Met 'Lucia de B.' legde regisseuse Paula van
der Oest een van de grootste rechterlijke
dwalingen ooit in een speelfilm vast.
10 VERDIEPING
LUCIA DE BERK
pgelucht staat Paula van
der Oest (Laag Soeren,
1965) in de lobby van
een hotel in Amster
dam-Zuid. Ze heeft net
telefonisch contact ge
had met een medewer
ker die ook aanwezig was bij de voorverto
ning voor een select publiek. „Ton Derksen
vond hem in ieder geval goed", verzucht
ze. Derksen is de wetenschapsfïlosoof die
zich jarenlang samen met zijn zus Metta
de Noo inspande om de onschuld van de
voor meerdere moorden veroordeelde ver
pleegkundige Lucia de Berk te bewijzen.
Meer dan bij al haar eerdere films (onder
meer Zus zo en Madame Jeanetteis Van
der Oest nieuwsgierig naar de reacties van
buiten. Dat die zullen komen op de door
haar geregisseerde speelfilm Lucia de B. is
haar wel duidelijk. „Het is best lastig als je
een film maakt die op de waarheid is geba
seerd. Je moet alle feiten kennen, maar
daar ook weer van af. Anders kan je geen
film maken. Die heeft z'n eigen wetten."
De in alle opzichten beklemmende filmop
names - „We bieden bewust geen uitzicht
in de film, juist om dat gevoel vast te hou
den" - mochten niet worden gemaakt op
de plekken in Den Haag waar Lucia in wer
kelijkheid werkte en de rechters over haar
lot beslisten. Voor filmlocaties moest wor
den uitgeweken naar het ziekenhuis in
Vlissingen en de rechtbanken in Zwolle,
Den Bosch en Arnhem. Van der Oest
denkt dat het OM niet blij zal zijn dat de
boel weer opgerakeld wordt. „Er is daar na
tuurlijk ook het een en ander fout gegaan."
Het ziekenhuis waar De Berk in werkelijk
heid werkte, zal evenmin met plezier naar
de bioscoop gaan. De directeur, gespeeld
door Barry Atsma, wordt in de film neerge
zet als een ziekenhuisbestuurder die zich
blind staart op statistieken die achteraf
niet blijken te kloppen en op negatieve ge
voelens van de collega's over Lucia de Berk.
En die aan het eind zelfgenoegzaam zegt:
'Ik zou het zo weer doen'. „Dat heeft hij la
ter letterlijk in een interview gezegd. Op
dat vlak zitten er geen onwaarheden in de
film. Feit is dat die man gewoon al een
persconferentie stond te geven, terwijl Lu
cia nog niet eens officieel was aange
klaagd."
In hoeverre de balans nu misschien door
slaat naar het demoniseren van de massa
die Lucia tegenover zich had staan: haar col
lega's, haar directeur, de officieren van jus
titie? „Iedereen in Nederland, ikzelf niet
uitgezonderd, dacht aanvankelijk 'waar
rook is, is vuur'. Dat probeert de film ook
te laten zien. Dat je van Lucia in het begin
kan denken 'maar ze is ook anders dan de
anderen' of'het was ook wel erg toevallig
dat ze bij al die sterfgevallen was', is niet
gek. Maar je moet wel zelf blijven naden
ken. Niet blindelings achter anderen aan lo
pen." De filmmakers hebben dan ook zo
veel mogelijk 'echt de feiten toegepast'.
„Die ziekenhuisdirecteur heeft enorm bij
gedragen aan het stigma op Lucia. Ik vind
het dan ook correct hoe het in de film zit.
De collega's van Lucia hebben, op een enke
ling na, allemaal tegen haar getuigd. Verve
lend die waarheid, maar het is wel zo ge
gaan."
Een van de belangrijkste ingrepen in de 'ge
dramatiseerde waarheid' die de speelfilm
vertelt, is dat een parketsecretaris van het
OM als klokkenluider optreedt en Lucia de
Berk uiteindelijk aan belangrijke, ontlasten
de informatie helpt. In werkelijkheid wa
ren die klokkenluiders dus Ton Derksen
en Metta de Noo. „Ik wilde met de film la
ten zien wat er mogelijk bij justitie is ge
beurd. Dat is namelijk altijd heel schimmig
gebleven. Om een echt inkijkje te geven,
hebben we een karakter binnen het OM ge
creëerd. Een stevige ingreep inderdaad,
maar wel gebaseerd op iets dat werkelijk is
gebeurd. Namelijk dat er onder andere bij
Lucia's advocaat Stijn Franken een anonie
me briefis binnengekomen waarin stond:
'Er zijn hier vreselijke fouten gemaakt,
maar deze trein is niet meer te stoppen'."
