SPECTRUM 5 lts C Klieo SID ;~o 10700C ren. We waren als 18- en 19-jarigen wel erg snel volwassen geworden." De ervaringen in Nederlands Indië waren zo veel anders dan wat ze in Nederland hadden meegemaakt. Niet zelden erg ingrijpend. Het is bekend dat veel jongens die terugkeerden uit Indonesië later met hun naaste fami lie niet graag praatten over die perio de. Rinus Kriek: „Daar werd thuis niet over gepraat. Het was een tijd van de handen uit de mouwen ste ken." Gideon Sinke: „Nederland moest opgebouwd worden. Het was een tijd van aanpakken. Toen waren er geen psychiaters die zeiden dat je er over moest praten." Ook thuis werd het onderwerp Indo nesië niet aangeroerd. Kees Traas geeft het zelf toe. „Als kind durfde je er je vader niet naar te vragen. Je voel de aan dat het gevoelig lag." Jaap Lu casse: „Ik heb er eigenlijk pas met mijn kleinkinderen over gepraat." De anderen vallen hem bij. „Inderdaad. Die stelden heel directe vragen: opa heb je wel eens iemand doodgescho ten." Kees Traas: „Dat durfde ik niet aan mijn vader te vragen." De klein kinderen hadden de gevoeligheden niet meegekregen en kregen wat ver doezelende antwoorden. Zoals: „We Voor de jongens in Indië was het contact met thuis belang rijk. Ze maakten er momen ten van spanning mee en momenten van verveling. Dan was de komst van een lading post uit Nederland een zeldzaam hoogtepunt. Een weekblad Panorama van een aantal weken oud ging van hand tot hand. Correspon dentie uit Nederland was van harte welkom. Daarom werden er in Neder landse kranten advertenties gezet voor het thuisfront, met de medede ling: 'Stuur onze jongens in Indië brie ven'. En dat deden ze, vooral de meis jes en vrouwen. Jaap: „Tientallen brie ven kreeg je. Je had ze voor het uitkie zen." Kriek weet nog dat hij met een meisje uit Nederland aan het corres ponderen was, tot er een brief van haar echtgenoot kwam. Of het nu eens uit kon zijn met al die brieven aan zijn vrouw. Het meisje had nooit gezegd dat ze getrouwd was. Het zijn vooral dergelijke verhalen die op de reünies bovenkomen. De bijen komsten worden nog steeds in de En- gelbrecht van Nassaukazerne in Roosendaal gehouden omdat dat in de praktijk een vrij centrale plaats blijkt te zijn. In een kwartier komen in het station van Roosendaal treinen naar alle uithoeken van Nederland. Gi deon: „Want het verbaast me hoe alle mannen van het Bataljon Zeeland over heel Nederland uitgezworven zijn." Een echt programma voor de bij eenkomst is er niet. Maar er staat wel steevast nasi op het menu. schoten vanuit de verte in de bossen en dan zagen we wel eens iemand naar beneden rollen. Je kon niet zien of zo iemand gewond of dood was. Maar als we dan ter plaatsen waren ge komen, waren ze weg." Zo kwam er wat meer informatie dan er de jaren daarvoor ooit te horen was. Kennelijk was er in veel gezinnen een onge schreven en onuitgesproken regel dat die periode uit het leven van vader niet ter sprake kwam. Gideon: „Ik heb er geen spijt van dat ik er geweest ben. Verre van dat. Ik ben blij dat ik het meegemaakt heb. Ik was 18 jaar. Het was een ommekeer in mijn le ven." Rinus: „Met elkaar praten we er over. Dan kletsen we er urenlang over. Met anderen was het al snel: ze snappen er toch niets van. Daarom werd er thuis niet veel over gezegd." Gideon: „Nu weet iedereen wat het woord trauma betekent. Dat kenden wij niet." ZATERDAG 8 MAART 2014 Van links naar rechts Jaap Lucasse, Rinus Kriek en Gideon Sinke. foto Marcelle Davidse Van boven naar beneden: Kees Vermue uit Kwadendamme met een buitgemaakte Japan se motor. Het troepentransportschip de Johan van Oldenbarnevelt op weg naar Amsterdam. Het ereveld Tjililitan in september 1946 op Java. Een patrouille van de vierde compagnie rust even uit bij Pondok Benda op het eiland Java, in augustus 1946. foto's Bevrijdingsmuseum Zeeland

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 57