Fifi Visser in Middelburg filmt mensen. Dichtbij,
steeds op zoek naar het gevecht dat ze voeren om te
leven. Ze heeft haast, het kan zomaar afgelopen zijn.
36 ZEELAND
Na bijna vijftien jaar in Zee
land is filmmaakster Fifi
Visser ongetwijfeld een Be
kende Zeeuwse. Door haar
freelancer werk voor Om
roep Zeeland. Maar zeker
en vooral ook door eigen,
spraakmakende producties. Zoals Stille Getui
gen van de Slag om de Schelde, een documentai
re van een uur waarin ook een Engelse piloot
over zijn bommen op de dijk van Westkapelle
vertelt. Vorig jaar werd haar verfilming van
een verhaal uit de bundel Zondig in Zeeland be
kroond op het festival Film by the Sea in Vlis-
singen. En dan is er nog de in 2011 uitgebrach
te filmdocumentaire Twee Levens: een indruk
wekkend portret van haar ouders, die voor het
25ste achtereenvolgende jaar naar Chili reizen
om daar hun in 1985 verdwenen zoon Maarten
op te sporen. Hun verdwenen zoon, dat wil
ook zeggen: Fifi's verdwenen broer.
Ze moet een gaatje in haar agenda zoeken.
Druk druk. Met filmen, dat spreekt voor zich.
Maar ook met begrafenissen. Twee heeft ze er
deze week, in Amsterdam en Rotterdam. Dat
kost tijd vanuit Middelburg, reken maar een
dag per afscheid. Een begrafenis laat je niet
schieten, haar moeder heeft dat een leven
lang voorgeleefd. Als je niet gaat, krijg je er la
ter spijt van. Eén van de overledenen was de
zoon van vrienden van haar ouders. Haar leef
tijd. Hij is van een flat gesprongen.
We gaan in de keuken zitten. Let op de afstap
jes, zegt ze, als we door de gang naar de achter
kant van het huis lopen. Een monumentaal
pand, hartje Middelburg in de schaduw van
de Lange Jan, vlakbij de Gistpoort van het ab
dijcomplex. Loesje siert de klep van de brie
venbus: 'Geen reclame, wij hebben alles al'.
Het huis bleef wonderwel overeind toen in
mei 1940 vrijwel alles in de directe omgeving
in een puinhoop veranderde. Een huis met
een geschiedenis die zo'n vier eeuwen terug
gaat. Waar aan niveauverschillen en plafond
verspringingen te zien is dat er in de loop der
tijden verbouwd en uitgebreid werd. Een le
vende woning, die het verleden zichtbaar
draagt. De keuken is er als laatste uitbouw bij-
gekomen.
Kater Tinus staat zijn stoel met zichtbare te
genzin af. Even later vindt hij een schoot.
Fifi, die naam kom je niet vaak tegen.
„Formeel is het Friederike, naar mijn Oosten
rijkse grootmoeder aan vaderskant. Ik had ook
een Spaanse overgrootvader en een Finse over
grootmoeder. Heel Europa komt in mij sa
men. Mijn oudere zus Annemarie wordt Mimi
genoemd. Dus in ons gezin hadden we Mimi
en Fifi. Dat komt door mijn broer Maarten,
die toen hij klein was de namen Annemarie
en Friederike niet uit kon spreken. Hij zei Mi
mi en Fifi. Op de middelbare school dacht ik
op een gegeven moment: het is tijd om Frie
derike genoemd te worden. Maar dat werkte
niet, iedereen bleef Fifi zeggen. Toen heb ik
het maar zo gelaten. Dat geldt ook voor Mimi,
die in New York woont. Vroeger werd ik er
wel mee gepest: Fifi, het hondje van de buur
vrouw. Nu vind ik mijn naam handig. Er is
niemand ter wereld die Fifi Visser heet, dat is
makkelijk als je googelt, ik ben heel goed vind
baar."
Je noemt al even je twee jaar oudere broer Maar
ten. Meteen na zijn middelbare school ging hij in
1985 trekken in Zuid-Amerika. In Chili verdween
hij. Missing presumed dead - vermist, waarschijn
lijk dood, dat was de boodschap die jullie thuis kre
gen. Hij is nooit gevonden. Zo'n drama is waar
schijnlijk cruciaal in je leven.
„Ik was zestien, toen dat gebeurde. Eerlijk ge
zegd weet ik niet zo goed hoe mijn leven an
ders gelopen zou zijn, als dit niet gebeurd
was. Mijn zus, die had op dat moment nog
nooit bedacht dat er wel eens iets ergs zou
kunnen gebeuren. Zij was helemaal van de
kaart. Voor mij lag dat anders. Ik had toen al
bedacht dat het leven je niet alleen maar toe
zou lachen. Er kan iets gebeuren, je leeft op
een moeras - met zulke grote thema's en ge
dachten liep ik toen wel rond. Daarom heeft
de verdwijning van Maarten me niet uit mijn
schoenen geblazen."