De belangrijkste reactie heeft Van der Oest
in ieder geval al binnen: die van Lucia de
Berk zelf De Haagse, die zes jaar lang ten
onrechte is gezien als 'engel des doods',
heeft van meet af aan over de schouders
van de filmmakers meegekeken. „We wil
den integer werken, want Lucia bestaat ge
woon. En zij moet ook gewoon haar bood
schappen in de supermarkt doen." De Berk
is bij alle stadia van het maken van de film
betrokken. Niet als een politieagent of scha-
duwregisseur, maar om haar deelgenoot te
maken. „Elke kritiek, elke blik van buiten,
maakt je uiteindelijk ook beter. We wilden
haar ook niet het gevoel geven dat er wéér
dingen achter haar rug om werden gedaan
en verteld. Daar is ze sowieso al superge
voelig voor. Zes jaar lang heeft ze moeten
afwachten, had ze geen controle. Daar wil
den we haar niet meer in verzeild laten ra
ken. Ik hoop zelf heel erg dat de film haar
nog een stapje verder brengt in haar rehabi
litatieproces."
Volgens Van der Oest is het erbij betrekken
van Lucia op geen enkele wijze ten koste
van de film gegaan. „Dichtbij staan bete-
Dat zoveel mensen
in een tunnel
terecht zijn
gekomen,
is waanzinnig
jm aart o 1 a
kent niet dat je compromissen hoeft te slui
ten. We hebben heel duidelijk afgesproken
dat als er dingen in zaten waar ze echt niet
mee kon leven, we dat ook niet zouden
doen. Bij sommige dingen die ze aanvanke
lijk lastig vond, hebben we haar kunnen
overtuigen en verder heeft zij ons het ver
trouwen gegeven." De Berk hield het voor
al bij nuchtere opmerkingen over details.
„Dan zei ze: 'ik huil daar, maar in het echt
zou ik nooit publiekelijk huilen'. Of: 'zo'n
pakkie zou ik nooit dragen, hoor'."
Wat de filmmaakster opvallend vond, was
dat vooral Lucia's verleden erg gevoelig lag.
„Ze wilde geen kwaad woord over haar
moeder, terwijl die objectief gezien natuur
lijk wel een bepaalde rol heeft vervuld. Ze
greep niet in toen Lucia als kind de prosti
tutie in moest. Dat is wel dubbel. Lucia zelf
wilde niet haar moeder een trap nageven.
Dat gold ook voor haar vader. We hadden
flashbackscènes heviger gemaakt, om het
te dramatiseren. Maar dat vond ze naar.
Dus dat hebben we uiteindelijk gerespec
teerd. Misschien maar goed ook, want an
ders was het misschien te vet geworden.
We leggen nu wel uit hoe haar verleden
haar heeft gekleurd, zonder het gewelddadi
ge te veel te benadrukken."
Van der Oest is naar eigen zeggen 'niet zo
pamfletterig' van aard, maar Lucia de Berks
verhaal maakte haar wel meer geënga
geerd. „Ik vind dat haar verhaal verteld
moet worden, dus misschien heb ik in dit
geval iets meer zendingsdrang. Het blijft
een speelfilm, gedramatiseerd en met en-
tertainmentwaarde, maar ik zou het niet
erg vinden als mensen gaan kijken omdat
ze willen weten hoe het echt zit. Als je
puur als filmmaker kijkt, leent het zich
heel goed voor een drama. Maar ik zou ook
wel aan de massa, aan een groot publiek,
willen tonen: kijk, zo gemakkelijk gaat dit
nou. Zó gemakkelijk komt iemand in een
heksenproces terecht. Dus als je ze daarin
meeneemt door middel van een speelfilm,
gaan mensen daar misschien nog wel ge
makkelijker in mee dan via een documen
taire. Je maakt bijna gebruik van hun
nieuwsgierigheid. En toont publiek ook
Lucia
door Niki van der Naald
Paula van der Oest
I A
VAM HU! I
M Al Ml I lil
IIAU'MM N
•A MI UH.K
ENGEL DCS DOOOS
versus de