BUITEN 19
Wie met natuurbeleid te maken heeft krijgt tegenwoordig regelmatig
de term PAS te horen. Die afkorting staat voor Programmatische Aan
pak Stikstof. De uitstoot van stikstof in ons land is volgens internatio
nale normen veel te hoog en dat heeft grote gevolgen voor de natuur.
Om de effecten van de stikstofdepositie op de natuur wat te dempen
is er een scala aan maatregelen en ingrepen bedacht en die worden in
beleidsjargon omschreven als de Programmatische Aanpak Stikstof.
Het programma wordt met name
uitgerold ter bescherming van on
ze Europese topnatuur, de Natura
2000-gebieden. Voorbeelden in
Zeeland zijn de Kop van Schou
wen, De Yerseke en Kapelse Moer
en de Westerschelde.
Stikstof zie je niet, je ruikt het niet en het doet
sluipend zijn werk. Toch zijn er duidelijke effec
ten. Als je een luchtfoto van onze duinen van 50
jaar geleden vergelijkt met een recente opname,
zie je dat de duinen compleet dichtgegroeid zijn.
Open plekken en vegetaties met een lage bedek
king zijn achteruit gevlogen. De gevolgen daarvan
zijn duidelijk te merken. Allerlei diersoorten, va
riërend van solitaire bijen tot levendbarende hage
dis en van bodembewonende korstmossen tot de
tapuit zijn zeldzaam geworden. De relatie tussen
stikstofdepositie en dit verlies van biodiversiteit
staat vast, maar is soms lastig aan te tonen voor
het publiek en daarom blijft het een
ver-van-mijn-bed-show. Toch is het één van de
grootste bedreigingen voor onze inheemse flora
en fauna.
Niet altijd zijn de gevolgen van stikstof emissie
moeilijk aantoonbaar. En soms treden ze ook in
korte tijd op, zodat de schadelijke gevolgen zonne
klaar zijn. In de nabijheid van een bos dat bij Het
Zeeuwse Landschap in beheer is werd zo'n kleine
twintig jaar geleden een varkensmesterij geves
tigd. De beheerder kon zijn ogen niet geloven
toen hij zag dat het aanwezige baardmos in korte
tijd totaal uit zijn bos verdween. Collega's vonden
het zo'n onwaarschijnlijk verhaal dat er niet eens
serieus onderzoek naar gedaan werd. Nu we 20
jaar verder zijn weten we wel beter. Een bloem-
dijk die in dezelfde omgeving beheerd wordt ver
loor jaar na jaar zijn bijzondere planten als blauw
walstro, knopig doornzaad, grasklokje, aardaker,
kattendoornWat nu nog over
is, ondanks jaarlijks en soms
meermalen per jaar maaien
is een dijk met ruige grassen waar
voor een plantenliefhebber niets te
beleven valt. Twijfel is er niet: je
kan op de kaart een cirkel om het
bedrijf heen trekken waar het ef
fect zich het sterkst voordoet. Het dijktalud is er
zichtbaar groener. Dat geeft aan dat stikstofmin
nende grassen zijn toegenomen ten koste van
zeldzame kruiden en bloemrijke vegetaties.
De wetenschap komt tot dezelfde conclusie. On
derzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen laat
zien dat jaarlijks maaien en afvoeren van de vege
tatie onvoldoende is om de gevolgen van de stik
stofdepositie ongedaan te maken. Netto wordt de
bodem ook in dat geval steeds verder opgeladen.
Slechts meerdere malen per jaar maaien en afvoe
ren kan er voor zorgen dat de bodem niet rijker
wordt aan nutriënten en de in natuurgebieden
wenselijke verschraling komt pas dan in beeld.
Maar een intensief hooibeheer is kostbaar en
heeft grote nadelen voor de fauna en voor sommi
ge plantensoorten. Kortom ook dat is niet echt
een duurzame oplossing.
Een ander voorbeeld zagen we onlangs in een wei
degebied met veel zeldzame paddenstoelen. Bij
een inventarisatie afgelopen najaar kwamen we
tot de conclusie dat het weiland in een aantal ja
ren schrikbarend verarmd was. De professionele
en zeer ervaren onderzoeker die we ingehuurd
hadden trok de conclusie dat het vrijwel zeker
was dat er illegaal bemest was. De gebruiker die
een bezoekje kreeg van onze beheerder wist ons
te overtuigen dat dat niet het geval was. Het
kwartje viel pas toen we op een provinciale kaart
zagen dat er ter plekke een belangrijke bron van
stikstofïiitstoot aanwezig was. En zo kom je soms
voorbeelden tegen van directe en desastreuze ef
fecten van lokale bronnen. Dat valt niet af te doen
door met de beschuldigende vinger naar het bui
tenland te wijzen zoals vaak gebeurt. Wij zouden
vooral last hebben van de emissies uit omringen
de landen. Dat laatste is pertinent onwaar. Neder
land is volgens het Planbureau voor de Leefomge
ving een grote netto exporteur van stikstof deposi
tie en daarom is het zaak om de problemen hier,
bij de bron aan te pakken. Willen we iets doen
aan de teloorgang van het leefmilieu van hon
derden planten en dieren dan zullen we
hier in Nederland, bij de bron moeten
beginnen. Kortom: de koe bij de ho
rens vatten en zo snel mogelijk dit
varkentje wassen.
WOENSDAG 26 MAART 2014
Duingraslanden met
bodembewonende korstmossen
als rendiermos en elandgeweimos
hebben erg onder
stikstofdepositie te lijden,
foto's Chiel Jacobusse
De PAS is geen poespas
Bloemdijkplanten als de kattendoorn worden door vermesting verdrongen
door stikstofminnende grassen.
Paddenstoelen als deze zwartwordende wasplaat verdwijnen als gevolg van
stikstofbemesting.
li""! ifTWif"
De tapuit is mede door het dichtgroeien van duingraslanden uit Zeeland als broedvogel verdwenen.