AMBACHT
Openbaar fruit
WONEN 7
Hij - of zij - is van
steen. Oftewel: we
hebben te maken
met een "ongevoe
lig mens. Mis
schien een mooi,
duidelijk gezegde
voor de goegemeente, maar wat
Cor van Oosterhoud betreft, doet
het bepaald geen recht aan steen.
„Want steen heeft wel degelijk ge
voel", zegt de steenhouwer uit
Sint-Michielsgestel. „Elk stuk
steen werkt weer anders, ik voel
de verschillen als ik steen bewerk.
Ik weet ook al snel of ik te maken
heb met een goed blok steen, bij
voorbeeld of er in het binnenste
breuken zitten. Dat hoor ik."
Er bestaat voor hem nog een an
der soort gevoel van steen en de
bewerking ervan, legt de 59-jarige
Brabander uit. „Ik vind het fantas
tisch dat ik nog met gereedschap
werk waarmee de oude Grieken,
Romeinen en Egyptenaren ook
nog werkten. Ben blij dat in deze
tijden nog steeds ruimte is voor
mensen die niet met machines,
maar met de handen werken."
Al beschikt hij, zo geeft Van Oos
terhoud toe, tegenwoordig ook
over pneumatisch gereedschap in
zijn atelier. „Want het is een
zwaar beroep. Ik wil niet in een
vroeg stadium al fysieke proble
men krijgen."
Hij werkt veel met hardsteen,
maar gaat andere soorten zeker
niet uit de weg. „Franse kalksteen
bijvoorbeeld is zachter, wat mak
kelijker te bewerken en blonder,
oftewel: lichter. Diabas is ook een
mooie soort. Het is van vulkani
sche oorsprong, taai en oliehou
dend. Je kunt er heel gedetail
leerd mee werken. Maar het is
wel vrij kostbaar."
Veel van zijn werken zijn dat trou
wens ook, zegt de steenhouwer.
„Mijn werk is over het algemeen
voor de liefhebbers. Zo ben ik nu
bezig met een opdracht voor een
schaal, die je bijvoorbeeld als
fraaie fruitschaal op een mooie ei
kenhouten tafel zou kunnen zet
ten. De prijs daarvan zal neerko
men. op zo'n 1500 euro. Maar daar-
GROENE VINGERS
Romke van de Kaa
In sommige steden zie je
mooie bomen, in andere min
der mooie. Maar bijna nooit
zie je vruchtbomen. Ik heb
wel eens bij een gemeente ge
vraagd waarom er geen fruitbo
men in parken en plantsoenen
worden geplant. Het antwoord
was: het publiek zou het fruit
maar gaan plukken. Tja, waar is
fruit dan anders voor bedoeld?
Heel soms zie je wat eetbaars
aan een boom in de stad. Mid
den op het drukke Keizer Karei-
plein, een rotonde in Nijmegen,
ontdekte ik onlangs een paar
mooie exemplaren van de zwar
te walnoot, die vol noten hingen.
Wel jammer dat de bomen voor
voetgangers onbereikbaar zijn.
Zebrapaden ontbreken op deze
drukste rotonde van de stad en
het rondrazende verkeer maakt
oversteken tot een hachelijk avon
tuur. Als je de bomen goed wilt
bekijken, zit er niets anders op
dan veel rondjes te rijden.
In Utrecht groeit een vijgenboom
in een kademuur. Toen de muur
werd gerestaureerd, is de boom
gespaard. Ze hebben er met veel
zorg omheen gerestaureerd. Dat
valt te prijzen, maar met minder
kosten en moeite hadden ze zo'n
500 meter verderop, in het stads-
plantsoen, 100 vijgenboompjes
kunnen planten. Maar nee, dat
kan niet; het publiek zou het fruit
eens gaan plukken...
Denk niet dat er op het platteland
minder weerstand bestaat tegen
het planten van fruitbomen in de
publieke ruimte dan in de stad.
Een kennis van mij woont in een
streek van het land waar vroeger
stoofperen langs de weg groei
den. Want ja, waarom zou je de
wegberm niet benutten? Toen hij
voorstelde die stoofperenbomen
terug te planten, brak er een
storm van protest los: je zou eens
een Gieser Wildeman of een Zoe
te Brederode op het dak van je au
to krijgen. In een tijd waarin men
zich al ergert aan het poep je van
een roodborstje op de motorkap,
is het lastig zo'n project van de
grond te krijgen. Maar mijn ken
nis hield vol; de perenbomen zijn
volgroeid en het protest is ge
luwd.
