Zeeuwse toptalenten kunnen niet in
de provincie blijven. Voor hun
ontwikkeling moeten ze buiten
Zeeland op zoek naar trainers en
trainingspartners. Vraag het aan
Dennis de Nooijer. Dit is het tweede
verhaal uit een serie van negen over
de staat van de Zeeuwse sport.
interview
6 SPECTRUM
De staat van de
sport in Zeeland
Maar ook op trainersgebied is Zeeland nu te
klein voor Dennis de Nooijer. l'Histoire se
répète: aan het eind van het seizoen vertrekt
hij uit Zeeland, opnieuw omdat het niet an
ders kan. Hij gaat naar FC Twente, waar hij
zijn carrière van jeugdtrainer een nieuwe im
puls kan geven.
De overstap van de De Nooijers naar Sparta
was bijzonder. De broers waren amper zeven
tien, speelden bij een club (RCS) waarvan be
kend was dat die de beste jeugdopleiding
van Zeeland had en zoveel Zeeuwse sporters
waren hen op deze manier nog niet voorge
gaan. Ze reisden elke dag met de trein op en
neer tussen Souburg en Rotterdam.
De opleiding bij Sparta stond goed bekend,
maar was met de wetenschap van nu verre
van professioneel. „Op voeding werd niet ge
let, krachttraining deden we niet, van sport-
psychologen hadden ze nog nooit gehoord
en van video-opnames ook niet", weet Den
nis de Nooijer nog. „Het enige dat goed gere
geld was, was het vervoer. We kregen een
ov-jaarkaart en mochten eerste klas reizen."
En toch: Sparta bood Dennis en Gérard een
unieke kans. Niet omdat de trainingsfrequen
tie drastisch werd opgevoerd, want de broers
trainden in Souburg ook al vijf keer per
week. Het ging er vooral om dat ze konden
spelen en trainen met leeftijdgenoten die het
zelfde niveau hadden. En tegen sterke tegen
standers konden voetballen. „Met Sparta Ai
en met het beloftenteam speelden we altijd
op het hoogste niveau van Nederland. Daar
hebben we veel aan gehad", herinnert Den
nis zich. „Ook omdat we andere dingen leer
den dan voetballen. Zoals voor onszelf opko
men." Het was de vier uur reistijd per dag
meer dan waard.
Het principe van trainen op niveau pasten de
broers toe toen ze na hun profcarrière terug
keerden in Zeeland. Talentvolle voetballers
laten trainen bij hun eigen club, of met bus
jes ophalen en brengen naar Brabantse prof
clubs als RBC en NAC, leidde tot weinig of
niks. En dus richtten ze in 2006 JVOZ op.
Eerst sputterden de clubs waar talenten rich
ting JVOZ vertrokken tegen, maar inmiddels
is er het besef dat het misschien niet beter is
voor de club, maar wel beter voor de speler.
JVOZ is anno 2014 breed geaccepteerd. De
club heeft zeven jeugdploegen en de Cl
speelt op het hoogste niveau van Nederland.
Onder meer met dank aan het Scheldemond
College, waar toptalenten (niet alleen voet
ballers) een aangepast leerprogramma krij
gen om veel te kunnen trainen.
Maar vooral: er zijn al heel wat talenten door
gegroeid naar clubs uit het betaalde voetbal
(zie kader rechts) om daar de laatste stap
naar de profs te kunnen zetten. Dennis de
Nooijer: „Ook bij ons zit er een houdbaar
heidsdatum op de spelers. De echte talenten
vertrekken wanneer ze een jaar of 14,15 zijn.
Dus al eerder dan wij vertrokken. Bij de Cl
spelen ze op het hoogste niveau, de Bi speelt
lager. Willen ze zich doorontwikkelen dan
moeten ze voor dat ze naar Bi gaan de provin
cie uit"
Het is een rode draad in de Zeeuwse sport,
vindt Dennis de Nooijèr. Toptalent kan niet
in de provincie blijven. Dat geldt voor voet
bal, maar ook voor nagenoeg alle andere spor
ten. Je moet op zoek naar collega-talenten
met wie je kunt trainen, naar toptrainers die
altijd klaarstaan en naar randvoorwaarden
Bij Sparta speelden we
altijd op het hoogste niveau
van Nederland. Daar
hebben we veel aan gehad
Silvana Bauer kwam vorige
maand met een opmerkelijk
verhaal. De getalenteerde ten
nisster vertelde in de PZC dat
haar carrière was mislukt om
dat ze buiten de provincie was
gaan wonen en trainen. Het
zorgde voor opgetrokken wenkbrauwen. Ie
dereen die iets van topsport weet, beseft dat
als je als sporttalent in Zeeland geboren
wordt, je al meteen op achterstand staat. „Als
je talent hebt en hogerop wil, heb je geen
keus", weet voetbalman Dennis de Nooijer.
„Je moet de provincie uit."
De Nooijer kan het weten. Zeeland was al
snel te klein voor de inmiddels 44-jarige Sou
burger en zijn tweelingbroer Gérard. Toen ze
zeventien waren, vertrokken ze bij RCS en
gingen ze naar de grote stad, naar het Rotter
damse Sparta. Daar kregen ze de concurren
tie die ze nodig hadden om beter te worden,
troffen ze trainers en begeleiders die dag en
nacht voor hen klaarstonden.
Een vertrek uit Zeeland is natuurlijk geen ga
rantie voor succes, maar de supertalenten
Dennis en Gérard slaagden wel. Ze voetbal
den vele jaren bij Sparta en gingen later hun
eigen weg. Dennis belandde bij Heerenveen
en NEC, waar hij als spits vele doelpunten
maakte. Na zijn terugkeer in Zeeland richtte
hij in 2006 - opnieuw samen met Gérard -
JVOZ op, Jeugd Voetbal Opleiding Zeeland.
Hun doel? Zeeuwse voetbaltalenten bij el
kaar brengen om ze wat langer en beter in
Zeeland te kunnen opleiden.
«De echte talenten
vertrekken bij ons
wanneer ze een jaar
of 14,15 zijn
Zeeuws sporttalent
door Koen de Vries
Dennis de Nooijer instrueert de spelers van JVOZ C1. foto Lex de Meester