Het Bataljon Zeeland was strijdbaar op het slottoneel van de Tweede Wereldoor log, en actief in de jaren tot 1950 toen de onafhankelijk heid van Indonesië nog om streden was. De makkers van weleer komen elk jaar in reünie bijeen. Nog wel, want het clubje veteranen wordt steeds kleiner. 4 SPECTRUM reportage Haarlem gelegerd te worden. Na de oorlog ontstonden spanningen in het nu voormalig Nederlands Indië dat on afhankelijk wilde worden. Nederland had daar soldaten nodig om de rust en orde te bewaren. En zo ging het ba taljon Zeeland in oktober 1945 vanuit Engeland scheep naar Indië. Jaap Lu- casse: „Ik zat al drie dagen op die boot vanuit Engeland. Kwam ik ineens mijn broer tegen. Ik wist niet eens dat die op die boot zat." Zo kort na de be vrijding van Zeeland hadden ze nooit kunnen bevroeden dat ze in 1946 in dienst van datzelfde leger in Indone sië terecht zouden komen. Nu komen ze nog eens per jaar samen in Roosendaal voor de reünie van het Bataljon Zeeland. Woensdag 9 april staat de 65-ste reünie op het program ma. Vorig jaar waren ze met 35 vetera nen. De overblijvers van een bataljon van zo'n 800 voornamelijk Zeeuwen, aangevuld met wat Brabanders en Limburgers. Elk jaar vallen er af. Ge woon omdat een reisje naar Roosen daal te veel wordt of door overlijden. Ze hebben zich de vraag gesteld: moe ten we nog wel doorgaan? Het kan ook voor ons te veel worden. Maar ze gaan door. Vooral op aanraden van Kees Traas oprichter van het Bevrij dingsmuseum Zeeland in Nieuwdorp. Hij heeft beloofd dat hij ze zal helpen, mocht het allemaal te veel worden. En Traas, zijn vader zat zeifin het Ba taljon Zeeland, weet zich gesteund door anderen die met raad en daad bij zullen springen om de reünie levend te houden. Tot de laatste veteraan ver stek moet laten gaan. Ook het leger heeft wat dat betreft een verantwoor ding, want officieel valt het Bataljon Zeeland nu onder de Limburgse Ja gers. Het bevrijdingsmuseum is trou wens toch al de plaats waar Zeeuwse veteranen elke laatste woensdag van de maand samenkomen. Het is een klein clubje op die woensdagen. Gide on: „Elke veteraan is er van harte wel kom. Ook Libanon-gangers." Ze vertellen: „We kwa men als jongelui in Indië aan. We waren op elkaar aangewe zen. Dan heb je een band met elkaar. Het was ook een avon tuur. Het is een ervaring voor het le ven geweest. Ik ben blij dat ik het meegemaakt heb." Het zijn wat op merkingen van de drie leden van de reüniecommissie van het Bataljon Zeeland, Gideon Sinke (89) uit Mid delburg, Rinus Kriek (89) uit Koude- kerke en Jaap Lucasse (90) uit Zaam- slag. Als 18,19-jarigen meldden zich na de bevrijding van Zeeland eind 1944 bij het leger. Ze wilden meehelpen de rest van Nederland te bevrijden. De mannen tekenden een verklaring dat ze ingezet konden worden waar de mi nister van oorlog dat nodig achtte. Zo werd het bataljon 1-14 Regiment In fanterie (Zeeuws-Vlaanderen) en 2-14 Regiment Infanterie (overig Zeeland) opgericht. Later samengevoegd tot het Lichte Infanterie Bataljon Zeeland. Ze belandden uiteindelijk in Duitsland als bezettingsleger. Toen die taak er op zat gingen de Zeeuwse militairen weer terug naar Nederland om in De inzet van Nederlandse en dus ook Zeeuwse militairen in Nederlands Indië wordt nu anders bekeken dan direct na de oorlog in Nederland. De term 'politio nele acties' ligt nu gevoelig. Gideon Sinke: „We wisten amper wat er poli tiek gaande was. We waren jong, al hadden we wel het een en ander mee gemaakt met de oorlog in Nederland. Sommigen van ons hadden in het ver zet gezeten. De inundatie van Walche- Old soldiers never die door René Schrier

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 56