende pa
ling in z'n snavel. Tussen al die spinnetjes, lelies
en ossenkopjes als versieringen in de hoeken op
eens een Chinees geometrisch patroon, een zoge
noemde wan-lie versiering. Het zijn die uitzonde
ringen, die unica - vooral te vinden op oudere te
gels -die mij zo mateloos blijven boeien. Naast
de kinderspelen natuurlijk; daar raak ik ook nooit
op uitgekeken!
.gT- l
Tfsv*5~~
WOENSDAG 2 APRIL 2014
door Gerard Smallegange
Terhofstede vanuit
de lucht.
luchtfoto Skypictures
M
Overblijfsel van molen De Meermin, foto Matthanja Schipper
Het pleintje waar vroeger Sinterklaas werd onthaald, foto Matthanja Schipper