dat u er bent De ogen van mijn opa ZICHT OP ZEELAND 9 -4^ Op 20 september 2005 was de stranding van het container schip Fowairet nabij Perkpolder. Ik zat toen in de middagdienst en ben in de ochtend snel onder de zeedijk naar Perkpolder gereden, al waar de politie alles afgezet had. Ik kon nog net even deze foto maken voor ze ons wegstuurden. Het schip dreigde in tweeën te bre ken maar is uiteindelijk toch naar Vlissingen gesleept en later alsnog gerepareerd. Ronny Baute, Terneuzen Begin jaren zestig zijn wij, mijn twee zusjes en ik, naar Nederland gekomen vanuit Nieuw Guinea, voormalig Ne- derlands-Indië. Een kindermeisje vergezelde ons tijdens de grote reis, daar onze ouders nog veel moesten afronden in Hollandia (de plaats waar wij destijds woonden). Een jaar nadat we in Nederland wa ren, voornamelijk ondergebracht bij familie van mijn vader, kwam mijn moeder en werden we weer een gezinnetje. Mijn vader zou zich pas later aan het gezin toevoe gen. Het was winter 1963. Wij woonden inmiddels in een kleine flat met een kolenkachel. Mijn moe der moest de eindjes aan elkaar knopen met een kleine toelage die ze kreeg. Het was Oudejaarsavond en mijn moeder probeerde de ka chel aan de praat te krijgen. Heel langzaam was deze uitgegaan en de steelpan met chocomelk die op de kachel warm stond, begon al snel af te koelen. Het vertwijfelde gezicht van mijn moeder vergeet ik nooit meer. Ze zat met drie kleine kinderen, die met dekens om zich heen geslagen probeerden warm te blijven. Buiten bleef het sneeuwen en het werd steeds kouder. „Weet je wat gaan doen?", zei mijn moe der. „We gaan Roti Kukus maken." Roti Kukus is een gestoomde cake, die in allerlei smaken heel eenvou dig te maken is. Met dekens om ons heen liepen we naar de keu ken, waar de warmte van het for nuis zeer behaaglijk aanvoelde. De keuken was op dat moment het warmste deel van het huis. We maakten een heerlijke Roti Kukus, die we vers met de opnieuw opge warmde chocomelk opaten. Deze herinnering zal me altijd bijblij ven. Grote bewondering heb ik voor mijn moeder, die helaas twee jaar geleden is overleden. Ze heeft altijd moeite gehad met zich aan te passen en noemde Nederland, 'het land van de verboden toegangbord jes'. Maud Minneboo, Oostkapelle n mijn werkkamer staat hij: de leeuwenstoel van mijn opa, Barend de Groot. Het houtsnijwerk is elke week door hemzelf voorzien van heel veel boenwas, zorgvuldig uitge- poetst en bevoeld of het goed was. Opa keek met zijn handen, hij was blind, een ongeluk op de scheeps werf. Ik ken opa niet anders dan met toe geknepen ogen en altijd met een vrolijke lach. Ik probeer mij te ver plaatsen in zijn situatie: met zijn hond lopend door het naoorlogse, rommelige Middelburg, naar de kin- ders en zijn werk. Ik wil de stoel op nieuw bekleden en zoek naar een winkel. In het 'allesisandersgewor- den' Middelburg kom ik in de Gee- re, en ik weet het weer: hier was een pleintje met de blindeninrich- ting. Er is niets van over. Het was een oud gebouw. In de hal zat ie mand een cocosmat te vlechten, hij keek er niet naar, zijn handen voel den wat hij moest doen. Binnen in een groot lokaal werd overal ge werkt met stugge materialen. Daar na kwam ik in een aparte ruimte, waar een groot weefgetouw af en toe een flinke klap gaf. Dat deed mijn opa. Hij bediende met handen en voeten het weefgetouw en maak te een lange lap van wit linnen met rode randen. Van die lap knipte men later theedoeken, hele sterke! Thuis gekomen, mijn hoofd vol her inneringen, maar zonder nieuwe stof, besluit ik: niks nieuwe bekle ding, die stoel ziet er geleefd uit en dat hoort zo. Na 65 jaar zit het eiken hout nog prima in de was. De leeuw tjes kijken me tevreden aan met hun oogjes van stoffeerderspijkers. Addie Nieuwenkamp-Midavaine, Veere ruilerig. Mis schien niet hele maal het juiste woord. Het regen de gewoon die morgen. Het was geen gewone dag. Toch zeker niet voor Oran jes. Het was Koninginnedag 2010. Een jaar eerder was aan een tot dan toe prachtig zonnige dag, op een dramatische manier een einde gekomen. De bus met het Oranjegezelschap reed door het centrum van Apeldoorn, toen een auto dwars door de me nigte reed in een poging tot de bus te komen. De auto kwam uit eindelijk tot stilstand tegen een monument. Er vielen acht slacht offers. Wég Koninginnedag. Dit jaar zou alles anders zijn. Daar had iedereen op ingezet. De Oranjes kwamen naar We- meldinge en Middelburg. Op de ze morgen keek ik uit het raam. Regen. Het is niet waar hè? Ja wel. Het was natuurlijk een ge wone aprildag in Nederland, maar was het maar droog ge weest. Nee, dat kon blijkbaar niet. Wemeldinge, het dorp aan de Oosterschelde, daar moest ik zijn wilde ik de Oranjes in het echt zien. Komende vanuit Ka- pelle zou dit een unieke eenmali ge ervaring zijn. Op de fiets gestapt, moest ik even terugdenken aan de woor den van het thuisfront. Het was pestweer en het was waarschijn lijk beter te volgen op de televi sie, maar ik wilde de Oranjes nou eenmaal in het echt zien. Ik hield het koude dranghek ste vig vast toen de Oranjes langs kwamen. Over de kletsnatte oranje loper liepen ze aan mij voorbij. Niet Maxima. Maxima kwam in een prachtige stijl naar me toe. Ze gaf me een hand en sprak de voor mij historische woorden: 'Wat goed dat u er bent!' Ik stond daar als een verzo pen kat en moest denken aan het thuisfront dat me hoofd schuddend hadden zien wegfiet sen. 'Doe ze de groeten', hadden ze nog geroepen. Later zou koningin Beatrix zeg gen dat Zeeland Koninginnedag had teruggegeven aan Neder land. Rob Stroeks, Kapelle WOENSDAG 26 MAART 2014

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 53