Het vierde en laatste deel van de Geschiedenis van Zeeland beslaat de periode 1850 tot nu. 6 ZICHT OP ZEELAND over is, zie je dat vanaf 1898 een hele boel landarbeiders kleine boeren wor den. Een eigen stukje grond: het is een dieperliggend verlangen, dat in veel Zeeuwen verstopt zit. Misschien raak je daar aan de Zeeuwse volks aard. Hele kleine kavels, met aan de rand ruimte om vier of vijf bloemkool- tjes te planten. Ik heb op Walcheren wel eens een hek bij zo'n perceel ge zien. 'Met gif gespuit', had de boer er op geschreven, om te voorkomen dat zijn gewas gestolen zou worden." Dat er in de 19e eeuw vooral inwoners van West-Zeeuws-Vlaanderen en Schouwen-Duiveland voor een Ameri kaans avontuur kiezen, heeft daar vol gens Zwemer ook mee te maken. „In die regio's waren geen kleine percelen beschikbaar. Precies die stukjes grond, die het verschil maakten tussen draag lijke en ondraaglijke armoe. Daarom emigreerden mensen." In de 20ste eeuw gelden de Tweede Wereldoorlog en de Ramp van 1953 als majeure gebeurtenissen. Ze ko men in dit deel aan bod, maar niet overdadig. Het gaat meer over emanci- gemak twee tot drie keer zo dik kun nen maken. Dat betekent dus dat we heel veel hebben moeten samenvat ten, kort en bondig. Dat is goed ge lukt, denk ik." In tegenstelling tot de vorige delen zijn er nu wel aparte hoofdstukken voor cultuur en religie gereserveerd. Wat is het beeld van Zeeland in de af gelopen 150 jaar? Lastig, vindt Zwe mer, om daar even in kort bestek een antwoord op te geven. Als we de struc tuur van het boek volgen, en 'ijkpun- ten' aanbrengen in 1850 en in 2000 - met uitlopers tot 2014 - krijgen we een beeld van ontwikkelingen, die Zeeland gemaakt hebben tot wat het nu is. In het deltagebied van ruim anderhal ve eeuw geleden zien we een provin cie, die aan het begin van een nieuwe tijd staat. Na een dramatische terug val in de Franse Tijd rond 1800 groeit het aantal inwoners weer, zowel in de steden als op het platteland. Met de vrije vaart op de Schelde worden Ant werpen en Gent de echte handelscen tra - Middelburg, Vlissingen en Zierik- zee blijven ver achter. Zeeland is en blijft een provincie, waar de agrari sche sector domineert. De landbouw floreert, boeren worden machtiger en rijker, de kloof met de landarbeiders wordt groter. Nog emigreren er veel verarmde inwoners naar Noord-Ame- rika, vooral uit West-Zeeuws-Vlaande ren. Op godsdienstig_gebied verdie nen katholieken en van de Hervorm de Kerk afgescheiden groeperingen hoe langer hoe meer een plaatsje on der de zon. Er wordt een begin ge maakt met het aan elkaar smeden van de eilanden, om ruim baan te maken voor de spoorlijn naar Vlissingen. De provincie doet mee - zij het beperkt - aan de industrialisatiegolf tussen 1890 en 1920, die tot buitenlandse bedrijfs vestigingen in de Zeeuws-Vlaamse Ka naalzone leidt. Hebben we zo een beeld van Zeeland aan het begin van de nieuwe tijd? We zoeken natuurlijk ook naar de Zeeuw se ziel. Zwemer: „Vanaf 1878 wordt de Europese markt opengelegd voor Ame rikaans graan. Daardoor kelderen de graanprijzen. Als die landbouwcrisis Het zijn de laatste loodjes. Jan Zwe mer, eindredac teur van deel 4 van de Geschiede nis van Zeeland vindt het een he le klus. Sinds 2008 schat hij meer dan twee jaar werk in het boek te hebben gestoken. Onderzoek, schrijven, redi geren, lezen van de relevante litera tuur. „We hadden het vierde deel met Geschiedenis heeft Jan Zwemer (Oostkapelle, 1960) studeer de geschiede nis, promoveer de in 1992 en is sindsdien zelf standig histo risch onderzoe ker. Hij is gespe cialiseerd in de sociale en poli tieke geschiede nis van Zuid west-Nederland en in die van de bevindelijk gere formeerden. Hij schreef onder meer In Conflict met de Cultuur, Zeeland 1945-1950 en Onrust en Wel vaart door Jan van Damme

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 50