In de stad zal het nog moeilijker
zijn zoiets van de grond te krij
gen. Fruitbomen langs de weg; ik
zie ze voorlopig nog niet worden
geplant Er zijn in de stad eenvou
digweg te veel autobezitters. Die
willen geen fruit op hun dak.
Maar er zijn in steden gelukkig
ook nog genoeg groene ruimtes
waar geen auto's mogen komen:
parken, bolwerken en plantsoe
nen. Ik zou zeggen: maak het
stadsgroen productief. Weg met
al die truttige sierboompjes, stop
die maar in de allesbrander of de
versnipperaar. Plant appels, pe
ren, pruimen en kwetsen. Die
bloeien mooi in het voorjaar en
geven later, in de herfst, ook nog
eens manden en tassen vol vruch
ten. Maak van ieder park een
boomgaard en van ieder plant
soen een wijngaard. Want ook
druiven doen het goed in het mi
croklimaat van de stad. De ge
meenteraadsverkiezingen nade
ren. De fruitigste kandidaat krijgt
mijn stem.
voor heb je dan natuurlijk wel
een uniek exemplaar. Al maak ik
ze ook wel van 500 euro hoor."
Dat is nogal wat voor een fruit
schaal. Terwijl 1500 euro voor een
gevelsteen juist relatief 'goed
koop' is. „Zet dat maar eens af te
gen de prijs van het hele huis",
stelt Van Oosterhoud. „Dan is het
maar een fractie en hebben men
sen het er vaak wel voor over."
Het maken van gevelstenen is -
naast onder meer grafstenen, mo
numenten en beelden voor in of
Fantastisch dat ik
met gereedschap
werk waarmee
de oude Grieken
ook nog werkten
rondom het huis - één van zijn
specialiteiten. Hij laat diverse
fraaie voorbeelden zien, die* hij
verzamelt in fotoboeken, en toont
een tekening van een opdracht
die hij aannam voor een gevel
steen met een familiewapen, voor
een boerderij. „Inderdaad, er zit
ten ontzettend veel details in zo'n
werk, zoals al die omgekrulde bla
deren bijvoorbeeld. Het is een
van de moeilijkste, maar tegelij
kertijd ook een van de leukste op
drachten die je kunt hebben. Een
enorme uitdaging."
Waar hij wél de tijd voor neemt.
Want een van zijn gouden regels
is: „Ik laat me niet haasten, wil de
opdrachten niet afraffelen."
Nog zo'n regel: „Aan inkleuren
van werken doe ik niet of nauwe
lijks. Over het algemeen vind ik
dat de steen zelf moet spreken,
zelf de kleur moet maken."
GEREEDSCHAPPEN
BEGRIPPEN
VRIJDAG 7 MAART 2014
Het gevoel
van steen
door Bauke Boersma
Cor van Oosterhoud
Steenhouwer/beeldhouwer
te Sint-Michielsgestel liH
Opleiding
Natuursteen beweri
1ST—-
Cor van Oosterhoud aan het werk in zijn atelier: „Ik laat me niet haasten,
wil de opdrachten niet afraffelen." foto Merlin Daleman/Hollandse Hoogte
Cor van Oosterhoud
www.atelierpierrejuste.nl
reageren?
wonen@depersdienst.nl
Jop: bot geslepen beitel, gebruikt
voor het vanaf de zijkant van een
blok afslaan van grote brokken
overtollig steen.
Bordijzer of ceseel: smalle wigvor
mige beitel, gebruikt om randslag
te leggen, scharreren of frijnen.
Bouchardbeitel: de kop is vlak en
heeft pyramidevormige puntjes,
hoeveelheid puntjes kan variëren,
gebruikt voor de afwerking.
Tandijzer: beitel, vorm als bord
ijzer, maar met tanden erin, ge
bruikt als tussenbewerking van
fijn spitsen en scharreren.
Letterbeitel: gebruikt om letters
te kappen, inwendige of opge
hoogde tekens, dat wil zeggen:
buiten het teken prikken zodat er
een opgehoogd teken ontstaat.
Prikken: oppervlaktebewerking
door middel van een puntbeitel,
die verticaal wordt aangeslagen
en na elke slag wordt verplaatst.
Frijnen: oppervlaktebewerking
van fijne, evenwijdige en zuiver in
eikaars verlengde liggende slagen,
ontwikkeld in de renaissance.
Scharreren: laatste bewerking
van een reeks om een ruw blok
steen vlak te maken door middel
van min of meer regelmatige,
evenwijdige beitelslagen.
Zoeten: een bewerking na het
schuren en vóór het polijsten.