„Kort daarna ben ik een jaar in een inrichting
voor verstandelijk gehandicapten gaan wer
ken. Dat was meteen na mijn havo-examen, ik
was uitgeloot voor de School voor Journa-
lisriek. Mijn ouders zeiden: ga toch reizen, of
ga iets met muziek doen. Ik betwijfel of Maar-
tens verdwijning iets met mijn keuze voor die
vorm van hulpverlening te maken heeft. Ik
ging in een inrichting wonen, in Wouden
berg. Ik heb daar voor een groep van veertien
volwassen mannen gestaan. Sommigen waren
agressief, ik heb kopstoten gekregen. Omdat
ik vond dat de patiënten meer persoonlijke
aandacht verdienden en ik mijn grote mond
niet kon houden, maakte ik niet niet echt
vrienden met de groepsleiding die er al hon
derd jaar werkte. Na dat jaar was voor mij dui
delijk: dit is geen werk dat ik mijn hele leven
wil doen. Toen werd ik wel op de School voor
Journalistiek ingeloot."
Je basis ligt in Rotterdam.
„In Kralingen, een chique wijk. Wij woonden
in het enige rijtjeshuis. Ik had al snel een dub
bel gevoel over het wonen daar. Op de lagere
school kwamen kunstenaars gastlessen geven.
Wat doet je vader, vroegen ze aan elk kind in
mijn klas. Directeur, manager, coördinator.
Toen dacht ik al: er zit niemand tussen die
echt iets maakt. Als 10- of 11-jarige had ik al
het gevoel: dit is niet de echte wereld, hier
Er is niemand
ter wereld die
Fifi Visser
heet. Dat is
makkelijk als
je googelt
blijf ik niet. Mijn vader werkte bij de Hol-
land-Amerika Lijn, hij deed personeelszaken,
was dus ook geen maker. Maar we kwamen
door hem wel vaak in de haven, het gebied
waar nu hotel New York is. Van havens en
schepen gaat mijn hart nog altijd sneller klop
pen. Daardoor heb ik ook een warm gevoel
voor Vlissingen. Niet lullen maar poetsen, die
mentaliteit spreekt me wel aan. Rotterdam
trekt ook nog. Misschien gaan we nog wel
eens terug. Naar Katendrecht bijvoorbeeld.
Nu is dat een hippe wijk, vroeger was het de
hoerenbuurt. Ik heb daar voor het eerst van
mijn leven een hoer gezien, mijn ouders leg
den uit wat ze deed, nou, dat vond ik toch
wat, ongelooflijk."
Hoe ben je als echte randstedeling in Middelburg
terechtgekomen?
„Ik woonde met mijn huidige man Gijs in Am
sterdam. Een appartementje drie hoog. Ik
werd zwanger, we kregen een tweeling, twee
zoontjes, Daan en Melle. En toen brak de tijd
aan dat ik met een dubbele buggy en een tas
vol boodschappen bij onze voordeur aan
kwam. Eerst een baby, of toch maar eerst de
boodschappen naar boven? Het appartement
was bovendien erg gehorig. We zijn rond gaan
kijken, en hadden bijna iets in Hilversum ge
kocht. Maar het was zo'n dag: we konden het
centrum van de stad niet vinden en op zoek
naar iets te eten kwamen we bij de verkeerde
Griek terecht. Op de terugweg zei Gijs: 'Nou,
dan woon ik nog liever in Zeeland'. Voor mij
was dat een doorbraak: hè hè, er is leven bui
ten de Randstad. We werkten op dat moment
allebei als freelancer. Gijs als fotograaf, ik na
een vaste baan bij Radio Noord-Holland als
freelance documentairemaakster voor de ra
dio, onder andere het KRO-programma Damo-
kles. Voor ons werk waren we niet plaatsge
bonden. Op onze zoektocht kwamen we in
Middelburg terecht, in café Desafinado, met
uitzicht op het huis waar we nu zitten. Ie zult
daar maar wonen, zeiden we tegen elkaar. We
hebben contact opgenomen met de toenmali
ge bewoners, ze moesten hun prijs nog bepa
len. Die bleek uiteindelijk ver boven ons bud
get te liggen. Ik kon wel huilen. Uiteindelijk
vroegen ze naar ónze maximumprijs, en
mochten we het toch kopen. Net voor de mil
lenniumwisseling zijn we verhuisd."
En, geen spijt?
„Ik ben blij dat we voor een stadje hebben ge
kozen. Soms loop ik op één dag wel vier keer
bij de winkel om de hoek binnen, omdat ik
wéér wat vergeten ben. Dat kan niet als je op
het platteland of in een dorp woont.
„Er is een andere kant. Hier vlakbij werd een
gemeenteperkje opgeruimd. Ik overlegde met
de gemeentemannen die daar bezig waren: als
jullie die lavendel en rozen toch weggooien,
zou ik misschien... Met een bakfiets, onze ba-
Er kan iets gebeuren,
jeleeftopeenmoeras
door Jan van Damme
Fifi Visser
(Rotterdam
1969) is
filmmaakster in
Zeeland. Ze
kreeg landelijke
bekendheid
met haar
documentaire
Twee Levens
(2011), over de
zoektocht van
haar ouders
naar hun in
Chili
verdwenen
zoon Maarten.
Fifi woont met
fotograaf/
filmmaker
Gijs Haak in
Middelburg, ze
hebben twee
zoons (een
tweeling) en
een dochter.