Nieuwe jeugdzorg heeft ouder en kind veel te bieden I SPECTRUM 15 opinie Het is overduidelijk goed beleid." Het is niet dat PAX de Nederlandse re gering een goede bijeenkomst mis gunt. Integendeel. Het bezoek van zo veel wereldleiders is een mooi mo ment. Het is een goede manier om on derling vertrouwen en samenwerking te verbeteren. Het zou minister Tim mermans van Buitenlandse Zaken sie ren als hij zijn ambtsgenoten uitno digt de NSS te gebruiken als een springplank voor onderhandelingen in de nabije toekomst. Deze kunnen leiden tot afspraken over het militaire nucleaire materiaal. In februari kwamen in Mexico rege ringsleiders uit 146 landen bijeen op de Tweede Internationale Conferentie over de Humanitaire Impact van Kern wapens. De voorzitter van de vergade ring concludeerde al dat de tijd rijp is voor de start van onderhandelingen voor een algeheel verbod op kernwa pens. Het zou passen als landen tij dens de NSS aangeven dat plan te steu nen, zodat niet 15 maar 100 procent van het probleem kan worden aange pakt. Het onderbrengen van de jeugdzorg bij gemeenten leidt tot veel on rust, geklaag en verwijten over en weer. In de discus sie verdwijnt daardoor de inhoud - hoe ziet die jeugdzorg er straks uit? - naar de achtergrond. Jammer, want zo blijft uit beeld dat deze nieuwe jeugd zorg veel te bieden heeft aan kinde ren met problemen én hun ouders. De Jeugd-Geestelijke Gezondheids zorg (jeugd-ggz) heeft zelfs al grote stappen gezet om hun in de nieuwe si tuatie de best mogelijke hulp te bie den. De zogenoemde 'transitie' van de jeugdzorg betekent dat de zorg straks onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten valt. Aan deze 'transi tie' koppelt de regering een inhoude lijke vernieuwing, genaamd de 'trans formatie', van de jeugdzorg. De na druk ligt veel meer dan voorheen op preventie en lichte vormen van hulp. Het doel is om zo veel mogelijk te voorkomen dat kinderen en gezinnen zo diep in de problemen raken dat zij dure, specialistische hulp nodig heb ben. Ook gaan zorginstellingen meer samenwerken om direct de juiste hulp te bieden. Daarnaast wil de over heid de komende jaren miljoenen be sparen op de zorg voor jeugd. Er is nu onrust - bij hulpverleners en ouders - omdat nog steeds onzeker is hoe gemeenten de hulp straks inrich ten en welke concrete gevolgen het al lemaal heeft voor gezinnen waar wél specialistische zorg nodig is. De cruciale vraag is echter: hoe kun nen wij zorg aan jeugd efficiënter uit voeren - dus tegen lagere kosten - mét behoud van kwaliteit? Dat is de uitdaging voor zorgaanbieders en ge meenten. In de afgelopen decennia is al veel vooruitgang geboekt in de hulpverle ning aan kinderen en ouders. Er wer ken in de jeugdzorg en de jeugd-ggz goed opgeleide en bedreven pedago gen, orthopedagogen, psychologen en psychiaters. Het bieden van zorg ge beurt steeds meer in overleg met ouders en kinderen. De voorkeuren en ervaringen van kinderen en ouders spelen een even belangrijke rol als de expertise van hulpverleners en de wetenschappelijk onderbouwde ken nis over 'wat werkt het beste voor wie?' De geplande transitie heeft gelukkig niet alleen geleid tot petities en verzet als uiting van - deels terechte - be zorgdheid. Er is ook veel positieve in- zet vanuit de jeugd-ggz en die zet van alles in gang. Dat leidt nu al tot resul taten: er worden veel minder kinde ren in klinieken opgenomen, behande- y lingen zijn verbeterd, instellingen wer ken béter samen, bijvoorbeeld met Centra voor Jeugd en Gezin en scho len. Ik zie mooie innovatieprojecten om sa menwerking tussen hulpverleners te bevorderen. In samenspraak met zorg verzekeraars vindt behandeling plaats op basis van een inschatting van de behoefte aan zorg en niet meer op ba sis van 'labelen' (een psychiatrische di agnose geven om in aanmerking te ko men voor verzekerde zorg). Nu zijn de gemeenten aan zet. Be houd van kwaliteit is hun inzet. Ze moeten straks onderscheid kunnen maken tussen goede zorgaanbieders en beunhazen, het verschil leren tus sen 'gedegen doorontwikkeld' en 'nieuw en anders'. Het toepassen van en het deskundig controleren op kwa liteitsstandaarden in de zorg is daar voor essentieel. Kwaliteitsstandaarden hebben te maken met het inzetten van zorg waarvan wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat die werkt. Verder dienen behandeluitkomsten door hulpverleners gemeten te wor den: zijn kinderen en gezinnen tevre den met de hulp, zijn de doelen be haald, is er een afname van proble men, is de kwaliteit van leven van kin deren en gezinnen verbeterd, lukt het een behandeling af te maken of zijn kinderen vroegtijdig afgehaakt? Meten helpt ons namelijk om meer te weten te komen over 'wat het beste werkt voor wie en waarom' en het ver der ontwikkelen van hulpmethodes. Gemeenten kunnen de ervaringen van cliënten en de kennis van behan delaren benutten. Willen gemeenten echt efficiëntere zorg dan moeten zij de kwaliteitsstan daarden bij het inkopen van zorg handhaven. Het is ook de taak van zorgaanbieders om zich te verbinden aan die standaarden. De gemeenten kunnen zich bij hun inzet om van de nieuwe jeugdzorg een succes te ma- ken, spiegelen aan de jeugd-ggz. Die is daarmee namelijk al ver op weg. Hoe kunnen wij zorg aan jeugd efficiënter uitvoeren mét behoud van kwaliteit? neus reageren? opinie@depersdienst.nl Jana Knot- Dickscheit is orthopedagoog en geregi streerd cogni tief gedragsthe rapeut. Zij is als onderzoeker en docent verbon den aan de afde ling Orthopeda gogiek van de Rijksuniversi teit Groningen. door jana Knot-Dickscheit

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 71